Is uw klas gezond?

nieuws Uit recent onderzoek in Vlaanderen blijkt dat
• Meer dan 80% van de leerlingen en leerkrachten wel eens vermoeid zijn in de klas;
• Meer dan de helft heeft wel eens hoofdpijn in de klas;
• Bijna 80% geeft aan dat een muffe klas een negatieve invloed heeft op hun concentratievermogen;
• 93 % van de leerkrachten geeft aan dat een klas die muf ruikt, een duidelijke invloed heeft op hoe gezond ze zich voelen;
• Daarnaast geeft 93% aan dat een muffe klas een duidelijke impact heeft op hoe goed hij of zij zich kan concentreren tijdens het lesgeven;
• 76% van de leerlingen geeft aan dat een niet goed verluchte en dus muffe klas invloed heeft op hoe gezond ze zich voelen.
Wat bepaalt de kwaliteit van het binnenmilieu? De luchtkwaliteit, het thermisch, visueel en akoestisch comfort.

Een slechte luchtkwaliteit
Een slechte luchtkwaliteit kan onder meer leiden tot:
• hoofdpijn
• irritaties van de slijmvliezen van ogen, neus en keel
• luchtweginfecties
• allergische reacties
• verergering van astmaklachten
• geurhinder
• sufheid, slechtere schoolprestaties.

De mensen zelf zijn de grootste bronnen van "vervuiling". We ademen koolstofdioxide (CO2 ) en waterdamp uit en we verspreiden lichaams- en geurstoffen en micro-organismen zoals bacteriën. Er wordt een direct verband gevonden tussen de gemeten koolstofdioxide (CO2)-concentratie en de leerprestaties van de leerlingen. Hoe hoger de CO2-concentratie, hoe slechter de leerprestaties. Hoge CO2-concentraties zijn een indicatie voor een tekort aan ventilatie en dus meer vervuiling in de lucht

Andere bronnen van luchtvervuiling die aanwezig kunnen zijn in uw klas:
• Veel stiften, lijmen en verven verspreiden onder meer Vluchtige Organische Stoffen (VOS)
• Nieuwe meubelen of tapijten kunnen een bron zijn van formaldehyde
• Tapijten en gestoffeerde meubelen bevatten dikwijls huisstofmijt
• Bordkrijt verspreidt stof in je klas
• Soms worden huisdieren of kamerplanten in de klas gehouden die allergenen verspreiden.
In sommige gevallen komt er ook vervuiling van buiten naar binnen en concentreert zich in de klas. Bijvoorbeeld als uw klas vlak naast een drukke weg ligt.

Wanneer er onvoldoende toevoer is van verse lucht, neemt ook de concentratie aan bio-aërosolen toe. Dat zijn kleine druppeltjes met bacteriën en virussen die door de lucht zweven. Ze zorgen ervoor dat bijvoorbeeld griep of een verkoudheid snel wordt doorgegeven tussen kinderen in de klas. De concentratie aan bio-aërosolen in de klas vermindert als er voldoende ventilatie is.

Tip:

• Hoe ruikt het in het lokaal?
Is het er muf en benauwd? Als er in lokalen regelmatig een slechte geur hangt, is dit een eerste indicatie dat er onvoldoende geventileerd wordt. Dit is het best waar te nemen op het moment dat u een gebouw binnenstapt. De meeste mensen wennen na een tijdje aan de slechte geur, zodat het hen niet opvalt.

• Is er sprake van irritatie van de ogen, de huid of de luchtwegen bij het binnenkomen of bij het verblijf in het lokaal?
Dit kan duiden op de aanwezigheid van schadelijke gassen en dampen of een te droge lucht in het lokaal. Dit is bijvoorbeeld te achterhalen door een enquête te doen bij de leerlingen en leerkrachten.

• Wordt u regelmatig suf en kunt u zich minder concentreren wanneer u langere tijd in een lokaal verblijft?
Dit heeft niet altijd met werkdruk of vermoeidheid te maken. U moet er rekening mee houden dat dit een gevolg kan zijn van een slechte binnenluchtkwaliteit.

• Hoe worden de lokalen schoongemaakt?
Is er stof zichtbaar op de vloer, op vensterbanken, op plinten, op radiatoren en op kasten? Gebrekkig schoonmaken kan een slechte luchtkwaliteit tot gevolg hebben.

Thermisch comfort
Het thermisch comfort wordt bepaald door:
• de luchttemperatuur
• luchtvochtigheid
• tocht
• hinder door koude vloeren of ramen
• je eigen activiteit en kleding.

Het kan dat de temperatuur in het lokaal goed is, maar dat het er toch niet behaaglijk is. De temperatuursbeleving verschilt bovendien van persoon tot persoon. Het is dus moeilijk om in dezelfde ruimte iedereen hetzelfde thermisch comfort te geven. U kunt wel streven naar een 'optimaal' thermisch comfort.
• De optimale luchttemperatuur voor hersenactiviteit ligt bij 20°C. De verstandelijke prestaties nemen af als de gemiddelde temperatuur de 26°C overschrijdt.
• Een te lage luchtvochtigheid zorgt voor een snellere uitdroging van de weefsels waardoor ze vatbaarder zijn voor infecties. Mensen met lenzen zullen ook klachten krijgen in een te droge omgeving.
• Een te hoge luchtvochtigheid zorgt dan weer voor meer microbenverspreiding en een lager warmtecomfort.

TIP
• Zijn de ramen tijdens het stookseizoen na enige uren beslagen?
Dit is een teken van een hoge luchtvochtigheid. De afvoer van vocht is onvoldoende ten opzicht van de vochtproductie.


Visueel comfort
Net zoals het thermisch comfort is de ervaring van licht en het visueel comfort subjectief. Lichtsterkte en een aantal fysische parameters spelen een rol, maar ook het soort taken dat u uitvoert en bepaalde persoonlijke kenmerken. In klaslokalen is meestal niet een gebrek aan licht het grootste probleem, maar wel verblinding door invallend zonlicht.

Akoestisch comfort
Het akoestisch comfort of de spraakverstaanbaarheid worden bepaald door:
• het geluid dat van buitenaf het lokaal binnenkomt
• de akoestische inrichting van het lokaal.

Meer info:
www.airatschool.be
www.lekkerfris.be


Laatst bijgewerkt: januari 2022

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram