- dossierGolfelleboog: overbelastingsletsel dat niet alleen voorkomt bij golfers
- dossierWaarom heeft mijn urine, zweet, vaginale afscheiding een visgeur?
- dossierWat is een coronarografie (coronaire angiografie)?
- dossierDarmonderzoek: alles over een coloscopie
- dossierNavelbreuk: wanneer is een operatie nodig?
Alles wat je moet weten over darmkanker
dossier
In België tellen we jaarlijks 7.000 nieuwe gevallen van dikkedarmkanker, dat maakt het de vierde meest voorkomende vorm van kanker in België. De verdeling tussen mannen en vrouwen is vrijwel gelijk. De aandoening komt aanzienlijk meer voor vanaf de leeftijd van 50 jaar. Hoe vroeger men het kwaadaardig gezwel ontdekt, hoe groter de kansen op genezing. Vandaar het belang van opsporing en vroegtijdige diagnose.
Lees ook: Hoe kan je het risico op darmkanker verlagen?
Hoe ontstaat darmkanker?
Symptomen die kunnen wijzen op darmkanker
De volgende symptomen wijzen niet altijd op darmkanker, maar als ze zich voordoen, raadpleeg je toch best een arts:
- een onverklaarbare en aanhoudende verandering in het ontlastingspatroon (constipatie, diarree)
- de aanwezigheid van bloed in de stoelgang
- aanhoudende buikpijn
- gewichtsverlies zonder een duidelijk aanwijsbare reden
Lees ook: Slijm bij de ontlasting kan wijzen op gezondheidsprobleem
Risicofactoren
In 75 percent van de gevallen is er bij dikkedarmkanker geen sprake van een bepaalde risicofactor. Voor de resterende gevallen bestaat er een aantal factoren die mensen vatbaar maken voor deze vorm van kanker. Al die factoren verhogen het risico om darmkanker te krijgen, doch de aanwezigheid van een of meer van die risicofactoren heeft evenwel niet noodzakelijk darmkanker tot gevolg.
- Familiale belasting: de kans op darmkanker hangt af van het aantal personen uit dezelfde familie die kanker of poliepen hebben, en van de leeftijd van die personen. Hoe jonger de getroffen persoon is, hoe groter het risico voor zijn omgeving
- Erfelijkheid: er bestaan zeldzame vormen van erfelijke darmkanker. Familiaire adenomateuze polyposis (FAP) is bijvoorbeeld een aangeboren erfelijke aandoening waarbij zonder preventieve chirurgie bijna altijd kanker ontstaat. Patiënten met dit syndroom ontwikkelen honderden poliepen in de dikke darm, die zonder verwijdering altijd kwaadaardig ontaarden. Personen met een Heriditair NonPolyposis Colorectaal Carcinoom (HNPCC) hebben een verhoogd risico op darmkanker, zonder dat zij veel poliepen ontwikkelen.
- Leeftijd: De meeste patiënten die aan deze vorm van kanker lijden, zijn ouder dan vijftig; toch kan de ziekte op iedere leeftijd voorkomen De gemiddelde leeftijd ligt hoger bij vrouwen (72 jaar) dan bij mannen (69 jaar).
- Poliepen: Kwaadaardige gezwellen in de dikke darm ontstaan meestal uit goedaardige poliepen. Ongeveer 5% van de poliepen wordt kwaadaardig. Ongeveer een kwart van de bevolking heeft darmpoliepen op de leeftijd van vijftig. De verwijdering van die poliepen vermindert het risico op het ontstaan van kanker aanzienlijk.
- Voorgeschiedenis: Het risico op een tweede gezwel in de dikke darm bij een patiënt die al dikkedarmkanker heeft gehad, ligt hoger dan het gemiddelde bij de bevolking
- Chronische darmontstekingen: Patiënten met een langdurig bestaande actieve rectocolitis (langer dan 10 jaar) of de ziekte van Crohn met aantasting van de dikke darm lopen een verhoogd risico.
Lees ook: Verband tussen darmkanker en nitrieten/nitraten in voeding
Lees ook: Darmpoliepen: meestal onschuldig, soms kwaadaardig
Kan je darmkanker voorkomen ?
Men kan enerzijds trachten het ontstaan van de ziekte te voorkomen en anderzijds pogen vroegtijdige letsels (poliepen) op te sporen.
Op dit ogenblik is het nastreven van een evenwichtige voeding, rijk aan groenten en fruit, en arm aan dierlijke vetten de belangrijkste boodschap. Die algemene regel geldt trouwens ook voor veel andere soorten kanker. Regelmatige lichaamsbeweging en het vermijden van overgewicht zijn eveneens aan te raden.
Het systematisch innemen van vezelsupplementen of van calcium is waarschijnlijk beschermend, maar er zijn onvoldoende bewijzen om dat als algemene regel voor iedereen aan te bevelen.
Lees ook: 15 tips om je risico op kanker te verlagen
Vroegtijdige opsporing
Dikkedarmkanker is één van de best behandelbare vormen van kanker, als de diagnose in een vroeg stadium wordt gesteld. In sommige gevallen kan dikkedarmkanker zelfs voorkomen worden.
