Arthroscopie: hoe verloopt een kijkoperatie van knie en schouder?

dossier

Arthroscopie betekent: in het gewricht kijken. Dit is meestal de knie, soms de schouder, de enkel en af en toe de elleboog, de pols of de heup. Met de arthroscoop kan de arts gewrichten van binnen controleren op beschadigingen (zoals gescheurd kraakbeen, gescheurde meniscus, gescheurde banden, gebroken bot, losse bot- of kraakbeenstukken, slijtage van het gewricht, ontsteking...). Met de gangbare onderzoeksmethoden, zoals röntgenonderzoek of echografie, is dit niet altijd mogelijk. Ten tweede wordt artroscopie ook gebruikt om deze letsels te behandelen.

De arthroscoop (letterlijk gewrichtskijker) is een instrument dat bestaat uit een buisje, waar fiberglasvezels doorheen lopen. Door deze vezels wordt met een sterke lamp het binnenste van het te onderzoeken gewricht verlicht. Via lenzen wordt het beeld geprojecteerd op een videoscherm.

Lees ook: Wat zijn de meest voorkomende knieblessures?

De operatie

De operatie vindt plaats onder algehele narcose of plaatselijke verdoving. Op de dag van de ingreep dien je nuchter te zijn, d.w.z. niet eten of drinken vanaf middernacht.
De arthroscoop wordt via een klein (1 cm) sneetje in het gewricht gebracht. De kijker wordt aangesloten op een videocamera, die weer verbonden is met een beeldscherm. De kijker wordt tevens aangesloten op een lichtkabel waardoor de binnenkant van het gewricht goed verlicht wordt.
Via een aparte aan- en afvoeropening wordt het gewricht voortdurend gespoeld met een zoutwateroplossing.
Tijdens de operatie kan een tangetje of schaartje in het gewricht worden gebracht om de ingreep uit te voeren. De duur van de behandeling is ongeveer 30 minuten.
Als het technisch niet mogelijk is de behandeling tijdens de arthroscopie uit te voeren, dan kan het nodig zijn het gewricht te openen met een grotere snee. Dit kan direct aansluitend aan de arthroscopie gebeuren, maar ook in een later stadium.
Na een eenvoudige arthroscopische ingreep kun je dezelfde dag al naar huis. In een aantal gevallen volgt nog een overnachting, bijvoorbeeld wanneer de pijn nog niet goed onder controle is.

Lees ook: Wat zijn de mogelijke oorzaken van een gezwollen knie?

Herstel

De operatiesneetjes worden afgeplakt met hechtpleister en afgedekt met gaas en verband.
Bij een algemene verdoving mag je de eerste 6 tot 8 uren na de operatie niets eten. Je mag wel, na de terugkomst van het operatiekwartier, een glas water drinken. Je mag de dagkliniek verlaten wanneer al de restverschijnselen van de verdoving zijn verdwenen. Dit is ongeveer 5 à 6 uren na de ingreep. Bij een lokale verdoving met een ruggenprik is het noodzakelijk dat je spontaan hebt kunnen plassen. Pijnstillers zijn soms nodig. Een eenvoudige pijnstiller als paracetamol is vaak voldoende. De arts zal je instructies geven over de nabehandeling van het gewricht, welke oefeningen goed zijn en welke bewegingen je moet vermijden. Soms is fysiotherapie nodig.

Soms mag het gewricht een tijdje niet belast worden, bijvoorbeeld na een arthroscopie van de knie of de enkel. In dat geval moet je eerst met krukken lopen. Bij een schouder- of elleboogarthroscopie krijg je een mitella (driehoekige doek).

Afhankelijk van de operatie, de grootte van de ingreep en individuele factoren zal je na ontslag nog enige tijd hinder kunnen ondervinden van het operatiegebied. Ook het hervatten van je dagelijkse activiteiten en de mogelijkheid om het gewricht weer normaal te kunnen gebruiken zijn daarvan afhankelijk. Zwelling als reactie op activiteit is een sein dat je het wat rustiger aan moet doen. De arts geeft je adviezen daarover.

