Opsporing van baarmoederhalskanker met HPV-test beter dan klassieke uitstrijkje

123-txt-HPV-cxca-baarmhalsca-170-01.jpg

nieuws Opsporing van baarmoederkanker gebeurt beter met een HPV-test dan met het klassieke uitstrijkje. Dat stellen het KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) en het Kankerregister in een nieuw rapport.

Er bestaat een duidelijk verband tussen baarmoederhalskanker en de aanwezigheid van een lokale infectie met het humaan papillomavirus (HPV), dat seksueel wordt overgedragen. Screening met de HPV-test, die de aanwezigheid van het virus opspoort, beschermt beter tegen baarmoederhalskanker dan de klassieke uitstrijkjes (ook Pap-test genoemd), en dit aan een lagere kost. Bovendien zou de HPV-test de duur tussen 2 onderzoeken in alle veiligheid kunnen verlengen van 3 tot 5 jaar.

Baarmoederhalskanker wordt vandaag vooral opgespoord door een Pap-test, waarbij tijdens een gynecologisch onderzoek een uitstrijkje van de baarmoederhals wordt genomen. Vervolgens wordt dit uitstrijkje microscopisch onderzocht op precancereuze cellen. Deze verschijnen gemiddeld 10 tot 15 jaar voordat de eigenlijke kankercellen zich ontwikkelen. Door een eenvoudige lokale behandeling kunnen ze zo goed als allemaal worden genezen.
Volgens de Europese en WHO richtlijnen moet deze Pap-test bij vrouwen tussen 25 en 64 jaar elke 3 tot 5 jaar worden herhaald.

Sinds 2009 wordt de test in België enkel driejaarlijks terugbetaald. Ongeveer 60% van de vrouwen in ons land laat zich screenen op baarmoederhalskanker, wat een lage dekkingsgraad is. De vrouwen die zich wel laten screenen laten dat dan vaak weer te vaak doen. Volgens de laatste cijfers van het Belgische Kankerregister waren er 623 gevallen van baarmoederhalskanker in 2011. Vrouwen zijn gemiddeld 54 jaar oud wanneer de diagnose wordt gesteld.

Humaan papillomavirus (HPV) oorzaak van baarmoederhalskanker
Sinds een twintigtal jaren weet men dat er een duidelijk verband bestaat tussen baarmoederhalskanker en de aanwezigheid van een lokale infectie veroorzaakt door het humaan papillomavirus (HPV), dat seksueel wordt overgedragen. HPV-infecties komen zeer vaak voor, maar de meeste verdwijnen spontaan. Bij een klein aantal vrouwen blijft het virus echter permanent aanwezig, en zij vormen een risicogroep.

Een HPV-test spoort het virus zelf op in plaats van de celafwijkingen die door het virus worden veroorzaakt, zoals de Pap-test dat vandaag doet. De HPV-test wordt vandaag alleen gebruikt en terugbetaald als opvolgtest, bij vrouwen met een afwijkend resultaat na de Pap-test. Net zoals bij de Pap-test gebeurt een HPV-test eveneens op een uitstrijkje van de baarmoederhals.

Dankzij HPV-test minder kankers en overlijden
De onderzoekers stelden vast dat vrouwen duidelijk beter beschermd worden tegen invasieve kankers als men de HPV-test als begintest gebruikt. Het KCE beveelt dan ook aan om de Pap-test te vervangen door een HPV-test. Daarbij moet het huidige beleid om te screenen tussen 25 en 64 jaar worden voortgezet. Hierdoor kunnen op 100.000 geteste vrouwen 240 extra gevallen van baarmoederhalskanker en 96 overlijdens vermeden worden.

Omdat het risico op het ontwikkelen van een invasieve kanker na een normaal HPV-testresultaat veel lager ligt dan na een normale Pap-test kan de tijdsduur tussen 2 HPV-testen perfect veilig worden verlengd tot 5 jaar.
Danzij de HPV-test kan over een levensduur van 100.000 vrouwen bijna €15 miljoen worden bespaard, doordat er minder vaak moet worden gescreend en er minder kankers moeten worden behandeld

Niet voor vrouwen jonger dan 30 jaar oud
Studies tonen aan dat voor vrouwen jonger dan 30 jaar de HPV-test niet effectiever is dan de Pap-test. Bovendien komen HPV-infecties bij hen zeer vaak voor, en meestal zijn ze van voorbijgaande aard. Gevolg is dat veel van deze vrouwen onnodig zouden worden verontrust en behandeld.

De behandeling verhoogt ook het risico op complicaties bij zwangerschappen, zoals het voortijdig breken van de vliezen, vroeggeboorte en laag geboortegewicht.
Bij vrouwen jonger dan 30 moet screening verder met de Pap-test gebeuren. Bij een afwijkend resultaat moet deze worden gevolgd door een HPV-test, zoals dat vandaag al in België wordt aanbevolen.

Screenen na vaccinatie blijft nodig
Belangrijk is daarbij dat alle vrouwen tussen 25 en 64 jaar zich verder laten screenen. Dat geldt ook voor vrouwen die gevaccineerd zijn tegen het HPV-virus. De bestaande vaccins bieden immers geen bescherming tegen alle mogelijk kankerverwekkende subtypes. Bovendien is niet bekend hoelang het vaccin bescherming biedt.

Laatst bijgewerkt: december 2020

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram