nieuws
Baby’s met een afwijking in het MSX1-gen waarvan de moeder rookt hebben bijna drie keer zoveel kans met een ‘hazenlip’ geboren te worden. De genvariant komt bij ongeveer dertig procent van de Nederlandse bevolking voor. Dat blijkt uit onderzoek van het UMC Utrecht en het Erasmus MC Rotterdam. Op zich vergroot dit gen het risico niet, maar als de moeder rookt is de kans op een hazenlip plots 2,7 keer zo groot. Als ook de vader rookt is de kans zelfs 4,9 keer zo groot, aldus de onderzoekers. Zij onderzochten 313 moeders en 276 vaders van 322 kinderen waarvan 176 geboren waren met een lip-, kaak- of gehemeltespleet (‘hazenlip’).
Het aantal kinderen dat met een hazenlip geboren wordt varieert van 1 op de 500 tot 1 op de 2500. De afwijking is het gevolg van een verstoorde embryonale ontwikkeling, dat kan genetisch bepaald zijn maar ook door het baarmoedermilieu komen. Stoffen uit sigaretten verstoren het baarmoedermilieu, waarvan het effect vooral merkbaar blijkt te zijn als de baby de MSX1-genvariant bezit.
Lees ook: Schisis (lipspleet, open gehemelte, hazenlip)
 |
 |
