- dossierTien tips om een droge huid tegen te gaan
- dossierNatuurlijke behandeling voor eczeem: zijn vitamines, probiotica, zink en andere supplementen effectief?
- dossierLikdoorns en eeltplekken: verschil en behandeling
- dossierHoe teennagels knippen?
- dossierImpetigo of krentenbaard: symptomen en hoe besmettelijk?
Haaruitval (alopecia): soorten, oorzaken en behandeling
dossier
Een weelderige haardos staat in onze maatschappij symbool voor gezondheid, geluk en succes. Haaruitval wordt dan ook met alle mogelijke middelen bestreden. Helaas is haarverlies een zeer complex probleem, waarvoor niet altijd meteen een oorzaak noch een doeltreffende behandeling kan worden gevonden.
Huid en haren worden wel eens "de spiegel van ons lichaam" genoemd. Haarverlies kan inderdaad het gevolg zijn van een fysieke of psychische kwaal, en andersom kunnen problemen met het haar of de haargroei tot ernstige psychische problemen, en zelfs tot depressies leiden. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat dit één van de geliefkoosde terreinen is waarop allerlei kwakzalvers actief zijn en waarvoor de meest fantastische remedies worden aanbevolen. In het beste geval hebben dit soort wonderremedies geen enkel effect, soms doen ze zelfs meer kwaad dan goed.
Er bestaan vele mogelijke oorzaken van haaruitval (of alopecie) en ook verschillende soorten haaruitval. Het opsporen van de precieze oorzaak is een eerste stap in de behandeling.
Hoe groeit haar?
Haren worden geproduceerd uit huidcellen in de haarfollikels of haarzakjes. Het aantal haarfollikels op de schedelhuid schommelt rond de 100.000. Het aantal van die haarzakjes is genetisch bepaald. Blondharigen hebben bv. meer haarzakjes dan donkerharigen en dan rosharigen. Met het ouder worden vermindert het aantal haarzakjes lichtjes, en dus automatisch ook het aantal haren.
Haargroei is een cyclisch proces met met fasen van groei (‘anagene fase’), overgang (‘katagene fase’) en afbraak (‘telogene fase’). De groeifase van de schedelharen duurt ongeveer 3 jaar. Op het einde van die periode stopt de celdeling en wordt het haar steeds dunner. Tijdens de overgangsfase komt het haar stilaan los uit het haarzakje om tijdens de afbraakfase uit te vallen. Die afbraakfase duurt ongeveer 3 maanden. In tegenstelling tot sommige dieren, waar de haren na de winter massaal uitvallen, vertoont de haarcyclus bij de mens een veel regelmatiger verloop. Al is er toch wel een zekere seizoensinvloed met een piek van haarverlies rond augustus-september.
Bij de mens bevinden zich steeds een 60 à 90 % van de haren in de groeifase en 10 à 20% in de rust- of afbraakfase. Indien we ervan uitgaan dat op een hoofd 10.000 haren staan en dat één haar 100 dagen (3 maanden) blijft staan, dan gaan op één dag gemiddeld 100 haren op natuurlijke wijze verloren.
De snelheid waarmee het haar groeit varieert van persoon tot persoon, maar gemiddeld worden de haren 0,5 mm per dag langer. Het haar van vrouwen groeit iets sneller dan dat van mannen, en de ‘piekleeftijd’ ligt tussen 50 en 70 jaar.
Haarverlies meten
Wanneer men de indruk heeft dat men teveel haar verliest, kunnen volgende onderzoeken worden uitgevoerd:
• gedurende 24 uur, 4 dagen na het wassen (of indien men het haar vaker wast, 24 uur voor de volgende wasbeurt) de uitgevallen haren verzamelen en tellen;
• de trektest: aan een bosje haar van ongeveer 100 haren zachtjes trekken. Wanneer er meer dan 20 haren lossen, is verder onderzoek nodig;
• het trichogram of haarwortelstatus: bij deze methode worden ongeveer 50 haren afgeknipt tot op 1 cm, die dan met een snelle ruk in de richting van de haargroei worden geëpileerd. De haarwortels worden dan onder de microscoop bekeken, waardoor men objectieve informatie verkrijgt omtrent de groeifasen en de afwijkende vormen van de haarwortels.
Hormonale haaruitval (androgenetische alopecie)
Het is het typische haarverlies dat vanaf een zekere leeftijd optreedt. Bij de man begint het meestal met het opschuiven van de haargrens ter hoogte van de slapen, later ook op het voorhoofd. Tegelijk kan de kruin kaal worden. Het eindstadium waarbij alleen nog een hoefijzervorige beharing overblijft, wordt slechts door een 10 à 15% van de mannen bereikt. Bij vrouwen verloopt het haarverlies discreter en evolueert men nooit naar een echte kaalheid.
Deze vorm van haarverlies is erfelijk bepaald. Men vermoedt dat er een genetische aanleg bestaat waardoor de haarwortel bij sommige mensen gevoeliger is voor het mannelijk hormoon, zelfs bij normale concentraties, waardoor de haren sneller hun haarcyclus beëindigen, en er dus meer haren verloren gaan dan er worden gevormd.
Deze vorm van haarverlies kan niet ‘genezen’, maar er bestaan wel een aantal methoden om de evolutie te stoppen of zelfs nieuwe haargroei te bewerkstelligen :
• Een haarlotion met 2% minoxidil, een geneesmiddel dat oorspronkelijk gebruikt werd bij hoge bloeddruk, kan het haar opnieuw doen groeien. Het product moet wel levenslang worden gebruikt, anders herbegint de haaruitval.
• Recente studies tonen ook aan dat een lotion met een antibacterieel en een antischimmelmiddel eveneens het haarverlies en de jeuk die ermee gepaard gaat, kunnen afremmen.
• Bij vrouwen kan men in zowat 50% van de gevallen de haaruitval afremmen met hormonale preparaten die de werking van het mannelijk hormoon testosterone blokkeren.
• Chirurgische methodes zoals haartransplantatie en reductie van de hoofdhuid, kunnen zeer bevredigende resultaten opleveren.
Kale plekken (alopecia areata)
De kale vlekken komen vooral voor op de hoofdhuid, maar ze kunnen ook de baardstreek, de wenkbrauwen, de wimpers of de pubis treffen. De duur van deze aandoening varieert tussen 4 en 10 maanden. Het genezingsproces begint met de groei van kleine, witte donsharen die progressief verkleuren.
De oorzaak hiervan is nog niet opgehelderd, maar wellicht bestaat ook hier een erfelijke factor. Men vermoedt ook dat bepaalde auto-immuunziekten (dit zijn ziekten die veroorzaakt worden door de productie van antistoffen tegen onderdelen van het eigen lichaam, in dit geval tegen de haarwortels), een erfelijke aanleg voor het ontwikkelen van een allergie, schildklierproblemen, sommige infecties van mond, neus, keel en oren (bv. sinusitis, tand- en mondholteontstekingen enz.) en psychologische factoren (zoals stress) een rol kunnen spelen.
Vermits de oorzaak en het verloop van dit type haaruitval niet gekend is, bestaat er ook geen oorzakelijke behandeling. Tot de therapeutische mogelijkheden behoren o.m. het algemeen of plaatselijk gebruik van corticosteroïden of PUVA-therapie, dit is een behandeling met UVA-lichtstralen die tijdelijk haargroei kan geven. Op basis van een vermoeden van een storing in het afweersysteem, werd ook reeds gebruik gemaakt van een stof die een contactallergie veroorzaakt op de kale vlekken. De afweerreactie gericht tegen dat contactallergeen onderdrukt dan de reactie gericht tegen de haarwortel, waardoor de haren de kans krijgen om terug te groeien.
Diffuus haarverlies
Deze vorm van haarverlies is verspreid over de hele hoofdhuid en leidt slechts zelden tot volledige kaalheid.
De meest voorkomende vorm is de telogene haaruitval of telogeen effluvium, waarbij de haarcyclus voortijdig wordt beëindigd en sneller de telogene of afbraakfase wordt bereikt. Deze vorm van haarverlies kan een gevolg zijn van fysieke of psychische stress, zoals hoge koorts, infecties, bloedarmoede, een operatie, een ongeval, emotionele problemen, een streng dieet, alcoholmisbruik, enz. Ook sommige geneesmiddelen (zoals sommige bloedverdunnende en bloeddrukverlagende medicamenten) kunnen dergelijk haarverlies uitlokken.
Meestal treedt het haarverlies op zo’n 3 maanden na de uitlokkende factor.
Ook het haarverlies dat vaak een drietal maanden na de bevalling optreedt, is een vorm van telogeen effluvium. Het percentage anagene haren (haren in de groeifase) bedraagt tijdens de zwangerschap 95%, zodat het normaal telogeen haarverlies op dat moment sterk verminderd is. Na de bevalling gaan deze haarfollikels, onder invloed van de daling van het de oestrogeengehalte, snel over naar de telogene fase. Het resultaat is een toename van het haarverlies zo'n 3 tot 4 maanden later.
In geval van telogeen effluvium kan men niet veel meer doen dan de oorzaak aanpakken en afwachten: in de volgende 6 à 12 maanden zal immers een spontane ingroei van de haren optreden. Eventueel kunnen gedurende enkele maanden supplementen van cystine en methionine, de bouwstenen van onze haren, worden gegeven.
Het haarverlies dat optreedt bij kankerpatiënten die met chemotherapie worden behandeld, is hiermee vergelijkbaar, maar hier worden de haarwortels zodanig beschadigd dat de haren nog in de groeifase uitvallen en het haarverlies kan optreden binnen de week na de start van de therapie. Ook deze vorm van haarverlies herstelt automatisch na het stopzetten van de therapie.
Littekenvorming
Dit type van haaruitval, de cicatriële alopecie, is een gevolg van littekenvorming van de schedelhuid waardoor een aantal haarfollikels definitief verloren zijn gegaan. Dit kan van bij de geboorte aanwezig zijn of op latere leeftijd ontstaan door verbranding, een ongeval of een infectie. Het kan ook het eindstadium zijn van een schimmelinfectie. Om dat te achterhalen is een specialistisch onderzoek nodig waarbij een klein stukje huid wordt weggenomen.
Een herstel is niet mogelijk, maar men kan, in geval bv. van een schimmelinfectie, wel verder onheil voorkomen.
Traumatische alopecie
Een traumatische alopecie ontstaat doordat haren worden uitgerukt. Een typisch voorbeeld is het haarverlies bij vrouwen die vaak een paardestaart maken. Hierdoor ontstaat soms een verdunning van de haardos ter hoogte van het voorhoofd.
Een ander typisch voorbeeld is de zogeheten trichotillamanie, de manie om voortdurend met plukjes haar te zitten spelen. Hierdoor kunnen uitgebreide kale plekken ontstaan.
Volledig herstel is mogelijk door de haren gerust te laten.