Gerelateerde artikels
Infiltraties bij rugpijn: procedure en bijwerkingen
In dit artikel
Infiltraties bij rugpijn: procedure en bijwerkingen
dossier
Door een ongeval of door slijtage kunnen er veranderingen in de wervelkolom optreden die leiden tot zenuwpijn. Die zenuwpijn kan uitstralen naar bepaalde delen van het lichaam. Een transforaminale epidurale infiltratie is een inspuiting met een lokaal verdovingsmiddel en een ontstekingsremmer (cortisone) in de epidurale ruimte vlakbij de pijnlijke zenuw. Het doel is om de pijn te verminderen. Vaak is nog een tweede of derde infiltratie nodig na enkele weken om de pijn onder controle te krijgen.
Wanneer heb je een infiltratie nodig?
© Getty Images
De meest voorkomende aandoeningen die men behandelt met infiltraties zijn:
- Rugpijn
- Degeneratieve aandoeningen van de wervelkolom (slijtage)
- Hernia (prolaps) of uitstulping (protrusie)
- Facetsyndroom
- Lumbo-ischialgie
- Spinale stenose
- Blokkades van het sacro-iliacale gewricht
Hoe verloopt een infiltratie?
Je hoeft niet nuchter te zijn voor een infiltratie. Op de behandelingstafel neem je een bepaalde houding aan, afhankelijk van welke regio geïnjecteerd wordt. Is er een infiltratie ter hoogte van je onderrug nodig, dan plaatst men een kussen onder buik om je wervelkolom minder hol te maken.
Eerst wordt je huid ontsmet. De arts zal daarna met het röntgentoestel de exacte plaats van de inspuiting zoeken. Hij dient ook contrastmiddel toe om de positie van de naald te controleren. Dan volgt de plaatstelijke verdoving van de huid en kan de arts de naald in de epidurale ruimte brengen. Ten slotte injecteert de arts een snelwerkende, lokale verdoving en corticosteroïden. Daardoor kan je lichte pijn voelen in het gebied van de klachten.
De hele procedure duurt een tiental minuten. Na de behandeling blijf je nog een half uurtje liggen en zal men geregeld je bloeddruk en pols controleren. Je rug kan de eerste dagen wat pijnlijk aanvoelen. Vanaf de derde dag neemt de pijn geleidelijk af.
Risico’s en bijwerkingen
Hoewel de behandeling zeer veilig is, kunnen er uitzonderlijk complicaties optreden.
- Er bestaat een kleine kans op bloeding, infectie, zenuwbeschadiging en pijn door de prik zelf.
- Soms raakt de arts tijdens de behandeling een klein bloedvat, waardoor een lichte bloeding kan optreden. Dit vormt enkel een probleem als je op het moment van de behandeling bloedverdunners neemt.
- Heel soms kunnen corticosteroïden spierzwakte, hoofdpijn, tijdelijke gewichtstoename of een ontregeling van diabetes veroorzaken.
- Bij aanhoudende hoofdpijn (vooral bij het rechtkomen van liggende naar zittende houding) neem je het best contact op met je huisarts. Deze hoofdpijn komt echter in minder dan 1 procent van de gevallen voor.
- Door het plaatselijke verdovingsmiddel kan je bloeddruk dalen.
- Het is mogelijk dat je allergisch reageert op zowel de corticosteroïden als het verdovingsmiddel. Als je in het verleden al een dergelijke allergische reactie had, verwittig dan zeker de arts voor de start van de behandeling.
Bronnen:
auteur:
Sara Claessens,
gezondheidsjournalist
