- dossierSlaapregressie: als je kindje plots slecht slaapt
- dossierSlecht of wazig zicht: zo kan je oogproblemen bij kinderen herkennen
- dossierWat is RSV en waarom belanden zoveel baby's met RSV in het ziekenhuis?
- videoWat moet je eten om groter te worden?
- nieuwsWeinig bekend maar wijdverspreid: onze expert beschrijft HPV van A tot Z
Infectieziekten (overzicht) en hun vaccinaties
dossier
In dit dossier krijg je een overzicht van veel voorkomende infectieziekten en hun mogelijke vaccinaties.
Volgende ziekten worden besproken:
Poliomyelitis (kinderverlamming)
Difterie of kroep
Tetanus of klem
Pertussis of kinkhoest
Haemophilus influenza type b (Hib)
Hepatitis B (een vorm van geelzucht)
Hepatitis A
Mazelen - Morbilli
Bof - Dikoor
Poliomyelitis (kinderverlamming)
Polio is een zeer ernstige infectieziekte veroorzaakt door een virus.
Polio kan leiden tot:
o spierverlammingen (van armen en benen, buikspieren, slikspieren en ademhalingsspieren)
o spierverkorting en beenmisvorming (vooral bij kinderen in de groeiperiode)
o meningitis (hersenvliesontsteking)
Besmetting
De ziekte wordt overgedragen via besmetting van het voedsel of het water met ontlasting.
Ziekteverschijnselen
- koorts, hoofdpijn, een stijve nek…
- progressieve motorische verzwakking en verlamming van de armen en benen;
- ademhalingsmoeilijkheden.
Behandeling
Polio kan niet behandeld worden. Alleen de symptomen kunnen bestreden worden.
Vaccinatie
Wie moet zich laten vaccineren?
De vaccinatie tegen polio is de enige die in ons land verplicht is voor alle kinderen. Bij de geboorteaangifte ontvang je een polio-attest: laat dat attest, na het laatste poliovaccin (op 15 maand), invullen door je arts en bezorg het aan de dienst Bevolking van je gemeente (voordat je zoon/dochter 18 maand wordt).
Vaccinatieschema
Het vaccin wordt toegediend op de leeftijd van 2, 3 en 4 maanden, met een vierde dosis op de leeftijd van 15 maanden. Het gaat om een hexavalent vaccin (Infanrix hexa®) dat tegen zes infectieziekten is gericht: polio, difterie, tetanus, pertussis en Haemophilus influenza B en hepatitis B.
Op de leeftijd van 5-7 jaar (normaal in het eerste leerjaar) wordt een herhalingsvaccin gegeven. Hiervoor wordt een tetravalent vaccin (Infanrix-ipv®) gebruikt dat bescherming biedt tegen vier infectieziekten: difterie, poliomyelitis, tetanus en pertussis
Mensen die weigeren om hun kinderen te laten vaccineren tegen die andere infectieziekten, kunnen hun kinderen ook laten vaccineren met een apart poliovaccin (Imovax polio®). Dit wordt toegediend op de leeftijd van 2, 4 en 5 maanden.
Deze vaccins wordt gratis ter beschikking gesteld door de Vlaamse Gemeenschap.
Bij personen die op reis gaan naar een regio waar nog polio voorkomt, is het aangeraden om zich opnieuw te laten vaccineren.
Difterie of kroep
Difterie (of kroep of laryngitis diphteria) is een ernstige infectie in de keel die veroorzaakt wordt door een bacterie. Ook het hart en het zenuwstelsel kunnen aangetast worden.
Difterie kan leiden tot:
o opzwelling van de keel
o verlamming van armen, benen en ademhalingsspieren (moeilijk ademen)
o hartinsufficiëntie, hartstilstand
o overlijden
Ziektetekens
Bij difterie ontsteken de slijmvliezen van neus, keel en de luchtpijp en er worden lichtgrijze vliezen gevormd. Hierdoor ontstaat verstikkingsgevaar.
Besmetting
De ziekte wordt overgedragen door hoesten, niezen (druppeltjes) en via de handen.
Mogelijke behandelingen
Antibiotica
Antiserum, toegediend via een inspuiting, dat het gif dat de difteriebacterie aanmaakt, tegenwerkt.
Vaccinatie
Wie moet zich laten vaccineren?
Iedereen.
Vaccinatieschema
Er zijn vier dosissen nodig die worden toegediend op de leeftijd van 2, 3, 4 en 15 maanden. Hiervoor wordt een hexavalent vaccin gebruikt dat bescherming biedt tegen zes infectieziekten: difterie, poliomyelitis, tetanus, pertussis, haemophilus influenza en hepatitis B.
Op de leeftijd van 5-7 jaar (normaal in het eerste leerjaar) wordt een herhalingsvaccin gegeven. Hiervoor wordt een tetravalent vaccin gebruikt dat bescherming biedt tegen vier infectieziekten: difterie, poliomyelitis, tetanus en pertussis.
Deze vaccins wordt gratis ter beschikking gesteld door de Vlaamse Gemeenschap.
Voor een goede en levenslange bescherming moet de difterievaccinatie om de tien jaar herhaald worden. Dat gebeurt steeds samen met tetanusvaccinatie. Indien nodig kan ook een drievoudig vaccin samen met kinkhoest worden gegeven.
Tetanus of klem
Tetanus is een zeer ernstige infectieziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium tetani. De bacterie zelf is niet gevaarlijk voor de mens, maar wel een gifstof die zij afscheidt. Deze krachtige gifstof blokkeert de werking van bepaalde zenuwen en veroorzaakt zo ongecontroleerde krampen van de spieren. Zelfs een uiterst kleine hoeveelheid is dodelijk. Tetanus kan leiden tot:
• spierscheuringen of peesscheuringen
• blokkering van gewrichten
• verstikking en overlijden
Ziektetekens
Het gif van de tetanusbacterie tast de zenuwen aan die de spieren controleren. Er ontstaan pijnlijke spiersamentrekkingen, eerst van de kaakspieren, later ook van de ademhalingsspieren. Tetanus gaat tevens gepaard met koorts en hoofdpijn.
Besmetting
De tetanusbacterie komt normaal voor in de darmen van paarden en andere planteneters zonder dat dit deze dieren hindert. De bacterie kan zich via de uitwerpselen van deze dieren in de omgeving verspreiden. Ze komen dan ook zeer verspreid voor, bv. in de aarde, uitwerpselen, op voorwerpen en planten in de omgeving, in natuurlijk en huishoudelijk afval, enz. De besmetting gebeurt via huidwonden. De wonde hoeft niet groter zijn dan een diepe prik van een doorn. Vooral diepe wonden zijn gevaarlijk.
De ziekte is niet besmettelijk, maar kan wel overgedragen worden van moeder op kind via de navelstreng.
Mogelijke behandelingen
Goede wondverzorging van door aarde bevuilde wonden.
Antibiotica, maar ze zijn enkel ondersteunend.
Inspuitingen met antiserum en/of antistoffen (gammaglobulines) die de schadelijke werking van de toxines (gif) tegengaan.
Medicatie om de spieren te ontspannen.
Lees ook: Alles wat je moet weten over tetanus
Wie moet zich laten vaccineren?
Iedereen.
Vaccinatieschema
Er zijn vier dosissen nodig die worden toegediend op 2, 3, 4 en 15 maanden. Hiervoor wordt een hexavalent vaccin gebruikt dat bescherming biedt tegen zes infectieziekten: difterie, poliomyelitis, tetanus, pertussis, haemophilus influenza B en hepatitis B.
Op de leeftijd van 5-7 jaar (normaal in het eerste leerjaar) wordt een herhalingsvaccin gegeven. Hiervoor wordt een tetravalent vaccin gebruikt dat bescherming biedt tegen vier infectieziekten: difterie, poliomyelitis, tetanus en pertussis.
Deze vaccins wordt gratis ter beschikking gesteld door de Vlaamse Gemeenschap.
Voor een goede en levenslange bescherming moet de tetanusvaccinatie om de tien jaar herhaald worden. Dat gebeurt steeds samen met difterievaccinatie, maar kan ook in een drievoudig vaccin samen met kinkhoest.
Volwassenen die niet zeker zijn dat ze ooit de volledige basisvaccinatie ondergaan hebben, doen er goed aan zich alsnog te laten vaccineren.
Het vaccinatieschema voor volwassenen verloopt als volgt :
• eerste inenting ;
• tweede inenting : 1 maand later;
• derde inenting 6 of 12 maanden later.
Bij risicowonden (door aarde bevuilde diepe wonden, dierenbeten...) is het afhankelijk van hoe lang de toediening van de laatste dosis geleden is of je een vaccinatie nodig hebt. Bij risicowonden raadpleeg je dan ook het best je arts.
Pertussis of kinkhoest
De ziekte
Kinkhoest is een ernstige en besmettelijke ziekte van de luchtwegen veroorzaakt door een bacterie (Bordetella pertussis). Kinkhoest is besmettelijk gedurende de eerste 3-4 weken van de ziekte. De incubatietijd (de periode tussen de besmetting en de eerste symptomen) is 7 tot 14 dagen.
Kinkhoest treft vooral pasgeborenen en baby’s.
Kinkhoest kan leiden tot:
• neusbloedingen en keelbloedingen
• zuurstofgebrek door de hoestbuien
• longontsteking
• hersenletsel
• overlijden
Ziektetekens
• in het begin een gewone verkoudheid met niezen, lichte koorts en prikkelhoest,
• vervolgens ontstaan hevige, plotseling opkomende hoestbuien, gepaard gaande met een gierend geluid en het opgeven van taai slijm
• het kind kan hierbij blauw aanlopen
• eten veroorzaakt vaak hoestaanvallen, waarbij het voedsel wordt uitgebraakt
• ook `s nachts treden uitputtende aanvallen op
• de hoestaanvallen kunnen 3 tot 4 maanden blijven doorgaan
De complicaties kunnen ernstig zijn, vooral bij kinderen jonger dan 6 maanden. Hoe jonger het kind des te ernstiger zijn vaak de complicaties. Zuigelingen kunnen een hersenbeschadiging oplopen ten gevolge van een zuurstoftekort bij langdurige hoestbuien.
Besmetting
De bacterie wordt overgedragen door hoesten, niezen (druppeltjes) en via de handen.
Mogelijke behandelingen
Contacteer onmiddellijk de arts. Die zal waarschijnlijk een antibioticum voorschrijven om verdere besmetting te vermijden. Onder sommige omstandigheden nemen de andere gezinsleden ook best medicatie om verdere infecties te voorkomen.
Het komt er vooral op aan om de hoestaanvallen te voorkomen of te milderen. Hoestsiropen helpen daarbij niet.
• probeer het kind zo rustig mogelijk te houden tijdens een hoestbui omdat bij gespannenheid de ademhaling moeilijker verloopt
• zet het kind rechtop in bed
• indien eten braakneigingen opwekt, geef dan kleine porties licht verteerbaar voedsel
Soms is omwille van de ademhalingsmoeilijkheden een ziekenhuisopname noodzakelijk, vooral bij zuigelingen.
Lees ook: Kinderziekten en hun symptomen
Vaccinatie
Wie moet zich laten vaccineren?
Alle kinderen.
Mensen die professioneel veel met kleine kinderen werken laten zich het best om de tien jaar inenten. Zo voorkomen ze de overdracht naar onvolledig beschermde kinderen.
Vaccinatieschema
Er zijn vier dosissen nodig die worden toegediend op 2, 3, 4 en 15 maanden. Hiervoor wordt een hexavalent vaccin gebruikt dat bescherming biedt tegen zes infectieziekten: difterie, poliomyelitis, tetanus, pertussis, haemophilus influenza en hepatitis B. Gelet op de ernst van kinkhoest bij zuigelingen is het belangrijk het begin van deze vaccinatie niet uit te stellen.
Op de leeftijd van 5-7 jaar (normaal in het eerste leerjaar) wordt een herhalingsvaccin gegeven. Hiervoor wordt een tetravalent vaccin gebruikt dat bescherming biedt tegen vier infectieziekten: difterie, poliomyelitis, tetanus en pertussis
Deze vaccins wordt gratis ter beschikking gesteld door de Vlaamse Gemeenschap.
Wie als kind geen volledige basisvaccinatie kreeg tegen kinkhoest of wie professioneel veel in contact komt met kleine kinderen kan het best éénmaal een vaccin tegen difterie, tetanus en kinkhoest laten toedienen, dat aangepast is voor de volwassen leeftijd. Pertussis is niet gevaarlijk voor volwassenen, maar vaccinatie voorkomt de overdracht van de ziekte naar de kinderen die ze verzorgen.
Dit vaccin wordt nog niet gratis ter beschikking gesteld van de vaccinatoren maar kan wel voorgeschreven worden door je arts. Sommige arbeidsgeneeskundige diensten dienen dit vaccin ook toe.
Haemophilus influenza type b (Hib)
Haemophilus influenzae type B is een bacterie die onder meer hersenvliesontsteking veroorzaakt.
Vooral kinderen van 0 tot 4 jaar lopen een groot risico.
Haemophilus influenzae B kan leiden tot:
• oorontsteking
• ademhalingsaandoeningen
• gewrichtsontsteking
• meningitis (hersenvliesontsteking)
Ziektetekens
• neus-keel-oorinfecties (otitis, sinusitis)
• ademhalingsaandoeningen, waaronder epiglottitis. Dat is ontsteking van het strotklepje dat het strottenhoofd afsluit tijdens het slikken. Epiglottitis kan leiden tot intense ademhalingsproblemen en koorts; het kind zit licht voorovergebogen, kwijlt en heeft een hese stem. Er is een risico op verstikking. Bij dit tafereel moet je zonder aarzelen de spoeddiensten verwittigen en het kind in de positie houden waarin hij of zij het best kan ademen.
Besmetting
De ziekte wordt overgedragen door hoesten, niezen (druppeltjes) en via de handen.
Behandeling
De ziekte wordt behandeld met antibiotica om de verspreiding tegen te gaan. Bij het minste teken van hersenvliesontsteking, ademhalingsstoornis, slaperigheid of abnormale kleur, raadpleeg onmiddellijk een arts.
Vaccinatie
Wie moet zich laten vaccineren?
Alle kinderen jonger dan vijf jaar.
Vaccinatieschema
Er zijn vier dosissen nodig die worden toegediend op de leeftijd van 2, 3, 4 en 15 maanden. Hiervoor wordt een hexavalent vaccin gebruikt dat bescherming biedt tegen zes infectieziekten: difterie, poliomyelitis, tetanus, pertussis, haemophilus influenza en hepatitis B.
Als je kind nog niet gevaccineerd is en ouder is dan één jaar, , volstaat een prikje.
Als je kind na de leeftijd van 5 jaar nog niet gevaccineerd is, dan heeft vaccinatie geen zin meer.
Bij nauw contact met een kind dat meningitis heeft opgelopen, zullen niet-gevaccineerde kinderen die jonger zijn dan 5 jaar gevaccineerd worden.
Hepatitis B (een vorm van geelzucht)
Hepatitis B is een ernstige vorm van hepatitis (leverontsteking), die wordt veroorzaakt door het hepatitis B virus (HBV).
In 1% van de gevallen evolueert de hepatitis op een ‘fulminante’ manier waardoor de lever niet meer kan functioneren.
De ziekte geneest meestal spontaan, maar kan ook chronisch worden. Dit kan leiden tot:
• levercirrose
• leverkanker
• overlijden
Ziektetekenen
Meestal zijn er geen of slechts vage tekenen die lijken op griep.
De mogelijke symptomen van hepatitis B:
• Intense vermoeidheid gedurende meerdere maanden
• Geelzucht met een gele verkleuring van huid en ogen
• bleke stoelgang
• Diepgele kleur van de urine
De eigenlijke ziekteperiode duurt zo’n 2 tot 6 weken, maar in de meeste gevallen voelt de patiënt zich nog een tijdlang erg vermoeid.
Besmetting
Het virus wordt van de ene op de andere persoon overgedragen via lichaamsvochten zoals bloed, urine, tranen, zweet, sperma… Je bent besmettelijk voor anderen vanaf zes weken vóór de eerste klachten tot de volledige genezing (van de acute of chronische infectie).
• Het virus wordt via seksuele betrekkingen en via het bloed van de ene mens op de andere overgedragen. Homoseksuele mannen en heteroseksuele mannen en vrouwen met meerdere seksuele partners lopen een verhoogd risico.
• Bloedtransfusies houden in België geen risico in voor besmetting, omdat alle bloeddonoren op hepatitis B worden getest.
• Bij uitwisseling van spuiten door druggebruikers is er wel gevaar voor besmetting.
• overdracht kan gebeuren via kleine wondjes, schaafwondjes, krabletsels, beten, speeksel, scheergerief of tandenborstels. Deze wijze van overdracht is van groot belang bij jonge kinderen, in gezinnen waar iemand besmet is zonder er ziek van te zijn, personeel en bewoners van instellingen voor mentaal gehandicapten.
• Ook medisch personeel in ziekenhuizen en laboratoria loopt een risico op besmetting (bv. prikaccident).
• Verder mogen we het gevaar niet onderschatten van ogenschijnlijk banale ingrepen zoals een tatoeages, gaatjes in de oren, piercings en dergelijke die in weinig hygiënische omstandigheden gebeuren.
• Tenslotte is het belangrijk te weten dat de baby van een besmette moeder vanaf de geboorte een bijzondere behandeling nodig heeft om te vermijden dat de baby besmet wordt.
Het hepatitis-B-virus wordt niet verspreid via lucht, voedsel of water.
Behandeling
Bij een acute hepatitis wordt enkel rust voorgeschreven.
Bij een chronische hepatitis wordt een specifieke behandeling met antivirale geneesmiddelen voorgeschreven. Ieder jaar genezen ongeveer 5 % van alle mensen met een chronische infectie spontaan (zonder behandeling).
Als de hepatitis levensbedreigend wordt, is een levertransplantatie onvermijdelijk.
Lees ook: Hepatitis: verschillende soorten
Vaccinatie
Aan wie wordt vaccinatie tegen hepatitis B aanbevolen?
Het vaccin wordt aanbevolen voor alle zuigelingen en voor alle kinderen van 10-13 jaar. Het wordt voor deze 2 leeftijdsgroepen gratis ter beschikking gesteld.
Het vaccin wordt ook aanbevolen voor mensen die tijdens hun kinderjaren niet gevaccineerd zijn, in volgende omstandigheden:
• mensen die professioneel in contact komen met bloed: artsen, tandartsen, verpleegsters, laboranten, brandweerlui, politiemensen, ambulanciers (inclusief studenten en stagiairs) ... Voor hen wordt het vaccin normaal terugbetaald door het Fonds voor Beroepsziekten;
• iedereen die samenleeft met of seks heeft met iemand die besmet is;
• intraveneuse druggebruikers;
• mannelijke homoseksuelen;
• hemodialyse-patiënten;
• bewoners van instellingen voor mentaal gehandicapten;
• jongeren die coagulatiefactoren ontvangen;
• patiënten met chronisch nierfalen;
• gezinnen die kinderen adopteren uit landen waar veel hepatitis B heerst;
• mensen die geregeld naar Afrika, Latijns-Amerika of Azië reizen of er langer dan 3-6 maanden verblijven;
• mensen die naar die landen reizen en er seksuele contacten kunnen hebben;
• mensen die naar die landen reizen en er tijdens hun verblijf misschien een (tand)heelkundige ingreep moeten ondergaan of er risicosporten beoefenen waarvoor medische verzorging kan nodig zijn;
• mensen die in die landen in de gezondheidssector of met straatkinderen werken;
• kinderen die in ontwikkelingslanden gaan wonen of er langdurig verblijven. Hetzelfde geldt voor kinderen van migranten uit risicolanden wanneer ze hun vakanties in hun moederland doorbrengen.
Voor al deze groepen wordt meestal het gecombineerde vaccin tegen hepatitis A en B aangeraden.
Vaccinatieschema
De vaccinatie bij zuigelingen bestaat uit 4 injecties op 2, 3, 4 maanden en 15 maanden.
Hiervoor wordt een hexavalent vaccin (Infanrix hexa®) gebruikt dat naast hepatitis B nog tegen vijf andere infectieziekten is gericht: polio, difterie, tetanus, pertussis en Haemophilus influenza B.
• Het schema wordt aangepast voor pasgeborenen van moeders, die besmet zijn met het hepatitis B-virus: Deze baby’s krijgen onmiddellijk na de geboorte een eerste vaccin tegen hepatitis B en daarnaast ook beschermende antistoffen. Daarna kan het gewone vaccinatieschema toegepast worden met een combinatievaccin.
Dit vaccin wordt gratis ter beschikking gesteld door de Vlaamse Gemeenschap.
Kinderen die het vaccin niet ontvingen als zuigeling, krijgen het op 10-13 jaar (eerste jaar secundair). Zij krijgen 3 dosissen van het vaccin (HBVAXPRO junior®): de tweede injectie volgt een maand na de eerste, de derde wordt zes maanden na het begin van het vaccinatieschema toegediend.
Er wordt geen herhalingsvaccin aanbevolen aan kinderen die een volledige vaccinatie tegen Hepatitis B hebben doorlopen.
Wanneer bij gebrek aan tijd een versneld vaccinatieschema wordt gevolgd (met slechts één maand, of één of twee weken interval tussen de verschillende dosissen), moet na 1 jaar wel een herhalingsintenting toegediend worden.
Voor jongeren (ouder dan 15 jaar) en volwassenen geldt eveneens een schema met drie injecties (of vier wanneer een versneld schema werd gevolgd). Hiervoor wordt een ander vaccin gebruikt (Engerix-B® of HBVAXPRO). Deze vaccins zijn niet gratis. Onder sommige omstandigheden worden deze vaccins volledig of gedeeltelijk gefinancierd door het Fonds voor Beroepsziekten of het RIZIV.
Indien ook een vaccinatie tegen hepatitis A nodig is, kan een gecombineerd vaccin (Twinrix®) worden gebruikt. Dit vaccin maakt geen deel uit van het gratis vaccinatieprogramma van de Vlaamse Gemeenschap.
Hepatitis A
Hepatitis A is een ontsteking van de lever, veroorzaakt door een virus. Besmetting vindt vooral plaats in gebieden waar de sanitaire voorzieningen en de hygiëne te wensen over laten. In de geïndustrialiseerde landen is de kans op infectie erg klein, gezien de goede hygiëne. In ontwikkelingslanden is de kans op infectie daarentegen hoog. Omdat mensen van bij ons die naar het buitenland reizen de ziekte niet hebben doorgemaakt, is de kans op besmetting zeer groot. Wanneer men als volwassene besmet wordt, loopt men meer kans op hepatitis met uitgesproken symptomen.
De aandoening geneest vrijwel altijd zonder blijvende schade. Bij volwassenen kan het soms twee tot acht maanden naslepen. Als je genezen bent ben je voor je hele leven tegen een nieuwe infectie met hepatitis A beschermd
Een zeer zeldzame en fatale complicatie is fulminante hepatitis. De kans neemt sterk toe met de leeftijd (meer dan 2% boven 40 jaar). Deze kenmerkt zich door verergering van de geelzucht en vermindering van de leverfunctie, gevolgd door coma en soms overlijden. In tegenstelling tot andere vormen van hepatitis, kan hepatitis A niet chronisch worden.
Ziektetekenen
Mogelijke klachten zijn moeheid, slapheid, verminderde eetlust, hoofdpijn, misselijkheid, lichte koorts. Als de klachten afnemen kan de urine donker en de ontlasting lichter worden. Ook het wit van de ogen kan geel verkleuren en soms zelfs de huid (geelzucht).
Bij kinderen verloopt de ziekte vaak zonder verschijnselen of met heel milde griepachtige verschijnselen.
Volwassenen krijgen vrijwel altijd geelzucht. Hoe ouder je bent, hoe heftiger de klachten meestal zijn. Veel volwassenen zijn langer dan een maand zwaar ziek.
Meestal duren de klachten twee tot vier weken, en worden ze gevolgd door een min of meer lange periode van vermoeidheid.
Besmetting
Het hepatitis A virus komt voor in de ontlasting van besmette mensen. Het kan ook heel gemakkelijk lange tijd buiten het lichaam overleven en zit dan in vervuild water, ongeschild fruit, mosselen, oesters… of op handvatten van toiletdeuren (en dan op je hand, op je glas en in je lijf). Je neemt het virus bijna altijd via je mond op.
Je bent besmettelijk voor anderen van twee weken vóór dat je klachten krijgt tot dat er geen klachten meer zijn.
Behandeling
Er bestaat geen efficiënte behandeling tegen hepatitis A.
Zinvol zijn rust en evenwichtige voeding. Alcohol, drugs en sommige medicijnen maken het je lever extra lastig te herstellen.
Lees ook: Hepatitis: verschillende soorten
Vaccinatie
Wie moet zich laten vaccineren?
Vaccinatie tegen hepatitis A wordt in ons land momenteel aanbevolen voor volgende risicogroepen:
• kinderen van migranten;
• homoseksuelen;
• intraveneuse druggebruikers;
• patiënten met verminderde immuniteit, waaronder patiënten met chronische leveraandoeningen, met bloedstollingsziekten en met HIV;
• lever-transplantatiekandidaten
• contactpersonen van een patiënt met hepatitis A
• al wie naar Afrika (ook Marokko, Algerije, Tunesië, Libië en Egypte), LatijnsAmerika, Azië (ook het Nabije Oosten, dus ook voor Turkije; niet voor Israël) reist, ongeacht de reisduur (dus zelfs voor een zeer korte trip), zelfs wanneer dit in goede hygiënische omstandigheden is;
• Al wie frequent of in onhygiënische omstandigheden reist, ongeacht de reisduur, naar de Caraïben, Oost- en Zuid-Europa;
Vaccinatieschema
Het vaccin (Epaxal® of Havrix®) wordt toegediend in 2 dosissen, met minstens 6 en liefst 12 maanden tussen beide injecties. De eerste dosis wordt bij voorkeur 14-30 dagen voor het vertrek toegediend.
Voor kinderen tussen 1 en 15 jaar wordt een aangepast vaccin met een lagere dosis gebruikt. Men kan ook kinderen jonger dan 1 jaar vaccineren (maar dit is zelden nodig). Als een eerste vaccindosis voor de leeftijd van 1 jaar wordt toegediend, moeten 2 bijkomende vaccindosissen na de leeftijd van één jaar toegediend worden.
Last minute reizigers: het is nooit te laat om (zelfs vlak) voor een reis met de vaccinatie te starten. Zelfs met één dosis is men gedurende één jaar voor 80 à 90% beschermd.
Dit vaccin maakt geen deel van het gratis vaccinatieprogramma van de Vlaamse Gemeenschap. Het wordt voor sommige beroepsgroepen met een verhoogd risico op hepatitis A, wel terugbetaald.
Indien ook een vaccinatie tegen hepatitis B nodig is, kan een gecombineerd vaccin (Twinrix®) worden gebruikt. Ook dit vaccin maakt geen deel uit van het gratis vaccinatieprogramma van de Vlaamse Gemeenschap.
Personen die langer dan 1 jaar in de tropen verbleven, of die geboren zijn voor 1950-1960 hebben waarschijnlijk hepatitis A doorgemaakt, dikwijls zonder symptomen. In deze gevallen is het aangewezen om, indien er voldoende tijd is, eerst de aanwezigheid van beschermende antistoffen in het bloed na te kijken alvorens tot vaccinatie over te gaan.
Mazelen - Morbilli
Mazelen is een zeer besmettelijke en ernstige ziekte veroorzaakt door een virus.
Mazelen kunnen leiden tot:
• oorontsteking
• keelontsteking
• bronchitis
• longontsteking
• hersenontsteking (encefalitis)
De gevoeligste periode is van één tot zes jaar. De ziekte is het ernstigst bij kinderen jonger dan drie jaar.
Heb je mazelen tijdens je zwangerschap, dan bestaat er een risico van vroeggeboorte, miskraam of misvorming van de foetus.
Ziektetekens
• De symptomen lijken op die van een zware verkoudheid: een loopneus, hoesten, niezen, ontstoken ogen, zere keel en hoge koorts (tot 40°C).
• Daarnaast kunnen symptomen als neusbloeden, misselijkheid en diarree optreden.
• Rond de derde dag gaat de temperatuur omlaag en verschijnen er kleine witte, op zoutkorreltjes lijkende vlekjes in de mond.
• Op de vierde of vijfde dag verschijnt de eerste huiduitslag. Eerst in de vorm van kleine, iets opgezette rode vlekjes op het voorhoofd en achter de oren. Deze vlekjes verspreiden zich geleidelijk aan over de rest van het lichaam, behalve over de armen en benen. Naarmate de uitslag zich verder verspreidt, worden de vlekjes groter en vloeien ze in elkaar over.
• Rond de zesde dag begint de uitslag af te nemen. Na een week zijn alle symptomen meestal verdwenen.
Besmetting
Het mazelen-virus is aanwezig in het speeksel van personen die met mazelen besmet zijn. Je kan besmet worden door direct contact met dit besmet speeksel (voorbeeld door kussen of drinken uit hetzelfde glas) of door kleine speekseldeeltjes, die vrijkomen bij hoesten, in te ademen.
Mazelen is zeer besmettelijk. Mazelen kan worden overgedragen van zes tot drie dagen vóór tot ongeveer een week ná het verschijnen van de huiduitslag.
Mogelijke behandelingen
Er bestaat geen behandeling. Je kan enkel geneesmiddelen toedienen die de ziektetekens verzachten.
• In de meeste gevallen is het belangrijk om de temperatuur van het kind onder controle te houden om koortsstuipen te voorkomen. Geef bij voorkeur paracetamol.
• Bij koorts moet het kind veel drinken.
• Als uw kind klaagt over geïrriteerde ogen, maak de kamer dan zo donker mogelijk en dep de ogen eventueel met lauw water.
Lees ook: Kinderziekten en hun symptomen
Vaccinatie
Wie moet zich laten vaccineren?
Alle kinderen.
Vaccinatieschema
Het vaccinatieschema omvat een dosis drievoudig vaccin (tegen mazelen, bof en rode hond) op de leeftijd van 12 maanden. Wanneer het kind het lager onderwijs begint, moet de vaccinatietoestand worden gecontroleerd en wordt een inhaalvaccinatie gegeven aan de kinderen die het vaccin nog niet gekregen hebben.
Op de leeftijd van 10-13 jaar (normaal in het vijfde leerjaar) moet een tweede dosis vaccin toegediend worden. Als je maar één spuitje hebt gehad, ben je onvoldoende gewapend en haal je best een herhaling.
Dit vaccin wordt gratis ter beschikking gesteld door de Vlaamse Gemeenschap.
Bof - Dikoor
Bof of dikoor (Parotitis epidemica) is een besmettelijke ziekte veroorzaakt door een virus. Men kan de ziekte slechts eenmaal krijgen.
Bof komt meestal voor bij kinderen en jonge volwassenen. Vooral in de winter lopen schoolgaande kinderen een risico. Voor er een vaccin beschikbaar was, kreeg vrijwel elk kind de bof.
Bof kan ernstige complicaties veroorzaken, zoals meningitis; een ontsteking van de teelballen (orchitis), wat kan leiden tot steriliteit; ontsteking van de eierstokken wat zeer zelden voorkomt; ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis), de schildklier, het hart, de lever, pijn in een van de grote gewrichten en tijdelijke nierfunctiestoornissen zijn meer zeldzame complicaties, die meestal geen ernstige gevolgen hebben. Er bestaat een verhoogd risico op een miskraam als een zwangere vrouw tijdens de zwangerschap bof oploopt.
Ziektetekens
• lichte tot hoge koorts;
• hoofdpijn, spierpijn, keelpijn, pijn bij het kauwen.
• aangezichtspijn;
• zwelling van de speekselklieren achter de oren;
• zwelling van de slapen of kaak.
Besmetting
Bof wordt overgedragen door inademing van vochtdruppeltjes en door direct contact met een besmet iemand.
De infectie is overdraagbaar van zes dagen vóór tot negen dagen na dat de zwelling in het gezicht zichtbaar is geworden.
Er verloopt 14 tot 21 dagen tussen besmetting en het ontstaan van de ziekte (meestal 18 dagen).
Behandeling
De symptomen verdwijnen meestal spontaan binnen 1-2 weken. Er bestaat geen behandeling. Vermits het een virusinfectie is, hebben antibiotica geen zin.
De behandeling is voornamelijk gericht op verlichting van de symptomen:
• eventueel een pijnstiller
• Warme kompressen tegen de zwelling kunnen verzachtend werken.
• Vloeibaar voedsel
• Rust houden en extra veel drinken.