Borstvoedingsverlof
dossier
Een algemene regeling voor borstvoedingsverlof bestaat eigenlijk niet. In de privé-sector is er binnen bepaalde sectoren recht op borstvoedingsverlof voorzien (meestal onbezoldigd), in de openbare sector is dit verlof niet van toepassing tenzij bij moederschapsbescherming. Er kan wel steeds een overeenkomst gesloten worden tussen werkgever en werknemer onder de vorm van onbetaald verlof.
In geval van moederschapsbescherming echter kan de werkneemster de arbeidsovereenkomst laten schorsen en genieten van het zogenaamde lactatieverlof. Dit kan enkel ingeroepen worden als de arbeid voor de zogende moeder een gevaar voor de gezondheid van haar of haar kind beschouwd wordt en de werkgever geen alternatief kan bieden.
De werkgever moet in samenwerking met de arbeidsgeneesheer alle arbeidssituaties waarbij een specifiek risico kan optreden onderzoeken. De arbeidsgeneesheer zal Uiteindelijk beslissen of de werkneemster al dan niet voor lactatieverlof in aanmerking komt. De aanvraag dient dus via de arbeidsgeneesheer gedaan te worden.
Uitkering:
Borstvoedingsverlof is onbezoldigd.
Lactatieverlof: ziekte-uitkering via het ziekenfonds à rato van 60%/55% van het begrensd brutoloon
Duur: borstvoedingsverlof heeft geen maximumtermijn en is te regelen met de werkgever. Een extra persoonlijke bijdrage moet aan de mutualiteit betaald worden om in orde te blijven met de ziekteverzekering.
bij lactatieverlof wordt de uitkering gestopt op het einde van de 5e maand na de bevalling.
Merk op: de ontslagbescherming loopt ten einde 30 kalenderdagen na het einde van de bevallingsrust. Borstvoedingsverlof verlengt deze termijn niet.