Tuberculose - TBC

dossier Tuberculose is een zeer besmettelijke ziekte die veroorzaakt wordt door een bacterie, de zg. Kochbacil of Mycobacterium tuberculosis (M. hominis, M. bovis, M. africanum) of kochbacil. De meest voorkomende vorm van deze ziekte is longtuberculose. Soms worden ook andere organen zoals de nieren, beenderen, hersenen, klieren, ... aangetast.
Wanneer de afweer tekort schiet, treedt er weefselbeschadiging op. In dit stadium van tuberculose kunnen (vage) klachten ontstaan zoals moeheid, hoesten en gebrek aan eetlust.
Zonder behandeling is het verloop van tuberculose ongunstig en zal de helft van de patiënten overlijden. Gelukkig is tuberculose goed te genezen met een kuur van verschillende antibiotica. Deze behandeling duurt minimaal 6 maanden en geneest ten minste 90% van de patiënten definitief. Belangrijk daarbij is dat de juiste combinatie van geneesmiddelen precies volgens voorschrift wordt ingenomen.

Wie kan tuberculose krijgen ?

Iedereen kan deze ziekte doormaken.
Jonge kinderen en mensen met een verminderde weerstand zijn veel vatbaarder voor tuberculose.

Risicofactoren

- de besmettelijkheid (open longletsel en afwezigheid van behandeling),
- de frequentie van blootstelling aan besmettingsbron,
- de woonomstandigheid (groot aantal mensen in kleine, weinig verluchte plaatsen met weinig zonlicht).
- minder gezonde voeding,
- overmatig gebruik van alcohol of drugs,
- bepaalde ziekten (stoflong bij voormalige mijnwerkers, diabetes, kanker)

Risicogroepen

- gedetineerden,
- asielzoekers, illegalen&
- sociaal marginalen, daklozen,&
- mensen met verminderde immuniteit (HIV-seropositiviteit, hoogbejaarden).
- mensen afkomstig uit risicolanden

Hoe gebeurt de besmetting ?

Tuberculose wordt praktisch uitsluitend overgebracht langs de lucht.
Een persoon met besmettelijke of open longtuberculose brengt bij het hoesten, spreken of niezen tbc-bacteriën in de lucht. Deze bacteriën kunnen in kleine donkere ruimtes enkele dagen in leven blijven, vooral als er weinig ventilatie is.
Personen in de omgeving kunnen de bacteriën inademen. Als deze bacteriën de longen binnendringen, veroorzaken ze daar een kleine ontsteking.
Niet iedereen die de bacteriën inademt wordt ziek. Een gezond lichaam maakt automatisch afweerstoffen die meestal voldoende zijn om uitbreiding van de ziekte tegen te gaan. Bij personen met verminderde weerstand kan de ontsteking zich verder uitbreiden en kunnen de bacteriën via de bloed- of lymfebanen ook in andere organen (nieren, klieren, beendergestel, ...) terechtkomen.
Besmettingen gebeuren dus niet door het gebruik van huishoudelijke voorwerpen, eetgerei, boeken, voedsel, ...
Wie de bacterie heeft ingeademd maar niet ziek is geworden, is niet besmettelijk voor anderen. De tuberkelbacteriën blijven echter in het lichaam aanwezig en kunnen jaren later de ziekte veroorzaken wanneer de weerstand verminderd is door ziekte of door ouderdom.

Wanneer is iemand besmettelijk voor zijn/haar omgeving ?

Een zieke is besmettelijk als bij onderzoek van de fluimen tuberkelbacteriën worden aangetoond (open longtuberculose).
Een persoon met een gesloten longtuberculose of een tuberculoseaantasting van een ander orgaan (buiten de longen) is meestal niet besmettelijk.
Wanneer de zieke gedurende enkele weken zijn/haar behandeling goed gevolgd heeft, vermindert het hoesten en de besmettelijkheid maar de ziekte is nog niet genezen.
Ook een goede hoesthygiëne verkleint de kans dat anderen besmet zullen geraken.
De zieke hoest met afgewend gezicht met de hand voor de mond in een papieren zakdoek. De zakdoek werpt u na gebruik weg in een gesloten afvalemmer met plastiekzak. Deze plastiekzak dient elke dag dichtgeknoopt en vervangen te worden. De plastiekzak wordt opgeruimd met het normaal afval.

- Ga zolang U besmettelijk bent, alleen om met personen die U voordien ook al dagelijks ontmoette (bv. uw gezinsleden). Zij laten zich onderzoeken om na te gaan of ze besmet werden.
- Vermijd contact met jonge kinderen of verzwakte personen. Bezoekers dragen best een goed aansluitend masker.
- Zorg voor een goede ventilatie en verlichting in de ruimten waar U verblijft (ideaal is een kamer met veel daglicht gelegen aan de zijkant).
- Vermijd plaatsen waar veel mensen bij elkaar zijn (bv. supermarkt of café).

Waarom en hoe wordt een contactonderzoek verricht ?

Alle mensen in de omgeving van een zieke met besmettelijke longtuberculose moeten onderzocht worden om na te gaan of ze besmet zijn of misschien zelf ziek zijn.
Bij jonge personen wordt hiervoor een huidtest (tuberculinetest of intradermotest) uitgevoerd; bij oudere personen wordt een röntgenfoto van de longen gemaakt.
Mensen in de omgeving van een recent besmette persoon moeten eveneens onderzocht worden om de nog ongekende zieke (ziektebron) op te sporen.

Opsporingstests

De tuberculinetest volgens Mantoux of intradermotest is een test die aantoont of u al dan niet besmet bent met de tbc-bacterie.
Bij de intradermotest wordt een kleine hoeveelheid vloeistof (namelijk tuberculine) in de huid van de voorarm ingespoten. Drie (tot vijf) dagen na het zetten van de test wordt het resultaat bekeken.
Deze intradermotest is niet gevaarlijk, ook niet voor jonge kinderen of zwangere vrouwen.

Wat is een tuberculinetest ?

- Het resultaat is negatief:
Wanneer er bij de aflezing geen duidelijke reactie voelbaar is op de arm betekent dit in de meeste gevallen dat u niet besmet bent met de tuberkelbacterie.
Soms is het nodig een controletest uit te voeren na twee maanden.
- Het resultaat is twijfelachtig:
Bij de aflezing is een lichte en kleine verhevenheid voelbaar op de arm.
Bij een twijfelachtig resultaat wordt er steeds een nieuwe intradermotest (meestal na twee maanden) verricht.
- Het resultaat is positief:
Wanneer er bij de aflezing een duidelijke verhevenheid en verharding van de huid voelbaar is, wil dit zeggen dat u in contact bent geweest met iemand die tuberculose had.

mantoux1-test.jpg
Bij een positieve tuberculinetest moet een longfoto genomen worden om na te gaan of u al dan niet tuberculose hebt ontwikkeld.
Wanneer de longfoto normaal is, bent u besmet maar (nog) niet ziek.
In enkele gevallen is het aangewezen gedurende zes maanden medicatie in te nemen. Hierdoor kan het risico op een latere ontwikkeling van tuberculose met ongeveer 80% verminderd worden.
Bij een afwijkende longfoto (met letsels van tuberculose) moet een behandeling gestart worden met minstens drie medicamenten.
Deze medicijnen moeten heel stipt en gedurende verschillende maanden ingenomen worden.

Wat is een contactonderzoek ?

Mensen in de omgeving van een zieke met besmettelijke longtuberculose moeten onderzocht worden (door middel van een tuberculinetest en/of een longfoto) om na te gaan of ze door de zieke besmet zijn of misschien zelf ziek zijn.
Mensen in de omgeving van een recent besmette persoon moeten eveneens onderzocht worden om de nog ongekende zieke (ziektebron) op te sporen.

BCG-vaccinatie

BCG-vaccinatie beschermt niet tegen een besmetting door tuberculose. Het helpt wel veralgemeende tuberculose en hersenvliesontsteking voorkomen. Deze ernstige vormen van tuberculose treffen vooral kinderen. Volwassenen ontwikkelen meestal longtuberculose en daarvoor is BCG veel minder doeltreffend (gemiddeld 50% bescherming).
BCG-vaccinatie is dan ook slechts in een beperkt aantal gevallen zinvol:
- jonge kinderen van niet-Belgen die regelmatig naar hun land van herkomst, waar nog veel TBC voorkomt, terugkeren;
- personen die voor méér dan drie maanden vertrekken naar een land waar veel tuberculose voorkomt en die veel contact hebben met de plaatselijke bevolking.

