nieuws
Eén van de redenen waarom sommige vrouwen nog altijd aarzelen om borstvoeding te geven is de vrees dat hun borsten daardoor verslappen en ze ‘hangborsten’ zullen krijgen. Die vrees is totaal onterecht: borstvoeding doet je borsten niét verslappen. De zwangerschap zelf heeft wel een negatief effect op de borsten, en het wordt erger met elke zwangerschap. De borsten verliezen hun stevigheid na de bevalling, of de jonge moeder nu borstvoeding geeft of niet. Dit heeft vooral te maken met de uitbreiding van het melkklierweefsel en een grotere toevoer van bloed naar de borsten tijdens de zwangerschap, waardoor je borsten er groter en voller uit gaan zien. Na de borstvoedingsperiode komt het klierweefsel weer in een rustfase en neemt het vetweefsel toe. Bij sommige vrouwen worden de borsten dan kleiner, bij andere blijven ze wat groter en weer andere krijgen hun ‘oude’ borsten terug.
Sommige maatregelen kunnen helpen om de gevolgen van een zwangerschap op de borsten tot een minimum te beperken:
• Na de bevalling moet u dag en nacht een BH dragen, of u nu borstvoeding geeft of niet. Voor moeders die borstvoeding geven, bestaan er aangepaste BH’s.
• Bouw de borstvoeding na verloop van tijd geleidelijk af: op die manier blijven je borsten het stevigst omdat ze zich langzaam aan de veranderingen kunnen aanpassen.
• Behandel uw borsten met een hydraterende crème. Zorg er wel voor deze zalf niet aan te brengen op uw tepels als u borstvoeding geeft.
• Doe oefeningen om de borstspieren te verstevigen.
Oefening 1:
Plaats je handen vertikaal tegen elkaar, voor je borst, je ellebogen naar buiten gericht. Druk je handen tegen elkaar gedurende een seconde en ontspan voor een seconde. Herhaal dit 10 keer, een keer 's ochtends en een keer 's avonds.
Oefening 2:
Strek je armen zijwaarts uit en maak dan een rechte hoek, met je onderarmen naar boven. Breng je armen in die positie voor je borst, alsof je iets naar het midden toeduwt. Kan al staand of al liggen uitgevoerd worden, met of zonder gewichten.
 |
 |
