Acute postvirale ataxie bij kinderen: dronkemansgedrag na een infectie
dossier
Acute postvirale ataxie of acute benigne ataxie (ADCA) is een aandoening waarbij allerlei bewegingen schokkerig en ongecoördineerd verlopen na een virusinfectie. Soms ontstaan de klachten van ataxie ook al tijdens het doormaken van een virusinfectie.
Acute postvirale ataxie komt vooral voor bij jonge kinderen tot 6 à 7 jaar. Geschat wordt dat 1 op 5000-10.000 kinderen ooit last heeft gehad van een postvirale ataxie. Ongeveer een op de drie kinderen die een ataxie ontwikkelt, krijgt dit als gevolg van een postvirale ataxie.
Wat is de oorzaak van een postvirale ataxie?
Als reactie op een virusinfectie gaat het lichaam een afweerreactie maken om het virus weer uit het lichaam te verwijderen. Waarschijnlijk richt deze afweerreactie zich niet alleen op het virus, maar ook tegen de kleine hersenen waar met name de coördinatie van de bewegingen wordt geregeld. Door deze afweerreactie kunnen de hersenen tijdelijk niet meer goed functioneren. Waarom de afweerreactie zich ook tegen de eigen hersenen richt, is niet goed bekend.
Infecties zijn niet de enige mogelijke oorzaak van een acute ataxie bij kinderen. Een andere mogelijke oorzaak is een vergiftiging.
De aanleg om op een virusinfectie te reageren met een postvirale ataxie blijkt deels erfelijk te zijn, maar daarnaast spelen ook nog vele andere factoren een rol. Broertjes en zusjes hebben een licht verhoogde kans om ook een postvirale ataxie te ontwikkelen.
Welke infecties kunnen een postvirale ataxie veroorzaken?
Verschillende virusinfecties kunnen ataxie veroorzaken. Het komt vooral voor na een infectie met het varicella zoster virus (waterpokken), Epstein-Barrvirus (ziekte van Pfeiffer), het mycoplasmavirus en het enterovirus (Coxsackievirus). Maar in principe kan elk virus, bijvoorbeeld ook de seizoensgriep, de veroorzaker zijn van een postvirale ataxie.
Eenzelfde ziektebeeld kan (uitzonderlijk) ook ontstaan na een vaccinatie, meestal na de MBR-vaccinatie (mazelen-bof-rubella), een hepatitis B-vaccinatie of een vaccinatie tegen varicella.
Wat zijn de verschijnselen van een postvirale ataxie?
Meestal ontstaat een postvirale ataxie tussen de 5 en 10 dagen na het doormaken van een virusinfectie. Meestal ontstaan alle verschijnselen allemaal tegelijk of in de loop van enkele uren. Daarna verergeren de symptomen niet meer. Maar ze kunnen na enkele weken of maanden opnieuw opduiken wanneer het kind opnieuw een virusinfectie doormaakt.
• Ongecoördineerde bewegingen
Kinderen met een postvirale ataxie zijn de coördinatie over hun bewegingen kwijt. De bewegingen verlopen schokkerig. Daardoor kan kruipen of lopen bijvoorbeeld nog nauwelijks mogelijk zijn. Sommige kinderen kunnen niet meer zelfstandig staan.
• Onduidelijk praten (dysartrie)
Praten verloopt veel moeilijker. Het lijkt alsof het kind dronken is. Ook het slikken kan grote problemen opleveren, met kans op verslikken.
• Oogbewegingen (nystagmus)
Bij de helft van de kinderen schieten de ogen alle kanten op. Sommige kinderen hebben last van dubbelzien.
• Trillen van de armen en benen
Sommige kinderen hebben last van trillingen van de armen en benen of van het hoofd.
• Hoofdpijn
Een klein deel van de kinderen heeft hoofdpijnklachten.
• Misselijkheid en braken
Een klein deel van de kinderen heeft last van misselijkheid en braken.
Hoe wordt de diagnose postvirale ataxie gesteld?
Er bestaan veel verschillende aandoeningen die een ataxie kunnen veroorzaken. Bij een postvirale ataxie laten de bijkomende onderzoeken meestal geen afwijkingen zien die op een andere oorzaak kunnen wijzen.
• CT-scan of MRI-scan
Bij kinderen met een plotseling optredende ataxie zal vaak een scan van het hoofd gemaakt worden. Bij een postvirale ataxie zijn meestal geen afwijkingen te zien op de MRI-scan. Wanneer de ataxie veroorzaakt zou zijn door een hersentumor is dit wel te zien op de scan. Ook wanneer de ataxie veroorzaakt wordt door een ontsteking in de hersenen als gevolg van een bacterie of als gevolg van bijvoorbeeld de aandoening ADEM is dit vaak te zien op een MRI-scan.
• Ruggenprik
Wanneer de scan bij kinderen met een ataxie geen afwijkingen laat zien, zal de neuroloog vaak door middel van een ruggenprik wat vloeistof willen krijgen wat rondom het ruggenmerg en de hersenen loopt. Deze vloeistof kan onderzocht worden in het laboratorium of er sprake is van een ontsteking van de hersenen door bijvoorbeeld een virus, een bacterie of als gevolg van een ADEM.
• Bloedonderzoek
Indien zowel de MRI als het onderzoek van het vocht rondom de hersenen geen afwijkingen laat zien, zal meestal bloedonderzoek volgen. Met behulp van dit bloedonderzoek kan gekeken worden of er sprake is van een infectie in het lichaam. Soms kan het veroorzakende virus worden aangetoond in het bloed. Ook kan er gekeken worden of de ataxie misschien de eerste uiting is van een stofwisselingsziekte of een uiting van een vergiftiging met medicijnen of andere giftige stoffen.
Behandeling
Acute virale ataxie is een goedaardige aandoening die meestal na enkele weken vanzelf verdwijnt. Er is dus meestal geen behandeling nodig.
• Prednison
Bij kinderen met een ernstige vorm van ataxie die ernstig gehinderd zijn in hun functioneren en waarbij het spontane herstel erg langzaam gaat, wordt wel eens een behandeling met prednison gegeven. Deze prednison wordt dan in tabletvorm of via een infuus gegeven. Er is niet precies bekend hoe de prednison de klachten vande postvirale ataxie verbetert.
• Kinesitherapie
De kinesist kan helpen bij het weer aanleren van gecoördineerde bewegingen. Ook kan hij in het beginstadium advies geven hoe bijvoorbeeld pijnklachten en overbelasting van de gewrichten te voorkomen als gevolg van het andere bewegingspatroon door de ataxie.
• Logopedie
De logopedist kan bij kinderen met slokproblemen adviezen geven hoe het slikken te vergemakkelijken en hoe problemen als gevolg van verslikken voorkomen kunnen worden. Ook kan hij adviezen geven hoe in het geval van onduidelijk praten dit praten weer rustig en gecoördineerd kan verlopen.
• Sondevoeding
Bij ernstige slikproblemen kan het tijdelijk veiliger zijn om niet meer zelf te eten en te drinken. Door middel van een sonde die via de neus, de keel en de slokdarm naar de maag loopt wordt dan sondevoeding gegeven. Op het moment dat het slikken zelf weer veilig verloopt, kan het kind zelf weer gaan eten. Eerst vaak dikvloeibaar en gemalen eten en in een later stadium weer helemaal normaal.
Restverschijnselen
De meeste kinderen herstellen na enkele weken tot maanden volledig.
Een op de tien kinderen houdt in meer of mindere mate wel restverschijnselen over. Dit zijn meestal de kinderen die een ernstige vorm van postvirale ataxie hebben gehad en de wat oudere kinderen. Ook bij kinderen die een postvirale ataxie hebben ontwikkeld na een Epstein-Barr virusinfectie verloopt het herstel vaak langzamer. Klachten die twee jaar na het ontstaan van de postvirale ataxie nog aanwezig zijn, zijn meestal blijvend.
Bronnen
www.kinderneurologie.eu/ziektebeelden/beweging/postviraleataxie.php
www.nlm.nih.gov/medlineplus/ency/article/001397.htm