Vlaming is sportiever dan ooit

nieuws In vijf jaar tijd is het aantal sportactieven toegenomen van 51,6 tot 59,4 procent. Wandelen en fietsen zijn het populairst.

Het zijn geen nieuwe Tom Boonens of Kim Clijstersen die ons land rijker wordt, het zijn gewone mensen - jong en oud, dik of dun - die de laatste jaren massaal zijn beginnen bewegen. Ze doen het omdat ze zich beter willen voelen in hun vel of omdat ze sociale contacten willen leggen. Nauwelijks dertien procent van de 18- tot 75-jarige sporters noemt competitie als belangrijk motief voor sportbeoefening.

'In de jaren vijftig was het eerder uitzonderlijk om aan sport te doen, stilaan gaan we naar een tijd waarin het uitzonderlijk is om niet aan sport te doen', zegt Jeroen Scheerder, professor sportmanagement aan de KU Leuven. Hij verzamelde cijfers over recreatieve sportbeoefening in zijn boek 'Tofsport in Vlaanderen'.

'Initiatieven als Start to run, waarbij de deelnemers op eigen tempo een programma volgen om vijf kilometer te lopen, hebben de drempel om aan sport te doen verlaagd. De stijging in Vlaanderen is zo groot dat we kunnen we spreken van een tweede recreatiesportgolf.'

Een eerste recreatiesportgolf vond plaats in de jaren zeventig, toen de overheid massaal investeerde in openbare sporthallen en zwembaden. Onder meer dankzij het Start to run-project kon de Vlaamse Atletiekliga haar ledenaantal verdubbelen, van 17.876 in 2000 tot 36.103 in 2005. De Vlaamse Tennisvereniging zag haar ledenaantal toenemen van 114.984 in 2000 tot 150.348 in 2006.

'Deze federaties hebben succes omdat ze lidmaatschap op maat aanbieden', zegt Scheerder. 'De Vlaming beoefent zijn sport niet noodzakelijk meer in georganiseerd clubverband. De nieuwe Vlaamse sporter wandelt of loopt met vrienden, beklimt de Mont Ventoux met de fiets, of bezoekt een van de vele fitnesscentra.'

Opvallend is dat een handvol sporttakken verantwoordelijk is voor de spectaculaire stijging in de sportbeoefening. 'Het gaat om doodnormale sporten als wandelen, fietsen of lopen. ', zegt Scheerder.

Scheerder denkt dat het aantal sportende Vlamingen de komende jaren nog zal toenemen. 'Meer dan de helft van de mensen die nu nauwelijks of niet sportactief zijn, denkt eraan om op een recreatieve manier aan sport te gaan doen. Een vijfde van de bevolking zal wellicht nooit echt in actieve sport geïnteresseerd zijn.'