Gerelateerde artikels
Wanneer en hoe lang heb je recht op moederschapsverlof?
dossier Op het einde van je zwangerschap en na de bevalling kan je als werkneemster, zelfstandige, werkloze of studente een aantal weken betaald pre- en postnataal moederschapsverlof nemen. Ook bij verlies van een kindje vanaf een zwangerschapsduur van 180 dagen heb je recht op het pre- en postnataal verlof.
Hoe lang duurt het moederschapsverlof of de moederschapsrust?
- Als werkneemster, ambtenaar of werkloze heb je recht op 15 weken moederschapsverlof. Bij een meerling is dat 19 weken. Minstens 1 week daarvan moet je vóór en minstens 9 weken na de bevalling opnemen. De overige weken kan je vrij opnemen.
- Als zelfstandige in hoofdberoep of meewerkende echtgenote heb je recht op slechts 12 weken (13 weken voor een meerling) moederschapsverlof. Minstens 1 week daarvan moet je vóór de bevalling opnemen, na de bevalling moet je minstens 2 weken opnemen. De overige weken kan je vrij opnemen.
Verlof vóór de bevalling: het prenataal verlof of zwangerschapsverlof
- Als werkneemster kan je ten laatste 1 week en ten vroegste zes weken (bij een meerling 8 weken) voor de uitgerekende bevallingsdatum stoppen met werken. De werkgever mag dit verlof niet weigeren. Anderzijds is de werkneemster niet verplicht om dit verlof deels of geheel op te nemen. Je werkgever kan je daar dus niet toe verplichten. Blijf je verder werken (of stempelen) tijdens deze periode, dan kan je die weken na de bevalling opnemen. Een voorbeeld: Je uitgerekende bevallingsdatum is 15 mei. Je kan je moederschapsrust ten vroegste op 3 april en ten laatste op 8 mei doen ingaan. Als je het werk (of de gecontroleerde werkloosheid) tot en met 7 mei voortzet, dan kan je de periode van 3 april tot en met 7 mei (5 weken) opnemen na je postnatale rustperiode.
- Als zelfstandige kan je vanaf drie weken voor de uitgerekende bevallingsdatum verlof nemen.
- De dagen (of weken) van het prenataal verlof moeten doorlopend opgenomen worden. Zodra het prenataal verlof begonnen is, kan je het verlof dus niet meer onderbreken.
- Je bent verplicht om ten minste 1 week vóór de vermoedelijke bevallingsdatum te stoppen met werken. Als je dit verlof niet opneemt, dan kan je het niet meer opnemen na de geboorte.
- De weken prenataal verlof die je niet opneemt, kan je overdragen naar het postnataal verlof, met uitzondering van de laatste verplichte week. Je kan dus maximaal vijf weken (twee weken voor een zelfstandige) overdragen.
- Als je baby te vroeg wordt geboren, voordat je het verplicht prenataal verlof van 7 dagen hebt opgenomen, zijn deze dagen verloren. Als de baby wordt geboren tijdens de 7 dagen verplicht prenataal verlof, kan je de resterende dagen evenmin overdragen. Wachten tot op het laatste moment om je prenataal verlof op te nemen om een maximum van tijd te houden voor je baby, is dus riskant.
- Indien de baby te laat wordt geboren, wordt het prenataal verlof verlengd tot de werkelijke bevallingsdatum, zelfs indien je de prenatale rust van 6 (of 8) weken volledig opgenomen hebt. Je hebt in elk geval recht op 9 weken postnataal verlof. In dit geval zal je moederschapsrust dus langer dan 15 weken duren.
- Als je arbeidsongeschikt bent wegens ziekte (of wanneer je bijvoorbeeld moet plat liggen) of een (arbeids)ongeval hebt in de zes weken voor de bevalling, dan worden die ziektedagen beschouwd als opgenomen zwangerschapsverlof. Je kan die dagen dus niet overdragen naar de postnatale rust. Dit geldt niet voor het personeel van de federale overheidsdiensten: ziektedagen die niets met de zwangerschap te maken hebben, worden als gewone ziektedagen beschouwd.
- Sinds 1 maart 2020 hebben alle mama's recht op 1 week moederschapsrust voor de bevalling en 14 weken erna. Bij moeders die in de laatste zes weken van de zwangerschap verplicht thuis moesten blijven (vb om gezondheidsredenen of door werkverwijdering) werden die dagen vroeger afgetrokken van de totale moederschapsrust, maar dat is dus nu niet meer het geval.
Verlof na de bevalling: het postnataal verlof of bevallingsverlof
De postnatale rustperiode begint op de dag van de bevalling. Als je op die dag nog gewerkt hebt of het werk hebt aangevat, dan begint de postnatale rust de dag na de bevalling.- Als werkneemster of ambtenaar ben je verplicht om na de bevalling minstens 9 weken (11 weken bij een meerling) postnataal verlof te nemen.
- Als zelfstandige ben je verplicht om onmiddellijk na de bevalling minstens twee weken postnataal verlof te nemen. Je bent echter vrij om meer weken (maximaal 9 weken, 11 weken voor een meerling) te nemen. Dat facultatief verlof mag je opsplitsen in periodes van 7 kalenderdagen. Die periodes moet je opnemen binnen de 38 weken na de geboorte. Gedurende de facultatieve verlofperiode kan je je normale beroepsactiviteit halftijds uitoefenen. In dit geval zal de facultatieve periode maximum 18 weken halftijdse moederschapsrust tellen (of 20 weken bij geboorte van een meerling). Activiteiten in bijberoep moeten stopgezet worden in de periode van de moederschapsrust.
- Als je kindje meer dan 7 dagen na zijn of haar geboorte in het ziekenhuis moet blijven, wordt de bevallingsrust verlengd met een duur gelijk aan de opnamedagen, waarvan de eerste 7 dagen niet meegerekend worden. Moet je baby bijvoorbeeld 21 dagen langer in het ziekenhuis blijven? Dan wordt je moederschapsverlof verlengd met 14 dagen (21 – 7 = 14). Je kan het moederschapsverlof tot maximaal 24 weken verlengen.
auteur:
Annemie Vandeweerdt,
gezondheidsjournalist