Kinderziekten en hun symptomen

dossier

Bijna ieder kind heeft weleens vlekjes of blaasjes op de huid. Vaak betreft het één van de 'bekende' kinderziekten. Deze ziekten zijn meestal het gevolg van een besmetting met een virus of bacterie.
Veel ziekten komen voortdurend voor onder de bevolking en zijn zo besmettelijk dat kinderen bij een eerste contact de ziekte krijgen. Daarom worden ze kinderziekten genoemd.
Het lichaam vormt bij het eerste contact antistoffen waardoor een tweede keer ziek worden zelden of nooit voorkomt.





  • Virale kinderziekten: bof, mazelen, rode hond, vijfde ziekte, waterpokken en zesde ziekte.
  • Bacteriële kinderziekten: kinkhoest,hersenvliesontsteking en roodvonk.



Infecties met bacteriën kunnen doorgaans bestreden worden met medicijnen. Tegen virussen bestaan geen geneesmiddelen, maar het is mogelijk de natuurlijke afweer tegen een virus een handje te helpen door een inenting.

Lees ook: Welke kinderziekten met vlekjes zijn er?

1. Waterpokken of windpokken (varicella)

Bijna iedereen krijgt als kind waterpokken, meestal in de winter of de vroege lente.
Water- of windpokken worden veroorzaakt door het zoster-varicella-virus, dat tot de familie van de herpesvirussen behoort. Huiduitslag is het eerste, kenmerkende verschijnsel van de infectie. Wie de ziekte heeft gehad, is levenslang immuun. Maar het virus blijft in de zenuwcellen van het lichaam latent aanwezig en kan op een later tijdstip weer actief worden en gordelroos of zona (herpes zoster) veroorzaken.
Waterpokken is een erg besmettelijke ziekte. Ze worden overgedragen door de minuscule druppeltjes die in de lucht worden verspreid als iemand niest of hoest. Ook door contact met het vocht uit de blaasjes kan het virus worden overgedragen. Daarna duurt het twee tot drie weken voordat de vlekjes ontstaan. De ziekte is heel besmettelijk, vanaf één dag voordat de vlekjes zichtbaar worden totdat de blaasjes zijn ingedroogd. Dit duurt ongeveer tien dagen.
Omdat de waterpokken en gordelroos door hetzelfde virus worden veroorzaakt, kun je als volwassene met gordelroos je kind besmetten met de waterpokken en andersom.

Lees ook: Varicella of windpokken: symptomen en behandeling

Symptomen
De eerste verschijnselen doen zich gewoonlijk twee tot drie weken na de besmetting voor. Bij een kind zijn de verschijnselen meestal vrij licht:
- koorts,
- hoofdpijn
- huiduitslag op de romp die zich verspreidt naar het gezicht en de hoofdhuid. De plekjes ontwikkelen zich tot duidelijk zichtbare blaasjes, die vervolgens uitdrogen en korstjes vormen. Gedurende de eerste dagen komt de huidslag in drie tot vier 'golven' op. De blaasjes kunnen erg jeuken, maar als het kind ze niet openkrabt, vallen de korstjes later af zonder littekens achter te laten.

Lees ook: Koortsblaas of koortslip: oorzaak en behandeling

Behandeling
Kinderen genezen meestal na enkele dagen zonder enige nawerking. Volwassen lopen het meeste risico op complicaties (zoals longontsteking en, in een heel enkel geval, ontsteking van het zenuwstelsel) en kunnen ook ernstige klachten hebben, zoals zware hoofdpijn, koorts, hevige pijn in de rug of over het hele lichaam. Ook bij personen met een verminderde afweer - bv. kinderen die behandeld worden tegen kanker - kan de ziekte ernstiger zijn.
Vermits de ziekte veroorzaakt wordt door een virus hebben antibiotica geen zin. Bij gezonde kinderen kan worden volstaan met bestrijding van de jeuk. Dat is belangrijk om te voorkomen dat kinderen de blaasjes openkrabben en zo littekens veroorzaken. Houd de nagels schoon en kort en zorg dat uw kind zich niet krabt. Door krabben wordt de jeuk erger en kunnen infecties en littekens ontstaan. Uw kind mag gewoon in bad of onder de douche. Bij pijnlijke blaasjes in de mond kan een waterijsje of koude drank de pijn tijdelijk verzachten.
Eventueel kan een koortswerend middel worden gegeven.
Er bestaat een vaccin tegen waterpokken dat echter niet tot het aanbevolen vaccinatieschema behoort.
Bij volwassenen met waterpokken kan een antivirale therapie met aciclovir worden gegeven.
Waterpokken zijn vooral gevaarlijk voor pasgeborenen wanneer hun moeder in de periode rond de bevalling de ziekte zou krijgen. De pasgeborene kan dan levensgevaarlijk ziek worden. Een directe ziekenhuisopname en een dringende behandeling zijn dan aangewezen.

Lees ook: Zona of gordelroos: een pijnlijke huiduitslag

Lees ook: Alles wat je moet weten over windpokken als je zwanger bent

2. Rode hond (Rubella)

Rodehond wordt veroorzaakt door een virus (het rubella-virus). Iedereen die niet immuun is, kan de ziekte op elke leeftijd krijgen. Rodehond is doorgaans niet ernstig voor kinderen, maar kan wel gevaarlijk zijn voor volwassenen. Vrouwen die in de eerste maanden van hun zwangerschap met rodehond besmet worden, hebben een grote kans op een miskraam of een baby met aangeboren afwijkingen.
Rodehond wordt overgebracht door hoesten of niezen of zelfs praten (via druppeltjes uit de ademhalingsorganen). Besmette druppeltjes kunnen ook via de handen, via bestek en bekers of via het speelgoed op anderen worden overgedragen. Na besmetting duurt het twee tot drie weken voordat de ziekteverschijnselen optreden. Rode hond is besmettelijk vanaf 10 dagen vóór tot 7 dagen na het uitbreken van de vlekjes.
De ziekte wordt tijdens de zwangerschap ook overgedragen van moeder op kind (via de placenta) en kan dan leiden tot aangeboren afwijkingen.

Lees ook: Rodehond of rubella: symptomen, verloop en behandeling

Symptomen
Rode hond begint vaak met een verkoudheid. De symptomen die twee tot drie weken na de besmetting optreden zijn onder meer:
• plotseling opkomende uitslag, eerst in het gezicht, later over het hele lichaam. De vlekjes hebben een bleekroze kleur en jeuken niet.
• korts
• gezwollen klieren
• pijn en zwellingen in de gewrichten (artritis) of oogbindvliesontsteking (conjunctivitis)

Lees ook: Rood oog: oorzaken en behandeling van een oogontsteking (conjunctivitis)

Behandeling
Rodehond is voor jonge kinderen een vrij onschuldige aandoening. De vlekjes verdwijnen na enkele dagen spontaan en er treedt zelden hoge koorts op. Verzorg het kind als bij een flinke verkoudheid. Geef het veel te drinken. Uw kind mag gewoon naar school. Meld de besmetting op school of op het kinderdagverblijf zodat andere ouders gewaarschuwd kunnen worden over een mogelijke besmetting.
Als niet-immune vrouwen tijdens de eerste drie maanden van hun zwangerschap met rodehond worden besmet, is er tachtig procent kans dat de baby daarvan gevolgen ondervindt. Baby’s van wie de moeder tijdens de zwangerschap besmet is geraakt met rodehond, kunnen geboren worden met afwijkingen aan of misvorming van de ogen, het hart of de oren.

Vaccinatie
Er bestaat een vaccin tegen rodehond, gecombineerd met een vaccin tegen mazelen en bof. Het vaccinatieschema omvat een dosis drievoudig vaccin op de leeftijd van 15 maanden. Wanneer het kind het lager onderwijs begint, moet de vaccinatietoestand worden gecontroleerd en wordt een inhaalvaccinatie gegeven aan de kinderen die het vaccin nog niet gekregen hebben.
Op de leeftijd van 11-12 jaar moet een tweede dosis vaccin toegediend worden.
Grootschalige vaccinatie van kinderen gaat verspreiding van de ziekte tegen en vermindert dus ook het risico voor zwangere vrouwen.
Vrouwen in de eerste helft van de zwangerschap die niet tegen rode hond zijn ingeënt en de ziekte niet hebben doorgemaakt, krijgen het advies bij een mogelijke besmetting direct met de huisarts contact op te nemen.

Lees ook: Zwangerschap en infectieziekten

Lees ook: Infectieziekten (overzicht) en hun vaccinaties

3. Mazelen (Morbilli)

123-tek-anatom-mazelen-07-171.jpg
Mazelen is een zeer besmettelijke en ernstige ziekte veroorzaakt door een virus (groep pseudomyxovirussen). Het verspreidt zich via vochtdruppeltjes en door direct contact met afscheiding uit de neus en de keel. Mazelen kan worden overgedragen van zes tot drie dagen vóór tot ongeveer een week ná het verschijnen van de huiduitslag.
Mazelen is van 1982 tot 1998 van 714 naar 23 per 100.000 gedaald, dank zij de systematische vaccinatie met het mazelen-bof-rubellavaccin.
De gevoeligste periode is van één tot zes jaar. De ziekte is het ernstigst bij kinderen jonger dan drie jaar.

Lees ook: Hoe herken je mazelen en wat als je in contact komt?

Symptomen
De incubatieperiode (van het moment van besmetting totdat er ziekteverschijnselen optreden) is acht tot veertien dagen.
• De symptomen lijken op die van een zware verkoudheid: een loopneus, hoesten, niezen, ontstoken ogen, zere keel en hoge koorts (tot 40°C).
• Daarnaast kunnen symptomen als neusbloeden, misselijkheid en diarree optreden.
• Rond de derde dag gaat de temperatuur van uw kind omlaag en verschijnen er kleine witte, op zoutkorreltjes lijkende vlekjes in de mond.
• Op de vierde of vijfde dag verschijnt de eerste huiduitslag. Eerst in de vorm van kleine, iets opgezette rode vlekjes op het voorhoofd en achter de oren. Deze vlekjes verspreiden zich geleidelijk aan over de rest van het lichaam, behalve over de armen en benen. Naarmate de uitslag zich verder verspreidt, worden de vlekjes groter en vloeien ze in elkaar over.
• Rond de zesde dag begint de uitslag af te nemen. Na een week zijn alle symptomen meestal verdwenen.

Complicaties van mazelen zijn onder andere encefalitis (herseninfectie), longontsteking, oorontsteking, enz.

Lees ook: Hoe mazelen het immuunsysteem wist

Behandeling
• In de meeste gevallen is het belangrijk om de temperatuur van het kind onder controle te houden om koortsstuipen te voorkomen. Geef bij voorkeur paracetamol.
• Bij koorts moet het kind veel drinken.
• Als uw kind klaagt over geïrriteerde ogen, maak de kamer dan zo donker mogelijk en dep de ogen eventueel met lauw water.
• Kinderen die verzwakt zijn door de mazelen, zijn gevoeliger voor andere ontstekingen van de oren en de borst. Het is dus belangrijk dat u eventuele veranderingen in het verloop van de ziekte goed in de gaten houdt en uw huisarts daar direct van op de hoogte stelt.

Lees ook: Mazelen in opmars: ben jij gevaccineerd?

Vaccinatie
Het vaccinatieschema omvat een dosis drievoudig vaccin op de leeftijd van 15 maanden. Wanneer het kind het lager onderwijs begint, moet de vaccinatietoestand worden gecontroleerd en wordt een inhaalvaccinatie gegeven aan de kinderen die het vaccin nog niet gekregen hebben.
Op de leeftijd van 11-12 jaar moet een tweede dosis vaccin toegediend worden.
Om de uitroeiing van mazelen te bereiken en elk risico op epidemie te vermijden is het nodig enerzijds dat de vaccinatiegraad van de eerste dosis 95 % bereikt en aanhoudt bij kinderen tot 24 maanden en anderzijds dat het tijdsverloop tussen de eerste en de tweede dosis tot 4-5 jaar beperkt wordt. De recentste evaluaties van de vaccinatiegraad, uitgevoerd in 1999, tonen aan dat hij in België voor de eerste dosislager ligt dan 84 %. Een verbetering van de bescherming door middel van een verhoogde vaccinatiegraad is dus onontbeerlijk.
Dit vaccin wordt gratis ter beschikking gesteld door de Vlaamse Gemeenschap.

Lees ook: Infectieziekten (overzicht) en hun vaccinaties

4. Bof (Parotitis epidemica)

123-bof-parotitis-02-19.jpg

www.vaccineinformation.org

Parotitis epidemica is een virusinfectie (paramyxovirus). Men kan de ziekte slechts eenmaal krijgen.
Bof komt meestal voor bij kinderen en jong volwassenen. Maar ook ouderen kunnen het oplopen. Voor er een vaccin beschikbaar was, kreeg vrijwel elk kind de bof. Tussen 1982-1983 en 1997-1998 is bof in Vlaanderen van 548 naar 43 per 100.000 inwoners gedaald dank zij de systematische vaccinatie met het mazelen-bof-rubellavaccin
Bof wordt overgedragen door inademing van vochtdruppeltjes die de bovenste luchtwegen infecteren, en door direct contact met een besmet iemand. Kenmerkend is een periode van 14 tot 21 dagen tussen besmetting en het ontstaan van de ziekte (meestal 18 dagen). De infectie is overdraagbaar van zes dagen vóór tot negen dagen na dat de zwelling in het gezicht zichtbaar is geworden.

Symptomen
• lichte tot hoge koorts;
• hoofdpijn, spierpijn, keelpijn, pijn bij het kauwen.
• aangezichtspijn;
• zwelling van de oorspeekselklier (bij de kaakhoek);
• zwelling van de slapen of kaak.

Bof kan ernstige complicaties veroorzaken, zoals meningitis; een ontsteking van de zaadballen (orchitis), wat kan leiden tot steriliteit; ontsteking van de eierstokken wat zeer zelden voorkomt; ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis), de schildklier, het hart, de lever, pijn in een van de grote gewrichten en tijdelijke nierfunctiestoornissen zijn meer zeldzame complicaties, die meestal geen ernstige gevolgen hebben. Er bestaat een verhoogd risico op een miskraam als een zwangere vrouw tijdens de zwangerschap bof oploopt.

Behandeling
De symptomen verdwijnen meestal binnen 1-2 weken. Vermits het een virusinfectie is, hebben antibiotica geen zin.
De behandeling is voornamelijk gericht op verlichting van de symptomen maar niet op genezing van de ziekte.
• Eventueel een pijnstiller
• Warme kompressen tegen de zwelling kunnen verzachtend werken.
• Vloeibaar voedsel
• Rust houden en extra veel drinken.

Vaccinatie
Het vaccinatieschema omvat een dosis drievoudig vaccin op de leeftijd van 15 maanden. Wanneer het kind het lager onderwijs begint, moet de vaccinatietoestand worden gecontroleerd en wordt een inhaalvaccinatie gegeven aan de kinderen die het vaccin nog niet gekregen hebben.
Op de leeftijd van 11-12 jaar moet een tweede dosis vaccin toegediend worden.
Dit vaccin wordt gratis ter beschikking gesteld door de Vlaamse Gemeenschap.