Vooraf wordt steeds een tuberculinetest uitgevoerd; bij een positief resultaat wordt géén BCG gezet. Een BCG-vaccinatie is eveneens tegenaangewezen bij HIV-sero-positieve personen.
Het duurt 6-8 weken vooraleer de vaccinatie een beschermend effect geeft.
Op de plaats van de vaccinatie kan na vier tot zes weken een zweertje ontstaan dat met een droog gaasje kan afgedekt worden. Wassen onder de douche of in bad is toegelaten. Soms blijft het zweertje langer open of ontstaat er een klierzwelling in de oksel. In dat geval moet contact opgenomen worden met een arts.
De BCG-vaccinatie kan al op zeer jonge leeftijd gegeven worden. Er bestaat geen bezwaar deze vaccinatie te combineren met andere vaccinaties en ze mag ook bij zwangeren toegediend worden.

Is tuberculose te genezen ?

rx-tbc.jpg
TBC kan volledig genezen worden.
De behandeling van de ziekte begint zodra de diagnose gesteld is. Vaak bestaat zekerheid over de diagnose, maar vaak besluit de arts de behandeling al te beginnen als alleen het vermoeden van tuberculose bestaat. Soms wordt dat vermoeden later bevestigd (bijvoorbeeld door het kweken van tuberculose bacteriën), maar niet altijd.
De behandeling vindt in de regel plaats gedurende 6 maanden. Wanneer de bacterie ongevoelig blijkt te zijn voor één van de gebruikelijke 4 antibiotica, zal de behandeling langer voortgezet moeten worden met veelal een aangepast behandelingsschema.
Bij de behandeling is sprake van een intensieve fase (de eerste 2 maanden) en een continueringsfase (de volgende 4 maanden). Tijdens de eerste fase worden 3 of 4 geneesmiddelen voorgeschreven (INH, Rifampicine, Pyrazinamide en eventueel Ethambutol). Tijdens de tweede fase worden alleen nog INH en Rifampicine gebruikt. Deze laatste combinatie met 2 werkzame bestanddelen kan in 1 capsule worden verstrekt ('Rifinah'). Door (verdenking op) ongevoeligheid van de bacteriestam voor bepaalde geneesmiddelen kan van dit schema worden afgeweken en worden andere geneesmiddelen hieraan toegevoegd. Ook wordt vaak vitamine B6 (Pyridoxine) aan het behandelingsschema toegevoegd om eventuele bijwerkingen van de INH te voorkómen.
Tijdens de eerste fase van de behandeling wordt het aantal in het lichaam aanwezige bacteriën in belangrijke mate gereduceerd. Tijdens de vervolgfase worden echter pas uiteindelijk alle bacteriën onschadelijk gemaakt.
Belangrijk is alle voorgeschreven medicijnen regelmatig en steeds op hetzelfde tijdstip in te nemen en de behandeling niet voortijdig af te breken. De kans is anders groot dat de tuberculose later opnieuw de kop op steekt en vaak zelfs in een veel moeilijker te behandelen vorm (de bacterie is dan ongevoelig geworden).
Bij patiënten waarbij kan getwijfeld worden dat ze hun geneesmiddelen strikt volgens het voorschrift innemen, zal de behandeling eventueel onder controle gebeuren waarbij de geneesmiddelen dagelijks of enkele keren per week in aanwezigheid van een arts of verpleegster worden ingenomen.

Mensen die recent besmet zijn, maar waarbij nog geen ziekteverschijnselen worden vastgesteld, krijgen vaak een preventieve behandeling met INH gedurende 6 maanden voorgeschreven. De kans dat dan nog de ziekte ontstaat wordt hiermee gereduceerd. Ook hierbij wordt de behandeling met INH vaak gecombineerd met vitamine B6 om eventuele bijwerkingen te voorkomen. In bijzondere situaties zal de behandelend arts ervoor kiezen om een behandeling met Rifampicine en Pyrazinamide gedurende 2 maanden te adviseren in plaats van 6 maanden INH. Ook bij de preventieve behandeling is het stipt dagelijks innemen van de medicijnen en het volledig afmaken van de kuur van groot belang voor het succes van de behandeling.

