Zon en huid, huidveroudering, huidkanker

dossier De zon is een echte kerncentrale die een scala aan elektromagnetische stralen produceert, van kosmische straling tot radiogolven. De stralen die we op onze huid ervaren, maken slechts een klein deel van het zonnespectrum uit. Ze worden volgens afnemende golflengte ingedeeld in :

• infrarood licht (IR) of warmtestraling (800 tot 10.000 nm)
• zichtbaar licht (400 tot 800 nm)
• ultraviolet licht (UV)

Het UV-licht op zich wordt nog onderverdeeld in drie zones :

• lange golf: UVA (320 tot 400 nm)
• middengolf: UVB (280 tot 320 nm)
• korte golf: UVC (190 tot 280 nm)

Lees ook: Straling - De bestraalde mens

De lichtstralen worden tijdens hun doortocht door de atmosfeer gefilterd (door ozon, stofdeeltjes, rook, waterdamp) en ontdaan van hun dodelijke golflengten (kosmische straling, gamma-, X- en UVC-stralen). Het restant dringt door in de huid en veroorzaakt daar tal van biologische en metabole reacties. Daarbij is het basisprincipe dat korte golven veel energie hebben, maar minder diep doordringen, terwijl lange golven minder energetisch zijn, maar veel meer penetreren.

Van de lichtenergie die ons bereikt is slechts 10 % UV-straling, doch deze korte golven hebben een hoge energie en zijn biologisch erg actief. De hoeveelheid UV die op onze huid terechtkomt, is afhankelijk van veel factoren :

• het seizoen, de breedtegraad, het uur van de dag (bepalen de hoogte van de zon boven de horizon),
• de hoogte (20 % meer UVB op 1500 m boven de zeespiegel).
• weerkaatsing door het aardoppervlak (85 % weerkaatsing door sneeuw, 17% door zand, 5 % door water en 3 % door gras)
• diffusie door de atmosfeer (waaraan de lucht trouwens zijn blauwe kleur dankt)
• bewolking (hierbij is toch belangrijk dat hoge cirruswolken evenveel UV doorlaten als een heldere hemel !).

Tegen deze agressieve zonnestralen verdedigt de huid zich met beperkte middelen

De mens heeft zijn vacht alleen behouden op de hoofdhuid, waarschijnlijk als gevolg van zijn rechtopstaande houding. Daarom is de opperhuid, met haar verschillende lagen, onze eerste en belangrijkste verdediging. Deze rol is echter bescheiden en bovendien ongelijk verdeeld over de verschillende rassen. De huid verandert het traject van het zonlicht door vier gelijktijdige processen : weerkaatsing, verstrooiing, transmissie en vooral absorptie.

De hoornlaag, onze barrière met de omgeving, wordt dikker als gevolg van blootstelling aan de zon en beschermt ons door weerkaatsing, verstrooiing en absorptie.

De rol van melanine (eumelanines, feomelanines) is meer fundamenteel. Melanine zit in kleine korrels (melanosomen) die door gespecialiseerde cellen aangemaakt worden : de melanocyten. Deze bevinden zich dan weer in de onderste cellaag van de opperhuid en vormen lange uitlopers tussen de omliggende cellen. Bij stimulering door zonlicht, produceren zij de zo gegeerde pigmentatie.

Deze verhoogde melanineproductie beschermt ons door verstrooiing en absorptie en door haar werking tegen vrije radicalen. Deze bescherming varieert echter sterk naargelang ras en fototype.

De penetratie van het zonlicht in de huid kan schematisch als volgt voorgesteld worden : 90% van het UVB wordt tegengehouden en geabsorbeerd door de opperhuid ; 20 tot 30 % van het UVA en het zichtbare licht bereikt de lederhuid en wordt daar geabsorbeerd ; het infrarood dringt tot in het onderhuids vetweefsel door. De absorptie van de stralen leidt tot complexe interacties met diverse cellen en onderdelen van cellen, waarvan we de draagwijdte vaak pas beginnen te begrijpen. Daarom willen we slechts de best gekende vermelden: de effecten van UV op de huidcellen, met name op de keratinocyten, de Langerhanscelelen en de fibroblasten.