Lees ook: Infectieziekten (overzicht) en hun vaccinaties

5. Kinkhoest (pertussis)

Kinkhoest is een ernstige en besmettelijke ziekte van de luchtwegen veroorzaakt door een bacterie (Bordetella pertussis of bacil van Bordet-Gengou). Kinkhoest is besmettelijk gedurende de eerste 3-4 weken van de ziekte. De incubatietijd is 7 tot 14 dagen.
De bacterie verspreidt zich via kleine, in de lucht zwevende vochtdruppeltjes uit de neus en mond van zieke kind (aanhoesten). Er zijn meerdere virussen en bacteriën die een op kinkhoest gelijkend ziektebeeld kunnen veroorzaken. De hoestaanvallen zijn minder hevig en het karakteristieke gieren ('kinken') ontbreekt.

Lees ook: Kinkhoest: symptomen, preventie en behandeling

Symptomen
• in het begin een gewone verkoudheid met niezen, lichte koorts en prikkelhoest,
• vervolgens ontstaan hevige, plotseling opkomende hoestbuien, gepaard gaande met een gierend geluid en het opgeven van taai slijm
• het kind kan hierbij blauw aanlopen
• eten veroorzaakt vaak hoestaanvallen, waarbij het voedsel wordt uitgebraakt
• ook `s nachts treden uitputtende aanvallen op
• de hoestaanvallen kunnen 3 tot 4 maanden blijven doorgaan.

De complicaties kunnen ernstig zijn, vooral bij kinderen jonger dan 6 maanden. Hoe jonger het kind des te ernstiger zijn vaak de complicaties. Zuigelingen kunnen een hersenbeschadiging oplopen ten gevolge van een zuurstoftekort bij langdurige hoestbuien.

Behandeling
Contacteer onmiddellijk de arts. Die zal waarschijnlijk een antibioticum voorschrijven om verdere besmetting te vermijden. Antibiotica helpen echter niet tegen de hoestaanvallen.
Het komt er vooral op aan om de hoestaanvallen te voorkomen of te milderen. Hoestsiropen helpen daarbij niet.
• probeer het kind zo rustig mogelijk te houden tijdens een hoestbui omdat bij gespannenheid de ademhaling moeilijker verloopt
• zet het kind rechtop in bed
• indien eten braakneigingen opwekt, geef dan kleine porties licht verteerbaar voedsel

Lees ook: Waarom moeten zwangeren zich laten vaccineren tegen kinkhoest?

Vaccinatie
De veralgemeende vaccinatie tegen kinkhoest sedert 1960 heeft de ziekte doen afnemen maar heeft de verdeling ervan per leeftijdsgroepen gewijzigd. Op dit ogenblik betreffen de gevallen vooral jonge kinderen van minder dan zes maand, adolescenten en jonge volwassenen.
De vaccinatie tegen kinkhoest wordt meestal gegeven samen met de vaccinaties tegen Haemophilus influenzae b (Hib), tegen difterie en tegen tetanus (DTP), en tegen polio.
Deze eerste vaccinatie bestaat uit vier dosissen op 2, 3, 4 en 13 maanden. Gelet op de ernst van kinkhoest bij zuigelingen is het belangrijk het begin van deze vaccinatie niet uit te stellen.
In geval van belangrijke ongewenste reacties (koorts boven de 40,5°C binnen de 48 uur na de vaccinatie, stuipen met of zonder koorts binnen de 3 dagen, aanhoudend schreien, shocktoestand, encefalopathie binnen de 7 dagen) is het tegenaangewezen de vaccinatie tegen kinkhoest voort te zetten.
Thans zijn twee types kinkhoestvaccins beschikbaar: de vaccins op basis van volledige cellen (Pw-vaccins) en de acellulaire vaccins (Pa-vaccins).
De vaccins met volledige cellen hebben het mogelijk gemaakt kinkhoest onder controle te houden. Ze veroorzaken echter vrij vaak ongewenste effecten. Daarom is het aanbevolen geen enkele vaccinatie tegen kinkhoest na de leeftijd van 12 maanden te starten of na de leeftijd van 24 maanden verder toe te dienen. Deze vaccins blijven een aanvaardbaar alternatief wanneer acellulaire vaccins niet beschikbaar zijn.
Het gecombineerde DTPw-IPV vaccin en het DTPw-vaccin wordt gratis ter beschikking gesteld door de Vlaamse Gemeenschap.
De nieuwe acellulaire kinkhoestvaccins (Pa) hebben minder bijwerkingen en kunnen tot de leeftijd van zeven jaar toegediend worden. In Vlaanderen wordt dit vaccin aanbevolen voor de herhalingsvaccinatie op 13 maanden en op 4-6 jaar. Gelet op de kostprijs wordt dit vaccin voorlopig niet gratis ter beschikking gesteld, maar dit zou in nabije toekomst wel kunnen gebeuren.

Lees ook: Vaccinaties in 20 vragen

Lees ook: Wie moet zich laten vaccineren tegen kinkhoest (Pertussis)?

6. Zesde ziekte (Roseola infantum)

De 'zesde ziekte' komt alleen voor bij kinderen tussen de 6 maanden en drie jaar. Het kind heeft plotseling hoge koorts (tot 40°C). Soms zijn de klieren in de hals en achter de oren opgezet. Na drie tot vijf dagen daalt de temperatuur snel. Er ontstaan dan kleine lichtrode vlekjes in het gezicht en de nek, en later ook op de romp. De vlekjes jeuken niet. De uitslag verdwijnt binnen een tot twee dagen.
De zesde ziekte wordt door een virus veroorzaakt. Waarschijnlijk wordt het virus bij hoesten en praten via druppeltjes in de lucht overgedragen. Na de besmetting duurt het nog een aantal dagen voordat het kind ziek wordt. Het is onduidelijk in welke periode de ziekte besmettelijk is.
De ziekte gaat binnen enkele dagen vanzelf over. Het is niet nodig de koorts te verlagen, de koorts kan namelijk geen kwaad. Als een kind zich erg ziek voelt of slecht drinkt, kunt u eventueel paracetamol geven.
Geef een kind met koorts veel te drinken. Zorg dat uw kind genoeg rust krijgt. Het hoeft niet in bed te blijven en mag ook naar buiten. Het lichaam moet de warmte kwijt kunnen. Kies daarom dunne kleding die losjes om het lichaam zit.

Lees ook: Wat is de zesde ziekte?

7. Vijfde ziekte (Erythema infectiosum of Parvo B19)

De vijfde ziekte komt vooral voor bij kinderen van 4 tot 10 jaar, meestal in het voorjaar of de vroege zomer. Het kind krijgt rode wangen met grillige, rozerode vlekjes. De uitslag breidt zich uit naar romp, billen, armen en benen. De vlekjes vloeien samen tot grotere vlekken. Het kind kan wat koorts en jeuk hebben, maar voelt zich verder niet ziek. Na ongeveer tien dagen is de uitslag verdwenen. Bij warmte, kou, inspanning of stress kunnen de vlekjes tijdelijk terugkomen.
De vijfde ziekte wordt door een virus veroorzaakt en is licht besmettelijk. Het virus wordt bij hoesten en praten via druppeltjes in de lucht overgedragen. Na de besmetting duurt het ongeveer twee weken voordat de vlekjes optreden. Het kind kan de ziekte op anderen overdragen in de week voordat de vlekjes verschijnen. Zodra de vlekjes zichtbaar worden is het niet meer besmettelijk.
De ziekte gaat vanzelf over, zonder ernstige ziekteverschijnselen. Een kind dat de vijfde ziekte eenmaal heeft gehad, kan de ziekte nooit meer krijgen. Er bestaat geen enkele behandeling. Eventueel kan op de huid een jeukwerend poeder worden aangebracht. Het kind mag gewoon naar school.
Vrouwen die in de eerste helft van de zwangerschap de vijfde ziekte krijgen, hebben een iets verhoogde kans (9% ) op een miskraam of een doodgeboren kindje. U kunt zich hier niet tegen beschermen. De ziekte is immers besmettelijk in de week voordat de uitslag optreedt en de ziekte herkend wordt. Deze vrouwen krijgen het advies met hun huisarts contact op te nemen.