Multiresistente tuberculose in België

De behandeling van tuberculosepatiënten blijft problematisch. Niet alleen omwille van de noodzaak tot het combineren van verschillende antibiotica en de langdurige behandelingstijd, maar ook omwille van de toename van de resistentie tegen deze antibiotica. Mensen die besmet worden door een tbc-stam die resistent is tegen één of meerdere antibiotica, kunnen veel moeilijker of niet behandeld worden.
Sinds 1992 bestaat in België een registratiesysteem om resistente tbc op te sporen.
In totaal werden er in de periode (1992-1999) in België 73 nieuwe patiënten met multiresistente tbc (dus resistent tegen meerdere antibiotica) geregistreerd, wat een gemiddelde is van 9 gevallen per jaar. In 2000 werden 15 nieuwe gevallen geregistreerd. Het betrof hoofdzakelijk mannen (67%), personen jonger dan 35 jaar (55%) en niet-Belgen (70%). Van de 51 allochtonen kwamen er 26 uit Afrika (evenveel uit Noord- als uit Subsaharisch Afrika), en ruim een derde uit Europa, vooral Italianen en Turken, met een recente toename van Oost- en Centraal-Europeanen. Van de 51 allochtonen waren er 26 asielzoekers.
Bij 41 patiënten (56%) kon aangetoond worden dat de resistentie verworven was als gevolg van een vroegere, inadequate behandeling. Bij 23 patiënten (32%) ging het om primaire multiresistentie: ze werden nooit eerder behandeld en waren dus besmet door een patiënt met resistente bacillen.

Lees ook: Hoe ontstaat antibioticaresistentie en wat zijn de gevolgen?

Lees ook: Gevaarlijke tuberculose duikt op in Nederland

Tuberculose in België

123-afb-long-tbc-xtra-anat-170_07.jpg
Tussen 1980 en 1989 is het aantal tuberculose gevallen in België, zoals in de meeste Westerse landen, zeer sterk gedaald. Indien deze trend zich had blijven voortzetten, zou het aantal gevallen in 2000 gedaald zijn tot minder dan 8 per 100.000. Maar sinds 1993 wordt opnieuw een stijging genoteerd, waardoor momenteel 12,8 personen per 100.000 tbc krijgen.
Deze stijging is hoofdzakelijk te wijten aan het toenemend aantal tuberculosegevallen bij allochtonen, vooral dan mensen afkomstig uit niet-Westerse landen: Centraal- en Oost-Europa, Azië, Afrika, Midden- en Zuid-Amerika.
De hoogste cijfers blijven die van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de laagste die van het Vlaams Gewest. In 2000 ligt de incidentie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest viermaal hoger dan in het Vlaams Gewest en ruim driemaal hoger dan in het Waals Gewest, terwijl dit in 1980 slechts respectievelijk iets meer en iets minder dan 2 bedroeg.

Terwijl tbc in Vlaanderen en Wallonië vooral bij bejaarden wordt vastgesteld, zijn in Brussel de meerderheid vand e zieken jonger dan 34 jaar, vooral bij niet-Belgen. Mannen worden dubbel zo vaak aangetast dan vrouwen, ongeacht de nationaliteit.

 Actieve tuberculose in België (2000): nieuwe gevallen 
(en totaal aantal gevallen per 100.000 inwoners)

  Vlaams Gewest Waals Gewest Brussel  België
Belgen             385 (6,8) 252 (8,4) 120 (17,6) 757 (8,1)
Niet-Belgen    184 (62,7) 126 (38,2) 246 (89,5) 556 (62)
Totaal      569 (9,6) 378 (11,3) 366 (38,2) 1313 (12,8)

Europa

Ook in andere Europese landen wordt de laatste jaren een stijging van het aantal tbc-gevallen vastgesteld. Vooral in de voormalige Oostblok-landen is de situatie alarmerend. Het aantal gerapporteerde tbc-gevallen is in Europa gestegen van 280.000 in 1995 naar 370.000 in 2000. Bijna 70% daarvan zijn vastgesteld in het voormalige Oostblok.
Daarom heeft de Wereldgezondheidsorganisatie recent de Europese ministers van Volksgezondheid opgeroepen om dringend maatregelen te nemen. Deze week heeft in Nederland trouwens een vergadering van de WGO plaats om de situatie in Europa te bespreken.
De WGO schat dat ongeveer een derde van de wereldbevolking vandaag besmet is met de tbc-bacterie en dat er elk jaar ong. 7,5 miljoen nieuwe besmettingen optreden.

bron: Vl. Ver. voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding VZW

Laatst bijgewerkt: mei 2021

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram