Hoe kunt u uw baby beschermen tegen een RSV-infectie?
nieuws
Het Respiratoir Syncytiaal Virus (RSV) is zeer besmettelijk. Het virus wordt overgedragen via speekseldruppels die verspreid worden door de lucht door te niezen of te hoesten, door lichamelijk contact en contact met besmette voorwerpen (speelgoed, zakdoeken, kleding...). RSV in neusslijmdruppels blijft op vaste oppervlakken bij kamertemperatuur circa 6-12 uur besmettelijk. Op kleding, papieren zakdoekjes of de handen wordt het virus sneller geïnactiveerd, meestal binnen een uur.
Het risico op besmetting is groter op plekken waar veel mensen aanwezig zijn, zoals een gezin met jonge kinderen, verblijf in een kinderdagverblijf, school, enz.
Er bestaat momenteel nog geen vaccin tegen het Respiratoir Syncytiaal Virus (RSV).
Tegen een infectie met RSV kan men een kind eigenlijk niet beschermen. Wel kunnen er een aantal voorzorgsmaatregelen genomen worden:
Voorzorgsmaatregelen
• Handhygiëne
- Was of ontsmet de handen regelmatig na niezen, hoesten of snuiten.
- De handen wassen voordat u uw kind aanraakt of in uw armen neemt.
Met eenvoudige zeep kan het virus al onwerkzaam worden gemaakt.
• Hygiëne bij hoesten en niezen
- Nies of hoest niet in de richting van een ander. Draai of buig uw hoofd.
- Hou een hand of nog beter een zakdoek voor de mond bij niezen of hoesten. U kunt ook eventueel niezen in uw elleboog.
- Gebruik altijd papieren zakdoeken en gooi die meteen na gebruik weg in een afsluitbare afvalbak.
- Geen bevuilde zakdoeken laten slingeren.
• Reinig regelmatig het speelgoed en andere voorwerpen van kleine kinderen. Plastic speelgoed kan in de vaatwas, knuffels in de wasmachine. Groter speelgoed kunt u met water en zeep schoonmaken.
• Hou de baby zo veel mogelijk weg van al wie verkouden is of koorts heeft. Verkouden broers en zusjes geven best geen kus aan de baby. Laat een gezond kind niet in dezelfde kamer als een ziek kind slapen.
• Vermijd bij jonge baby's (minder dan 3 maanden) en andere risicobaby's indien mogelijk tijdens de RSV-periode (oktober-maart) contact met andere kinderen (crèches en onthaalmoeders).
• Laat baby's jonger dan drie maanden niet in al te drukke ruimtes komen tijdens het RSV-seizoen.
• Vermijd rokerige ruimten en roken in het bijzijn van het kind.
• Borstvoeding heeft waarschijnlijk een beschermende werking ten aanzien van RSV-infecties bij pasgeboren kinderen.
• Informeer het kinderdagverblijf of de onthaalmoeder waar uw kind gewoonlijk verblijft indien het een RSV-infectie heeft. U hoeft te kind niet thuis te houden omdat het namelijk al besmettelijk kort voor het begin van symptomen waardoor anderen dan al besmet kunnen zijn. Daarom helpt thuisblijven niet om verspreiding van RSV te voorkomen.
Ouders van kinderen met een verhoogd risico op ernstig beloop kunnen dan extra alert zijn op symptomen bij hun kinderen en zo nodig met de kinderarts overleggen over het verdere beleid.
Passieve immunisatie
Bij kinderen die een groot risico op een ernstige RSV-infectie lopen (vooral prematuren en baby’s met ademhalingsproblemen) kan de kinderarts beslissen om maandelijks een preventieve intramusculaire injectie met een humaan antilichaam, Palivizumab (Synagis), toe te dienen om het risico op complicaties te verlagen.
Voor volgende risicopatiëntjes wordt deze behandeling gedeeltelijk terugbetaald:
• Prematuren van minder dan 28 weken zwangerschapsleeftijd die jonger zijn dan 12 maand bij het begin van het RSV-seizoen (begin oktober).
• Prematuren geboren tussen 28 en 35 weken zwangerschapsleeftijd die een beademing van minstens 48 uur nodig hebben, die in een NIC-centrum hebben verbleven en die jonger zijn dan 6 maand bij het begin van het RSV-seizoen.
• Kinderen lijdend aan chronische respiratoire insufficiëntie, ongeacht hun oorspronkelijke zwangerschapsleeftijd, die chronische zuurstoftherapie of beademing nodig hebben tijdens het RSV-seizoen, tot maximum 2 jaar postnataal.
• Kinderen jonger dan 2 jaar die lijden aan een aangeboren hartziekte (congenitale cardiopathie met hemodynamische weerslag), in afwachting van een hartoperatie, alsook in de maand na deze ingreep, en dit tijdens het RSV-seizoen, en die minstens aan één van de volgende criteria beantwoorden:
-Congestief hartfalen
-Zuurstofdesaturatie
-Pulmonale arteriële hypertensie.
Bronnen
www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Professioneel_Praktisch/Richtlijnen/Infectieziekten/LCI_richtlijnen/LCI_richtlijn_RSV_infectie
www.kindengezin.be