Een dikkedarmtumor ontstaat altijd uit een poliep. Door poliepen op te sporen en te verwijderen, kan dikkedarmkanker dus bij veel mensen voorkomen worden. Een poliep of een tumor in een vroeg stadium, geeft niet of nauwelijks klachten. Screening kan zinvol zijn bij mensen die een verhoogde kans hebben om een ziekte te krijgen. Bij dikkedarmkanker is dat het geval bij mensen boven 50 jaar. Screening kan ook gedaan worden als de ziekte bij meerdere personen binnen één familie voorkomt. Geneesheren beschikken over verschillende technieken om kwaadaardige gezwellen en goedaardige poliepen in de dikke darm op te sporen.
De faeces occult blood test (FOBT), een onderzoek om de aanwezigheid van bloed in de stoelgang op te sporen, voert men uit vanaf veertig à vijftig jaar. Zoals de naam al aangeeft, heeft het onderzoek als doel onzichtbare bloedsporen in de stoelgang op te sporen. De test is maar nuttig indien hij strikt volgens de voorschriften gebeurt. Dat houdt een jaarlijks onderzoek in van drie opeenvolgende stoelgangen, waarvan men telkens twee staaltjes neemt. Als de test positief uitvalt, dient er verder onderzoek te gebeuren. Het is een eenvoudig en goedkoop onderzoek, zonder enig risico.
Endoscopie is de meest gevoelige methode. Met behulp van een flexibele buis met camera bekijken de geneesheren de binnenzijde van de dikke darm. Indien nodig kunnen ze tijdens het onderzoek stukjes weefsel wegnemen voor verder onderzoek en/of poliepen verwijderen. Het onderzoek beperkt tot het einde van de dikke darm en de endeldarm noemt men recto-sigmoïdoscopie. Dat onderzoek laat toe om 40 tot 60 percent van de poliepen op te sporen. Men voert het om de vijf jaar uit en men start meestal vanaf de leeftijd van 50 jaar. In de andere gevallen kan het gaan om een volledig onderzoek, totale coloscopie genoemd. Bij een normaal onderzoek is controle pas nodig na tien jaar. Een totale coloscopie is noodzakelijk wanneer de rectosigmoïdoscopie een gezwel en/of poliepen heeft aangetoond.
Een laatste onderzoek dat men kan uitvoeren is het dubbelcontrast bariumlavement. Daarbij dient men een lavement toe met een witte, kalkachtige stof. Zo kan de radioloog opnames maken van de dikke darm en de aanwezigheid van poliepen en/of gezwellen opsporen. Het is een veilige en vrij accurate methode.
Lees ook: Hoe verloopt het bevolkingsonderzoek dikkedarmkanker en wie kan deelnemen?
Lees ook: Wie moet zich preventief laten onderzoeken op de aanwezigheid van darmpoliepen?
Behandeling
Men schat dat ongeveer de helft van de patiënten sterft aan de ziekte. De genezingskansen hangen zeer sterk af van het ontwikkelingsstadium van de ziekte.
In veel gevallen zal de beste behandeling een combinatie van behandelingen zijn.
Lees ook: Diverticulose en diverticulitis: Zijn divertikels van de darm gevaarlijk?
Behandelingstechnieken
Endoscopie
Tijdens een endoscopie kan de arts de binnenkant van de dikke darm bekijken. Via de anus wordt de endoscoop (flexibele slang met aan het uiteinde een lampje en een camera) door de darm geschoven. De arts kan poliepen opsporen en verwijderen door middel van een grijpertje dat door de slang kan worden opgeschoven. Op deze manier kunnen ook biopten worden genomen van verdachte plekjes in de darm. Deze poliepen en biopten worden vervolgens in het laboratorium onderzocht op onrustige of kwaadaardige cellen.
Operatie (chirurgie)
De meest toegepaste en belangrijkste behandeling bij dikke darmkanker is een operatie, waarbij de tumor, een gedeelte van de darm of de gehele dikke darm verwijderd wordt. Dit is afhankelijk van de grootte en het aantal tumoren in de darm. Bij een kleine groep patiënten is een operatie niet mogelijk omdat de tumor niet te opereren is. Soms kunnen ook uitzaaiingen (metastasen) van darmkanker (bijvoorbeeld in de lever of de longen) operatief verwijderd worden.
Afhankelijk van de omvang van de operatie, zal een tijdelijk stoma (uitgang van de darm via de buikwand) nodig zijn, om de darm de kans te geven te herstellen van de operatie. In zeldzame gevallen is een blijvend stoma nodig, maar meestal kan de stoma na enkele maanden opgeheven worden. Over het algemeen kunnen patiënten na een week het ziekenhuis verlaten en duurt het ongeveer 6 weken voordat ze helemaal hersteld zijn van de operatie.
Wanneer een vrij groot gedeelte van de dikke darm verwijderd is kunnen diarreeklachten ontstaan. Na verloop van tijd zal het lichaam zich aanpassen aan de nieuwe situatie en zullen de klachten afnemen.