Eet je voor het klimaat beter lokale groenten en fruit?

video
Stel je voor: je staat in de supermarkt en twijfelt tussen Belgische appelen en bananen uit Ecuador. Je wil ecologisch verantwoord eten, dus kies je voor de lokale optie. Maar is dat écht altijd de meest duurzame keuze?
Volgens wetenschappelijk onderzoek is het antwoord genuanceerder dan je misschien denkt. Hoewel het transport van voedsel wél CO2-uitstoot veroorzaakt, is die impact relatief beperkt. Slechts zo’n 6% van de wereldwijde voedselgerelateerde uitstoot komt door transport. Daarentegen is bijna 60% van die uitstoot toe te schrijven aan de productie van voedsel.
Lees ook: Hoe zorg je ervoor dat je zo weinig mogelijk pesticiden binnenkrijgt?
Efficiëntie boven nabijheid
De kern van het verhaal? Het is duurzamer om voedsel te produceren waar dat het meest efficiënt kan, zelfs al ligt dat duizenden kilometers van ons vandaan. Efficiënte landbouw betekent een hoge opbrengst per hectare, een beperkt gebruik van pesticiden en water, en een minimale impact op bodem en natuur. Denk bijvoorbeeld aan bananen in tropische gebieden of koffie in Zuid-Amerika – die groeien daar gewoon veel beter dan in Vlaanderen.
In Vlaanderen zijn we dan weer bijzonder goed in het telen van boontjes, wortelen, witloof en aardappelen. Die kunnen we perfect lokaal blijven kweken, en we exporteren zelfs aardappelen naar het buitenland.
Lees ook: Recept: gezonde gegratineerde hespenrolletjes met witloof
Waarom enkel lokaal eten geen goed idee is
Terugvallen op een volledig lokaal dieet – zoals vroeger – is vandaag simpelweg niet haalbaar. Vlaanderen heeft niet genoeg landbouwgrond om iedereen te voeden. Zelfs als we alle bossen zouden kappen (wat uiteraard geen goed idee is), blijven we afhankelijk van import. Bovendien zou een strikt lokaal dieet leiden tot een eenzijdige voeding, en mogelijk zelfs tekorten.
Seizoensgebonden eten loont
Wat wél zinvol is: kies voor seizoensgroenten en -fruit. Zo vermijd je bijvoorbeeld appelen uit Nieuw-Zeeland in de herfst, wanneer Belgische appelen vers van de boom komen. Of druiven uit Australië in het najaar, terwijl ze ook uit Frankrijk verkrijgbaar zijn. Seizoensgebonden eten zorgt niet alleen voor minder uitstoot, het smaakt ook vaak beter.
Lees ook: Eten volgens de seizoenen biedt veel voordelen
En wat met vlees?
De grootste boosdoener voor de klimaatimpact van voeding? Vlees, en dan vooral van herkauwers zoals koeien en schapen. Hun verteringsproces stoot methaan uit, een krachtig broeikasgas. Hier valt dus veel winst te halen voor wie ecologischer wil eten.
Lees ook: Heeft een mens vlees nodig?
Conclusie
Je hoeft je bananen dus niet te laten liggen. De oorsprong van je voeding is minder belangrijk dan wat je precies eet en hoe het geproduceerd werd. Duurzaam eten draait niet om kilometers, maar om efficiëntie, seizoenskeuze en minder vlees op je bord.
Bron:
Lees ook: Hoe vermijd je dat alle bananen van de tros tegelijk rijp worden?
auteur:
Sofie Van Rossom,
gezondheidsjournalist