Lees ook: De vijfde kinderziekte (erythema infectiosum)

8. Pseudokroep

Pseudokroep (valse kroep) komt vooral voor bij kinderen van 6 maanden tot vijf jaar, meestal bij een verkoudheid. Een eerste aanval van pseudokroep is een beangstigende ervaring.
Een aanval verloopt bijna altijd op dezelfde manier. Het kind is niet ziek, soms alleen verkouden. Laat in de avond of vroeg in de nacht wordt het huilend wakker. Het kind is dan benauwd. Het inademen gaat moeilijk en gaat gepaard met een gierend geluid. Het kind heeft een luide blafhoest en is soms hees. Het kind heeft geen of nauwelijks koorts.
Pseudokroep wordt door een virus veroorzaakt. De slijmvliezen van de stembanden en bovenste luchtwegen raken ontstoken en zwellen op. Daardoor wordt het kind hees, gaat hoesten en krijgt moeite met inademen. Angst en huilen maken het ademhalen nog moeilijker.Het is een typische blafhoest, (gelijkt op het geluid van een zeehond) en de ademhaling heeft een piepend geluid bij inademen.

Sommige kinderen zijn gevoelig om herhaaldelijk pseudo-kroepklachten te ontwikkelen. In enkele gevallen kan de benauwdheid wel zo erg zijn dat het verstandig is meteen uw arts te raadplegen.
Maar over het algemeen is het een onschuldige (virus)infectie.
Men kan de sypmtomen milderen door het kind gerust te stellen (geraak zelf niet in paniek). Bij erg wenen en schreeuwen kunnen de slijmvliezen meer zwellen. Warme stoom doen de symptomen afnemen (vb heet water in douche of bad laten lopen).
Meestal merk je de dag nadien niets meer.
Zoals bij alle virusinfecties zal uw kind meer weerstand hebben als het goed uitgerust is,genoeg gezonde en gevarieerde voeding krijgt. Veel preventie is er niet.

Lees ook: Wat is valse kroep en wat kan je eraan doen?

Lees ook: Wat kan je doen als je kind ’s nachts blijft hoesten?

9. Roodvonk (Scarlatina)

Roodvonk (Scarlatina) is een felle keelontsteking veroorzaakt door een bacterie (streptokokken). Roodvonk kan op elke leeftijd voorkomen, maar vooral bij kleuters.
Het begint met plotse hevige koorts en keelpijn. De amandelen zijn gezwollen en ontstoken. Vaak ook hoofdpijn en soms braken. Na enkele dagen verschijnen in de hals en de oksels kleine rode puntjes die zich geleidelijk aan over het hele lichaam verspreiden. Heel typisch is de dikke, aardbeirode tong. Na 1 tot 3 weken treedt vervelling van de handpalmen en voetzolen op.
De ziekte geneest spontaan na enkele dagen zonder restletsels. Eventueel kan de arts antibiotica voorschrijven.
Er bestaat geen vaccin tegen deze ziekte.

Lees ook: Roodvonk (scarlatina): keelpijn met huiduitslag

Lees ook: Wat kan je doen als je kind keelpijn heeft?


Laatst bijgewerkt: november 2022

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram