Energie, Joules, Calorieën en voeding?
dossier Energie is de kracht gebruikt om te werken of om warmte of licht te produceren. Energie kan niet vernietigd worden, maar het kan omgezet worden van de ene vorm naar een andere vorm. Zo wordt de energie aanwezig in de chemische verbindingen in kolen bij verbranding omgezet tot warmte en licht. En de energie die in onze voeding aanwezig is, wordt omgezet in warmte en activiteit voor onze levensprocessen en de werking van het lichaam.
Van waar is energie afkomstig?
Energie komt van de zon (zonne-energie). Levende planten zijn in staat om zonne-energie om te zetten in chemische energie door een proces dat we de fotosynthese noemen. Deze chemische energie wordt aangewend om andere stoffen zoals koolhydraten, vetten en eiwitten aan te maken. Deze koolhydraten, vetten en eiwitten zijn op hun beurt energieleveranciers.
Dieren zijn niet in staat om de zonne-energie rechtstreeks om te zetten, maar ze zijn wel in staat om de chemische energie aanwezig in planten of in andere dieren te gebruiken. Dieren kunnen koolhydraten, vetten, eiwitten en alcohol verbranden (oxideren) om energie te produceren. Bij deze verbranding wordt naast energie ook koolstofdioxide en water geproduceerd. Deze energie is noodzakelijk voor:
• Het onderhouden van de lichaamsfuncties (ademen, het hart kloppend houden, de temperatuurregeling van het lichaam en alle andere functies die het lichaam levend houden).
• Voor actieve bewegingen (spiercontracties)
• Voor de groei en het herstel van weefsels
Hoe meet men energie?
Energie kan gemeten worden in joules of in calorieën.
Een joule (J) kan gedefinieerd worden als de energie nodig om een gewicht van 1 kilogram (kg) over een afstand van 1 meter (m) te verplaatsen met een kracht van 1 newton (N).
Een calorie (cal) kan gedefinieerd worden als de energie nodig om 1 gram (g) water op te warmen van 14,5 graden Celsius tot !15,5 graden Celsius. Een calorie is equivalent aan 4.184 joule.
Energie in de voeding
De energie uit de voeding wordt geleverd door de aanwezige hoeveelheden koolhydraat, vet, eiwit en alcohol. De energie-inhoud van deze verschillende componenten is verschillend:
Voedingsbron | Hoeveelheid Energie |
1 gr koolhydraat levert | 17 kJ ( = 4 kcal) |
1 gr eiwit | 17 kJ ( = 4 kcal) |
1 gr vet | 37 kJ ( = 9 kcal) |
1 gr alcohol | 29 kJ ( = 7 kcal) |
Hoeveel energie heeft een persoon nodig?
De energie die een bepaald individu nodig heeft is afhankelijk van zijn basaal metabolisme en van zijn niveau van activiteit. Een derde van de totale energiebehoefte van een individu is voor rekening van het basaal metabolisme. Het energieverbruik is ook afhankelijk van het gewicht: hoe actiever en hoe zwaarder het individu, hoe groter het energieverbruik.
Lees ook: Energiebehoefte: Het gemiddelde energieverbruik
Energie-evenwicht
Energie afkomstig uit de voeding wordt in het lichaam opgeslagen als vet in vetweefsel. In geval het dieet meer energie aanbrengt dan nodig volgens het basaal metabolisme en de activiteitsgraad, wordt het teveel aan energie opgeslagen als vet en zal het individu in gewicht toenemen.
Is de soort energiebron belangrijk?
De bron van energie in het dieet is van belang. De huidige aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad voor het aandeel koolhydraten, vetten, eiwitten en alcohol zijn hieronder te vinden.
Lees ook: Algemene opmerkingen ivm de aanbevelingen van de hoge Gezondheidsraad