De keratinocyten zijn de belangrijkste bouwstenen van de opperhuid. Onder invloed van UV ondergaan zij functionele veranderingen die doen denken aan de karakteristieken van tumorcellen; secretie van adhesiemolecules, cytokines en andere actieve moleculen die de immunitaire reactie van de huid modifieren.

Langerhanscellen zijn antigeen-presenterende cellen en zijn bijgevolg erg belangrijk in de vroegtijdige fase van de immuunrespons. Zij worden onderdrukt zodat een vermindering van de lokale weerstand in de huid optreedt. Dit veroorzaakt ook een vermindering van de ontstekingsreacties in de huid , wat trouwens therapeutisch gebruikt wordt voor behandeling van bepaalde huidziekten in het kader van fototherapie.

De fibroblasten in de lederhuid worden onderdrukt met als gevolg een verminderde productie en een verhoogde afbraak van collageen.

Globaal kan je dus stellen dat UV zorgt voor een vervroegde celdood en voor belangrijke functionele en metabole veranderingen.

Biologische effecten

--> De vroegtijdige reacties worden over het algemeen als weldadig ervaren :

• het warmtegevoel als gevolg van de infraroodstraling
• de aanmaak van Vitamine D als gevolg van UVB: we hebben echter slechts een beperkte dosis UVB nodig op een beperkt huidgebied om reeds voldoende Vitamine D aan te maken.
• de klassieke 'avondteint', de vluchtige bruine kleur bij het begin van een zonnevakantie, is het gevolg van UVA en zichtbaar licht.
• Het antidepressief effect bij seizoensgebonden depressies is duidelijk aangetoond. Dit effect wordt niet veroorzaakt door UV op de huid , maar wel door invloed van zichtbaar licht op het oog. Zonnebank in de winter helpt dus niet om depressies te behandelen.

Lees ook: Winterdepressie: oorzaken, symptomen en remedies

--> De uitgestelde reacties zijn vooral te wijten aan UVB.

• Het zonne-erytheem of klassieke zonnebrand, voor velen een 'gloeiende' herinnering aan de vakantie, gaat van een lichte roodheid tot echte blaren. De ernst van deze zonnebrand is afhankelijk van de intensiteit en duur van de blootstelling aan de zon en van de huidskleur of het fototype. UVA verergert deze zonnebrand (fotoadditie). Dit verklaart waarom de zon aan het eind van de namiddag (weinig UVB maar veel UVA) de zonnebrand van ‘s middags verergert.

• De uitgestelde pigmentatie of het 'bruinen', voor sommige toeristen ongelukkig genoeg de hoofdmotivatie om de zon op te zoeken, begint 2 dagen na blootstelling aan de zon en is maximaal rond de 20ste dag, om dan geleidelijk af te nemen indien er geen verdere blootstelling meer plaatsvindt. Al de stadia van de melanogenese zijn bij dit proces betrokken. De stralen die doen bruinen, zijn dezelfde als de stralen die voor zonnebrand verantwoordelijk zijn, namelijk UVB. UVA-straling stimuleert eveneens de melanineproductie, doch vergt daartoe 1000 maal sterkere dosissen. Recente studies tonen aan dat DNA –schade (thymidine-dimeren) die latere aanleiding kan geven tot kankervorming een noodzakelijk element is om het bruinen op gang te brengen. Je kan dus bezwaarlijk stellen dat het natuurlijke bruinen de beste manier is om je huid tegen de zon te beschermen.

• Verdikken van de opperhuid is de belangrijkste bescherming tegen zonlicht, maar is net als de pigmentatie maar volop aanwezig na 20 dagen. Een hoge factor zonprotecti e blijft dus noodzakelijk gedurende de ganse klassieke 14d zonnevakantie.

• Onderdrukking van de immuniteit leidt tot een tragere genezing van wondinfecties, een verminderde efficiëntie van vaccinaties en opstoten van herpes labialis (koortsblaren) .

Lees ook: Koortsblaas of koortslip: oorzaak en behandeling

--> De laattijdige reacties zijn ronduit nefast . Ze zijn dosisafhankelijk en vooral cumulatief.

Huidveroudering als gevolg van de zon is vooral te wijten aan UVA-straling, gezien die in de lederhuid doordringt. Ook UVB en infrarood spelen een ongunstige rol. De 'zonne-elastose' die hiervan het gevolg is, veroorzaakt ontsierende huidveranderingen : een droge, verdikte, geelachtige huid met diepe rimpels en groeven, en bezaaid met bruine vlekken.

Lees ook: Rimpels?

• Het bevorderen van huidkanker is het meest ernstige gevolg van een overdreven blootstelling aan de zon.

Ze is vooral toe te schrijven aan UVB-straling, maar UVA en infrarood hebben een belangrijk additief effect. Deze huidkankers treffen vooral oudere mensen die verschillende risicofactoren cumuleren, zoals buitenshuis leven en werken, min of meer lange periodes in zonnige oorden, een bleek fototype,... Gewoonlijk vinden we huidkankers dan ook op de blootgestelde huid : gelaat, oren, nek, decolleté, bovenkant van de handen...

Gelukkig betreft het meestal basocellulaire epitheliomen die traag evolueren en alleen lokaal invasief zijn, met een beperkt risico op uitzaaiingen. Dit belet niet dat ze zeer mutilerend kunnen zijn indien ze niet behandeld worden. Het is de meest voorkomende huidkanker, maar zijn frequentie is sterk afhankelijk van leeftijd, geslacht, huidtype, breedtegraad van de plaats waar men woont, enz. Zo wordt zijn incidentie in IJsland op 10 op 100.000 geschat, in Frankrijk op 70/100.000 terwijl ze in Australië kan oplopen tot 450 op 100.000 ! In Engeland steeg de incidentie met 238% op 14 jaar tijd. In België hebben we gemiddeld 1 kans op 5 om in de loop van het leven een basocellulair epithelioma te krijgen. 90% van deze letsels komt voor bij bleke huidtypes. Gelukkig kan in de overgrote meerderheid van de gevallen volledige genezing bekomen worden met een eenvoudige heelkundige ingreep.

Het spinocellulaire epithelioom ontstaat gewoonlijk op een vooraf bestaand wratachtig letsel (seniele keratose, “ouderdomsvlek”, huidhoorn,...) dat verwaarloosd werd. Zijn incidentie varieert van 10 à 20/100.000 in Frankrijk tot 250/100.000 in Australië. De evolutie is hier sneller, met een reëel risico op uitzaaiingen en eventueel zelfs overlijden. Vroegtijdig heelkundig ingrijpen is de beste oplossing. Soms zijn echter zwaardere behandelingen nodig.

Tenslotte is er het maligne melanoom, het zwarte gezwel dat terecht angst aanjaagt, en dat in detail elders zal besproken worden.

Terwijl de zon wel degelijk noodzakelijk is voor ons lichamelijk en geestelijk evenwicht, blijft zij toch een gevaarlijke vriend die we niet te vaak en te intens moeten opzoeken, willen we niet vroeg of laat opdraaien voor de gevolgen.
Om dezelfde reden moet gewaarschuwd worden voor het overmatig gebruik van de zonnebank . De 'veiligheidsdrempel' van deze toestellen werd nog niet bepaald, maar de laattijdige neveneffecten van overmatig gebruik worden nu reeds zichtbaar. Frequent gebruik maken van de zonnebank is dus ten stelligste af te raden.

Lees ook: Melanoom: agressieve huidkanker

Lees ook: Geen zonnebank onder 18 jaar

UV-index

Wat betekent deze index ? Het is een internationale schaal die een aanwijzing geeft over de reële intensiteit van de zonnestralen en over de risico’s die met deze straling gepaard gaan.

In België wordt deze index op het middaguur gemeten in het Observatorium te Ukkel. Je kan bij de links onder dit dossier ook een live UV-index raadplegen.

Personen die hun vakantie in Frankrijk doorbrengen, kunnen in het televisiejournaal meer te weten komen over de index aldaar.

In deze tabel vindt u enkele cijfers ter illustratie :
(De zon (deel 10)» – Galderma Belgilux

stralende zon gesluierde zon licht bewolkt zwaar bewolkt
UV-index juni-juli 7-8 6-7 5-6 3-4
Zonnebrand na … minuten* 20 tot 40 min 25 tot 50 min 30 tot 60 min > 60 min
UV-index mei-augustus 6-7 5-6 4-5 2-3
Zonnebrand na … minuten* 25 tot 50 min 30 tot 60 min > 60 min > 60 min

bron: Dr. Mark Vandaele, Dr. Christian Pirard

Laatst bijgewerkt: mei 2021

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram