Gerelateerde artikels
Hoe vaak moet iemand met diabetes de bloedsuiker controleren?
In dit artikel
Hoe vaak moet iemand met diabetes de bloedsuiker controleren?
dossier
Voor diabetici is het belangrijk dat ze zeer geregeld hun bloedsuiker controleren. De bloedsuikers van een diabetespatiënt laten voortdurende schommelingen zien, samenhangend met de insulinetoediening , de activiteit, de voeding, stress en andere factoren. Via bloedsuikercontroles kan men bepalen hoeveel insuline er nodig is op dat moment.
Personen met diabetes type 2 voeren de bloedsuikercontroles doorgaans uit aan de hand van een bloedglucosemeter. Een sensor wordt vooral gebruikt door personen met diabetes type 1 en sommige personen met diabetes type 2 op een intensief insulineschema.
Lees ook: Insuline en diabetes
Waarom zelf je bloedsuiker testen?
Via bloedsuikertesten komt men onmiddellijk te weten hoe hoog de bloedsuiker staat op het ogenblik van de meting zelf. Om de juiste hoeveelheid insuline te vinden die nodig is voor een bepaalde situatie, zijn bloedsuikerbepalingen richtinggevend. Zonder deze werkt men in het blinde en verhoogt het risico op acute ontregelingen (hypo- en hyperglycemie) en complicaties op lange termijn.
Zelf je bloedsuikers testen geeft je ook een beter inzicht in je diabetes. Door vergelijking van de eigen meetcijfers met de streefcijfers voor de bloedsuiker, wordt men meer gemotiveerd om de insulinedosis, voeding en activiteit in elkaar te doen passen.
Wie zichzelf controleert wordt ook zelfstandiger. Men kan de insulinedosissen op basis van de meetresultaten bijsturen en door snel in te grijpen bij alarmtekens kan men acute complicaties voorkomen. Door de betere globale suikerregeling voorkomt men ook de chronische complicaties.
Lees ook: Podcast: alles over suiker en suikerziekte
Hoe vaak testen?
De frequentie van de controles hangt af van de intensiteit van je behandeling en activiteiten en gebeurt steeds in overleg met de arts. Om meer inzicht te krijgen in je glucosewaarden kan je (af en toe) een dagcurve meten, bijvoorbeeld een 4-punts dagcurve. Dat betekent dat je een meting doet:
- Voor het ontbijt
- Voor het middagmaal
- Voor het avondmaal
- Voor het slapengaan
Eventueel kan je ook de volgende ochtend voor het ontbijt nog eens meten.
Bij een 7-punts curve meet je bijkomend op een vast tijdstip na de hoofdmaaltijden (bijvoorbeeld 2 uur na de maaltijd). In volgende situaties is het aangewezen om meer te meten:
- Bij ziekte
- Voor, tijdens en na een fysieke inspanning
- Bij wijzigingen in de behandeling
- Op vakantie of bij speciale gelegenheden
- Als je zwanger wil worden
Lees ook: Diabetische dermopathie: wat zijn suikerplekken?
Bronnen:
auteur:
Sara Claessens,
gezondheidsjournalist