Hypoglycemie (hypo): symptomen, oorzaken en behandelingen
dossier Hypoglycemie (ook ‘hypo’ genaamd) of een te lage bloedglucosespiegel treft vooral diabetespatiënten. Bij andere mensen komt het erg weinig voor. De suikerwaarde in het bloed bedraagt dan minder dan 70 mg/dL.
Hoe ontstaat een hypo?
Wanneer je koolhydraten (zetmeel en suikers) binnenkrijgt, zet het lichaam deze voedingsstoffen om in glucose. Glucose die terechtkomt in het bloed, noemt men bloedglucose of bloedsuiker. De bloedglucosespiegel is een maat voor de hoeveelheid glucose die opgelost is in het bloed. Het wordt uitgedrukt in millimol per liter (mmol/l).
De hormonen insuline en glucagon zijn verantwoordelijk voor een gezonde bloedglucosespiegel. Insuline zorgt ervoor dat je lichaam glucose uit het bloed kan halen. Glucagon doet het tegenovergestelde: het zorgt ervoor dat opgeslagen suiker in de lever vrijkomt als de bloedsuikerspiegel te laag is. Hierdoor stijgt de bloedsuikerspiegel weer. Als dit symbiotisch spel van hormonen niet goed werkt, dan kan je een hypo krijgen.
Lees ook: Hyperglycemie: symptomen te hoge bloedsuikerspiegel
Symptomen
Bij een te laag suikergehalte in het bloed kan je last krijgen van:
• hartkloppingen;
• zweten;
• honger;
• beven;
• een rusteloos gevoel;
• hoofdpijn;
• verwardheid, moeilijker concentreren;
• dubbelzien;
• bewusteloos geraken.
De verschijnselen variëren van persoon tot persoon, maar zelfs bij één en dezelfde persoon kunnen ze verschillen. Wees dus alert wanneer iemand met diabetes zich vreemd gaat gedragen.
Lees ook: Te lage bloedsuiker door veel gebruikt diabetesmedicijn
Behandeling
Als je hypoglycemie voelt aankomen, eet dan een zoete snack waarvan de suikers snel in het lichaam opgenomen worden (snelle suikers). Houden de klachten aan na tien minuten, neem dan nog een zoete snack. Suggesties voor snacks met snelle suikers zijn: een half glas vruchtensap, een eetlepel honing, een half glas frisdrank (geen light of zero), twee tot drie klontjes suiker, vier tot vijf tabletjes druivensuiker. Daarna kan je suikers innemen die trager worden opgenomen, bijvoorbeeld een boterham, een stuk fruit of een vezelrijke koek.
Word je met insuline behandeld, hou dan een spuit met glucagon in de buurt voor noodgevallen. Glucagon zorgt ervoor dat het suikergehalte in het bloed opnieuw stijgt. Personen uit je omgeving kunnen deze spuit toedienen als je bewusteloos bent. Men mag je dan immers geen suikers laten eten en drinken, omdat je je zou kunnen verslikken.
Als je besluit je arts te raadplegen, dan zal hij een vingerprik uitvoeren om de suikerwaarde in het bloed te bepalen en je snelle suikers laten eten als dat nog niet gebeurd is. Hij kan ook controleren of je te veel insuline inneemt. In dat geval kan hij je insulinedosis verlagen of het tijdstip veranderen van je laatste dosis.
Bronnen:
Lees ook: Kunnen zoetstoffen suiker vervangen?
auteur:
Sara Claessens,
gezondheidsjournalist