Eén tot twee weken na de ingreep moet je op controle. De hechtpleisters mag je een week na de operatie zelf verwijderen. Douchen mag voor die tijd ook al maar de incisies moeten dan wel afgeplakt zijn omdat ze anders kunnen nabloeden. Soms is er een tweede controle nodig, als de genezing nog niet optimaal is. Na genezing zijn de huidwondjes vaak nog dik. Dit komt doordat het onderliggende kapsel ook geopend is en wat langere tijd nodig heeft om te genezen. Dit neemt drie tot vier weken tijd.

Mogelijke risico's en nevenwerkingen

Een arthroscopie is een zeer veilige ingreep waarbij zelden verwikkelingen optreden. Mogelijke complicaties zijn forse en langdurige zwelling, een bloeding in de knie en zeer zelden een gewrichtsontsteking. Zwelling kan behandeld worden met rust, het been hoog leggen en het gewricht behandelen met koude pakkingen. Bij gebrek aan koude pakkingen kun je een zak bevroren erwtjes uit de diepvries gebruiken. Een koude pakking mag je telkens ongeveer vijftien minuten op het gewricht plaatsen.

Wanneer een bloeding optreedt kun je contact opnemen met je arts. Rust en een drukverband zijn dan de behandeling. Ook bij plotselinge pijn moet je contact opnemen met de huisarts.

Omdat er ook bij de arthroscopie sneden in de huid worden gemaakt, is het mogelijk dat er een huidzenuw wordt beschadigd. De huid eromheen kan daarna een beetje verdoofd zijn of juist extra gevoelig. De ervaring leert dat deze klachten meestal in de loop van de tijd verdwijnen of geen last meer geven.

De bloeddrukband geeft soms klachten na de operatie, bijvoorbeeld een gevoel van kneuzing van de weefsels onder deze strakke band. Maar ook kan een huidzenuw bekneld geraakt zijn, zodat de huid eromheen een beetje verdoofd of juist extra gevoelig is geworden. Ook deze klachten verdwijnen meestal in de loop van de tijd.

Lees ook: Vocht in de knie: oorzaken en oefeningen

Arthroscopie van de knie

Het kniegewricht betaat uit twee botdelen, het scheenbeen en het dijbeen. De uiteinden daarvan zijn bedekt met een laagje kraakbeen, zodat de knie soepel beweegt. Deze kraakbeenlaag is elastisch en kan schokken en stoten opvangen. Verschillende aandoeningen in de knie (zoals meniscusscheuren, losse stukjes bot of kraakbeen, kruisbandscheuren, kraakbeenbeschadiginen en slijmvliesontsteking) kunnen met arthroscopie direct gezien worden zonder de knie helemaal open te snijden. 

Een meniscusscheur (voetbalknie) leent zich bij uitstek voor een arthroscopische behandeling. Alleen het gescheurde deel wordt verwijderd en het intacte deel blijft op zijn plaats. Dit is beter voor het gewricht omdat verwijdering van de gehele meniscus tot slijtage kan leiden. Losse stukjes kraakbeen en bot kunnen ook door middel van een arthroscopie worden verwijderd. Ook een kruisbandscheur kan in vele gevallen met arthroscopie worden behandeld.

Een groot voordeel van arthroscopische operaties is dat het herstel in het algemeen heel vlot verloopt en dat vrijwel altijd direct na de ingreep de knie weer volledig belast mag worden.

De operatie

Getty_kijkoperatie_knie_arthroscopie_2023.jpg

© Getty Images

Voor de ingreep wordt rond de knie een knelband aangelegd  om de operatiestreek bloedvrij te maken.
Via enkele kleine insneden aan de voorkant van de knie wordt de arthroscoop in het gewricht gebracht. Het gewricht wordt tijdens de arthroscopie met vocht gevuld, zodat er meer ruimte in het gewricht komt en het gewricht continu gespoeld kan worden. Via één of meerdere openingen kunnen instrumenten in het gewricht gebracht worden. Een eventuele operatie als behandeling van de vastgestelde gewrichtsschade kan met behulp van deze instrumenten binnen in het gewricht worden uitgevoerd.

