overgewicht

Vrouwen met een te hoog gewicht aan het begin van de zwangerschap hebben meer risico op zwangerschapscomplicaties, zoals zwangerschapsvergiftiging, vroeggeboorte en een hoog geboortegewicht bij het pasgeboren kind.

Het alom bekende stigma is dat verstedelijking leidt tot meer overgewicht. Daar heb je per slot van rekening gemakkelijk toegang tot allerlei vet- en suikerrijk voedsel. Nieuw onderzoek laat echter zien dat juist mensen op het platteland sneller aankomen.

Een Europese studie toont aan dat wanneer obese vrouwen minder tijd zittend doorbrengen tijdens de zwangerschap, hun baby’s bij de geboorte een lager vetpercentage hebben.

Mensen die hopen om op gewicht te blijven door light frisdranken te drinken of suiker in diverse bereidingen te vervangen door kunstmatige zoetstoffen (zoals aspartaam) of energie-arme suikers (zoals stevia) zijn er aan voor de moeite.

De gemiddelde Britse tienjarige consumeert dagelijks evenveel suiker als de aangeraden norm voor volwassenen. Terwijl de limiet voor kinderen op 20 à 25 gram toegevoegde suiker ligt, nuttigen ze volgens de overheidsinstelling Public Health England (PHE) vaak dubbel zo veel.

Er is geen duidelijk bewijs dat zoetstoffen en andere suikervervangers beter zijn voor de gezondheid. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek, verschenen in het medisch tijdschrift British Medical Journal, dat eerdere studies over het onderwerp naast elkaar legde en analyseerde.

Als je het koud hebt, moet je lichaam meer energie verbranden om warm te blijven. Na enige training voelt een lagere omgevingstemperatuur net zo comfortabel aan, terwijl het lichaam meer calorieën verbrandt.

Het is al langer bekend dat de inname van veel suikerhoudende drankjes een risicofactor is voor overgewicht bij kinderen. Nu blijkt dat de zoete drankjes ook de bloeddruk kunnen verhogen.

Het federaal ministerie van Volksgezondheid maakt geld vrij voor de terugbetaling van 6 consultaties bij de diëtist voor kinderen met overgewicht

Jongeren met obesitas hebben baat bij krachttraining tijdens de turnlessen op school, gecombineerd met een wekelijkse informatiesessie over gezond actief zijn.

Patiënten met diabetes type 2 en ernstige obesitas die bariatrische chirurgie ondergaan, hebben vijf jaar later de helft minder vaak een ernstige vaataandoening, zoals een hartinfarct of een beroerte, doorgemaakt dan degenen die niet zijn geopereerd.

Uit een omvangrijke studie onder leiding van de Universiteit Maastricht blijkt dat een hogere body mass index (BMI) gepaard gaat met kortere telomeren, met name bij personen onder de 60 jaar.

Kinderen worden niet automatisch te dik als ze daar een erfelijke aanleg voor hebben. Deze aanleg voor overgewicht komt sterker tot uiting in een omgeving die overgewicht in de hand werkt

Stephanie Scheirlynck helpt sporters van elk niveau om hun prestaties te verbeteren door middel van de juiste sportvoeding. Of jij nu traint voor de Ten Miles of je zwangerschapkilo’s wilt kwijtraken; ook als amateursporter wil je een bepaald doel bereiken.

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) organiseert een bevraging bij een vijftigtal patiënten over de maagoperatie die ze ondergingen.

De kans op overgewicht neemt toe indien kinderen korter dan 4 maanden borstvoeding krijgen. Dat stellen Nederlandse onderzoekers in een studie in het European Journal of Nutrition.

Door het fietsen meer te promoten kunnen Europese steden problemen rond overgewicht en obesitas aanpakken.

De helft van de 20-plussers in Nederland heeft overgewicht, dat wil zeggen een BMI van 25 of meer. 14 op de 100 hebben obesitas (een BMI van 30 of meer), dat is ruim 2,5 keer meer dan begin jaren tachtig.

Het meten van de omtrek van de bovenarm is een goede manier om te bepalen of een kind overgewicht of obesitas heeft. Ook kunnen artsen hiermee een betrouwbare voorspelling doen van het gewicht van een kind.

Veel mensen met obesitas vragen zich af of ze een erfelijke vorm van obesitas hebben. Bijvoorbeeld omdat ze de enige in hun familie zijn met obesitas, of omdat juist veel familieleden te zwaar zijn. Maar moeten dan alle obese patiënten getest worden op erfelijke vormen van obesitas?

Een maagring, sleeve, bypass... Het aantal chirurgische ingrepen bij obesitas nam de laatste jaren een hoge vlucht.

Er bestaan ook dikke mensen die fit zijn”, het klinkt als een mooi excuus om nog een stuk pizza te nemen. Maar een nieuwe studie bij 300.000 Europeanen toont aan dat deze ‘obesitasparadox’ niet klopt: er is altijd een verband tussen een hogere BMI en het risico op hart- en vaatziekten, hartaanvallen, beroertes en een hoge bloeddruk.

Rechtstaand werken, bijvoorbeeld aan een bureau dat in de hoogte verstelbaar is, is niet alleen gezonder dan zittend werken, het helpt ook om een beetje af te vallen.

Wie langzaam eet, niet snackt na het avondeten en twee uur voor het naar bed gaan niets meer eet, is slanker dan wie zich daar niet aan houdt. Dat blijkt uit een Japanse studie bij 60.000 mensen met diabetes type 2, gepubliceerd in BMJ.

Het onder begeleiding verbeteren van de leefstijl van vrouwen met overgewicht en een kinderwens heeft positieve gevolgen voor hart en vaten. Dit blijkt uit een onderzoek uitgevoerd door het AMC in Amsterdam en het UMCG in Groningen.

Weight Watchers is door een panel van medische en voedingsdeskundigen voor de achtste keer op rij uitgeroepen tot ‘Beste afslankdieet’, ‘Beste snel afslankdieet’ en ‘Beste commerciële dieet’in de jaarlijkse Best Diets ranglijst van U.S. News & World Report.

Volgens een internationaal wetenschapsteam staat het nu vast dat we dikker worden van het drinken van frisdrank en fruitsap. Dat besluiten ze uit een analyse van dertig recente wetenschappelijke studies uitgevoerd tussen 2013 en 2015.

Met een zeer intensief afvaldieet kan een deel van de zwaarlijvige mensen met diabetes type 2 zonder medicatie door het leven. Dat schrijven Britse onderzoekers in het medisch tijdschrift The Lancet.

Kinderen die aangesloten zijn bij een sportclub hebben minder overgewicht dan andere kinderen. Tot die conclusie kwamen onderzoekers aan de VUB die gewichtsstoornissen onderzochten bij kinderen van 8 tot 18 jaar.