- nieuwsEen interactieve tentoonstelling om de mysteries van je darmen te begrijpen
- nieuwsSchoolvakanties, brugdagen en verlengde weekends in Vlaanderen 2024-2025
- dossierIJzerstapelingsziekte of hemochromatose: symptomen en diagnose
- dossierHoe kan je een middagdip voorkomen?
- dossierWat zijn de symptomen van uitdroging bij baby en kind?
Te koud om te werken?
nieuws Voor het werken in gesloten en doorlopend bezette ruimten zijn wettelijke minimumtemperaturen vastgelegd. Deze temperaturen zijn bepaald in functie van de aard van het werk (gaande van zeer licht tot zeer zwaar werk). Het metabolisme ‘M’ staat voor het energieverbruik van de werknemer.
Aard van het werk | M (kcal/uur) | Min. temp |
zeer licht werk | 90 | 20°C |
licht werk | 150 | 18°C |
halfzwaar werk | 250 | 15°C |
zwaar werk | 350 | 12°C |
Deze temperaturen moeten gemeten worden met een "droge" thermometer die doorgaans hogere waarden geeft dan een gewone thermometer.
Onder bepaalde voorwaarden mag het in lokalen waarin niet continu gewerkt wordt, toch kouder worden:
• na advies van de arbeidsgeneesheer en akkoord van het comité voor Preventie en Bescherming op het Werk;
• de werknemers moeten regelmatig in verwarmde lokalen kunnen vertoeven;
• de werknemers moeten uitgerust zijn met aangepaste beschermingsmiddelen.
Voor het bijzondere geval waar het geen koude van klimatologische oorsprong, maar wel van technologische oorsprong betreft, gelden dezelfde minimumtemperaturen. Ook dan moet aangepaste beschermingskledij voorzien worden (eventueel met ingebouwd verwarmingssysteem). Daarnaast kan de arbeidsgeneesheer een rusttijd voorschrijven die in een behoorlijk verwarmd lokaal moet doorgebracht worden.
Voor het werk in open werklokalen of in open lucht gelden er geen minimumtemperaturen. Wel moeten er tussen 1 november en 31 maart voldoende verwarmingstoestellen op die plaatsen voorzien zijn. Zodra het kouder wordt dan 5° C of als de weersomstandigheden het vereisen, moeten deze toestellen ook effectief worden gebruikt. Eventueel (mits akkoord van het comité Preventie en Bescherming op het Werk) mogen de verwarmingstoestellen zich binnen bevinden, zodat werknemers zich regelmatig kunnen gaan opwarmen.
Onder dezelfde voorwaarden dienen ook warme dranken verstrekt te worden.
Een bijzonder geval zijn de winkelbanken in open lucht.
Is het buiten kouder dan 5° C, dan mogen winkeluitbaters geen personeel tewerkstellen aan toonbanken of winkelbanken buiten of nabij de winkel. Bij een buitentemperatuur tussen 5 en 10° C moeten deze werknemers beschikken over een voldoende krachtige verwarming of een andere mogelijkheid om zich geregeld te kunnen verwarmen. Ze mogen bovendien enkel werken op een plankenvloer, waardoor rechtstreeks contact met de grond wordt voorkomen en zij zoveel mogelijk tegen weer en wind worden beschermd. Het werk buiten de winkel is ook beperkt in de tijd:
- niet vóór 8 uur of na 19 uur;
- niet langer dan 2 uur zonder onderbreking van minstens 1 uur;
- niet langer dan 4 uur per dag.