Bij een reconstructie van een gescheurde kruisband kan gebruik worden gemaakt van het middelste deel van de dikke pees die tussen knieschijf en onderbeen loopt. De plaatsing van de pees met botblokjes van de knieschijf en het onderbeen, op de plaats van de oorspronkelijk voorste kruisband, vindt plaats met behulp van een kijkoperatie. Met een tunneltje in het scheenbeen en het dijbeen wordt de pees in de knie geplaatst en vastgezet met twee schroefjes. Soms wordt er een andere methode van vastzetten gekozen. De schroefjes hoeven er niet uitgehaald te worden. De operatie duurt ongeveer een half uur.

Herstel

Na de ingreep zal een drukverband rond de knie aangelegd worden. Het drukverband en de witte pleistertjes kun je er na drie dagen afhalen. De hechtstripjes mag je tien dagen na de operatie voorzichtig verwijderen. Het is verstandig om de knie vijf dagen droog te houden zodat de wondjes veilig dicht kunnen groeien. Je mag weer baden wanneer de pleisters eraf zijn en de wondjes droog.
  • Na de ingreep dien je enkele dagen met krukken (of eventueel met een looprek) te gaan. Als de knie door overbelasting weer wat dikker wordt, dien je je activiteiten te verminderen.
  • Minstens drie maal per dag neem je best gedurende 15 minuten de volgende houding aan: in zittende houding, het horizontaal gestrekt been ondersteunen ter hoogte van de voet en hierbij de knie laten 'doorhangen' zonder ondersteuning. De knie mag gebogen worden, maar vooral oefeningen waarbij het been gestrekt wordt zijn belangrijk. Hurken of de hiel naar de bil trekken wordt de eerste 6 weken afgeraden.
  • Om je beenspieren niet te veel te laten verzwakken door de tijdelijke rust is het goed om vanaf de dag van de operatie oefeningen te doen in overleg met de arts.

Afhankelijk van de operatie, de grootte van de ingreep en individuele factoren kan je na ontslag nog enige tijd wat hinder ondervinden in het operatiegebied. De mogelijkheden omtrent het hervatten van sport of andere activiteiten en de mogelijkheid om het gewricht weer normaal te kunnen gebruiken is voor iedereen verschillend. In het algemeen wordt twee weken aangehouden voor zittend werk en drie weken voor zwaarder werk. Sporthervatting kan ook variëren met het type sport. Het is niet verstandig contactsporten binnen een maand te hervatten. Je geneesheer kan je hieromtrent advies verstrekken.
Autorijden kan weer als je voldoende kracht en stabiliteit in het been hebt. Een test hiervoor is bijvoorbeeld het naar beneden lopen op de trap zonder de leuningen te gebruiken.

Afhankelijk van de operatie, de grootte van de ingreep en individuele factoren kan u na ontslag nog enige tijd wat hinder ondervinden in het operatiegebied. De mogelijkheden omtrent het hervatten van sport of andere activiteiten en de mogelijkheid om het gewricht weer normaal te kunnen gebruiken is voor iedereen verschillend. In het algemeen wordt twee weken aangehouden voor zittend werk en drie weken voor zwaarder werk. Sporthervatting kan ook variëren met het type sport. Het is niet verstandig contactsporten binnen een maand te hervatten. Uw geneesheer kan u hieromtrent advies verstrekken.
Autorijden kan weer als u voldoende kracht en stabiliteit in het been heeft. Een test hiervoor is bijvoorbeeld het naar beneden lopen op de trap zonder de leuningen te gebruiken.

Lees ook: Hoe effectief zijn pijnstillende gels en zalven bij spier- en gewrichtspijn?

Mogelijke complicaties

Een niet veel voorkomende complicatie na een operatie van de knie is het ontstaan van een trombosebeen of een longembolie. Als de kuit harder en pijnlijker aanvoelt, roder is of glanst, kan er sprake zijn van een trombosebeen. Neem bij twijfel contact op met je behandelend arts.

Lees ook: Longembolie: hoe gevaarlijk is een trombose in de longen?

Lees ook: Diepe veneuze trombose (DVT) of trombosebeen

Arthroscopie van de schouder

Het schoudergewricht bestaat uit vijf onderdelen: de kop en de kom, de pezen, de slijmbeurs en daarboven het dak van bot. De kop en de kom van de schouder zijn opgebouwd uit bot met een laagje kraakbeen. De kom van de schouder is relatief klein, maar de kop kan goed bewegen. Aan de kom en de kop hechten verschillende pezen vast, waardoor de schouder kan bewegen. Deze pezen lopen over de schouderkop en onder het dak van de schouder. Onder dit dak bevindt zich een ruimte, gevuld met een beetje vocht, die ontstoken kan zijn. Deze ontsteking kan verschillende oorzaken hebben. Soms ontstaan de klachten door een val op de schouder. Vaak komen de klachten heel langzaam op, bijvoorbeeld als gevolg van een probleem van de pezen. De klachten die kunnen wijzen op een slijmbeursontsteking uiten zich door pijn rondom de schouderkap, pijn uitstralend naar de nek en de bovenarm, wakker worden bij het liggen op de schouder of pijn bij het heffen van de arm.

Lees ook: Schouderpijn: artrose in de schouder

De operatie

In principe gebeurt deze ingreep onder een algemene verdoving omdat de operatie uitgevoerd wordt met de patiënt in zijligging en deze positie kan moeilijk door een bewuste patiënt langdurig verdragen worden.
Om in het schoudergewricht te kunnen kijken worden er meestal twee kleine sneetjes gemaakt van ongeveer een centimeter. Door het ene gaatje kan de kijkbuis worden geschoven en door het andere gaatje kan een werkinstrument worden ingebracht, zoals een paktangetje of een knipschaartje.
In eerste instantie wordt in het gewricht zelf gekeken. Er kan worden gevoeld of er scheuren zijn. Problemen met de pezen, zoals een scheur, kunnen worden gezien vanaf de binnenkant van het gewricht. Vervolgens wordt de kijkbuis onder het dak van de schouder geplaatst.
Bij een slijmbeursontsteking wordt de slijmbeurs schoongemaakt met een ‘zuigbuisje’. De pezen kunnen nu van bovenaf worden gezien. Bij een scheur in de pezen is het afhankelijk van het soort scheur en de grootte of het direct behandeld moet worden of bij een volgende operatie. Om nu meer ruimte te geven aan de pezen die onder het dak lopen, wordt er met een slijptol een randje bot verwijderd aan de onderzijde van het dak.
Direct na de operatie worden de wondjes dichtgehecht. Hier overheen worden witte pleisters geplakt en daarna nog een groot absorberend verband.

Herstel

Normaal moet je tot de volgende dag in het ziekenhuis blijven. Het verband mag er dezelfde dag af en de witte pleisters mag je er na drie dagen afhalen. Hierna kun je gewoon douchen.
De eerste 24 uur zijn het meest vervelend. De verdoving die apart in je schouder werd gezet kan nog voor wat pijnverlichting zorgen, maar het is belangrijk dat je de pijnmedicatie regelmatig inneemt. De eerste twee weken kunnen ook onaangenaam zijn. Soms hebben patiënten in het begin het gevoel dat de klachten alleen maar verergerd zijn. Hierna nemen de klachten langzaam af. De hechtingen kunnen na 10 tot 14 dagen worden verwijderd tijdens de controle. Baden mag je weer wanneer de pleisters eraf zijn en de wondjes droog. Je verlaat de kliniek met een mitella. Deze doe je vanaf de eerste dag elk uur even af om de elleboog op en neer te laten bewegen. De schouder laat je rustig bengelen. Naarmate de dagen vorderen moet je steeds verder kunnen bengelen met de arm. Hierbij is het belangrijk dat je met je lichaam voorovergebogen blijft staan. Neem de tijd voor de oefeningen die je van de fysiotherapeut leert. Tijdens de controle zal worden bekeken of de mitella af kan. Je kunt na gemiddeld 6 weken je arm weer zodanig heffen dat autorijden mogelijk is. Na gemiddeld drie maanden kan je arm weer helemaal omhoog.

Lees ook: Schouderluxatie: arm uit de kom

Mogelijke complicaties en risico’s

Een kijkoperatie van de schouder heeft dezelfde risico’s als elke andere operatie. Eventuele complicaties die optreden zijn een bloeduitstorting of een infectie.

Bronnen:
https://www.amphia.nl
https://www.azstvdeinze.be


Laatst bijgewerkt: augustus 2023

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram