Hoe werkt een zwangerschapstest?

dossier Als je probeert zwanger te raken, zou je liefst elke dag een zwangerschapstest nemen. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Maar wanneer doe je dan het beste een zwangerschapstest?

Hoe werkt een zwangerschapstest?

Met behulp van een zwangerschapstest kan je nagaan of je al dan niet zwanger bent. De zwangerschapstesten die te koop zijn in de winkel meten de hoeveelheid zwangerschapshormonen (hCG) in je urine.

Als je zwanger bent, maakt je lichaam automatisch dit HCG-hormoon aan. Dit hormoon is terug te vinden in je bloed en in je urine. Vandaar dat bij een zwangerschapstest urine nodig is: een zwangerschapstest meet immers de hoeveelheid HCG van je urine en bepaalt op basis daarvan of je daadwerkelijk zwanger bent.

Hoewel het hCG zwangerschapshormoon al rond de achtste dag na de bevruchting wordt uitgescheiden, dat is vanaf het moment van de innesteling, is de hoeveelheid op dat moment meestal nog te klein om door een zwangerschapstest te worden opgespoord. Als je te vroeg test, bestaat dus de kans op een negatief resultaat terwijl je toch zwanger bent.

Wanneer doe je dan het beste een zwangerschapstest?

Wanneer je een zwangerschapstest het beste kan doen, hangt af van je cyclus.

• Als je een vrij regelmatige menstruatiecyclus hebt, kan je de test doen op de dag dat je overtijd bent. Dat is 28 dagen vanaf de eerste dag na je vorige menstruatie.

• Heb je een onregelmatige cyclus, dan wacht je beter tot de dag van je langste cyclus van het voorbije half jaar.

Sommige testen zijn zo gevoelig dat je ze tot 6 dagen voor je gemiste menstruatie kan gebruiken (dit is 5 dagen voordat je menstruatie zou moeten beginnen). Maar de kans op een fout resultaat is dan wel iets groter. Je kan dus beter een beetje geduld uitoefenen.