Vlaanderen start met darmkankerscreening
nieuws
De Vlaamse overheid organiseert vanaf 2014 een grootschalige darmkankerscreening. Uit onderzoek blijkt dat meer dan 40% van de bevolking bereid is mee te werken aan zo’n screening, zegt minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen. Jaarlijks krijgen meer dan 5.000 Vlamingen de diagnose darmkanker. Daarmee is het de tweede meest voorkomende kanker bij vrouwen (na borstkanker) en de derde meest voorkomende kanker bij mannen (na prostaat- en longkanker).
Er overlijden ieder jaar 1.800 tot 2.000 Vlamingen aan de ziekte. Bij een goed screeningsprogramma zou het sterftecijfer met 20% kunnen dalen. Jaarlijks zal men op die manier in Vlaanderen zo’n 400 sterfgevallen kunnen voorkomen.
Darmkanker is jaren vooraf opspoorbaar en geneesbaar. De kans op overleving hangt heel erg af van het tijdstip waarop de tumor wordt ontdekt. In de meeste gevallen is dikkedarmkanker een traag ontwikkelende ziekte, het duurt gemiddeld tot 10 jaar vooraleer een poliep, een uitstulping in de wand van de dikke darm, zich ontwikkelt tot een kwaadaardig gezwel. Hoe vroeger in zijn ontwikkeling de kanker ontdekt wordt, hoe groter de kans op genezing: als de kanker in een vroeg stadium wordt ontdekt, heeft 95% van de patiënten uitzicht op een minimumoverleving van 5 jaar.
Stoelgangtest
Elke Vlaming tussen 50 en 74 jaar zal een brief krijgen, samen met de test, de immonochemische Fecaal Occult Bloedt Test (iFOBT), die momenteel de meest geschikte test is voor darmkankerscreening.
De iFOBT-test ziet eruit als een cilindervormig potje met een soort mascaraborsteltje. Iedereen kan dit thuis doen. Als je naar het toilet gaat, leg je een soort plastic doek in de pot om de stoelgang op te vangen. Dan neem je met de borstel een staal, stopt dat in het doosje en stuurt het in een voorgefrankeerde enveloppe naar het laboratorium voor analyse. Na tien dagen ken je het resultaat.
De stalen zullen onderzocht worden op bloedsporen, die niet met het blote oog zichtbaar zijn. Bij een afwijkend resultaat wordt een preventief onderzoek of zogenaamde colonoscopie uitgevoerd. Bij personen die eerstegraadsverwanten hebben met dikkedarmkanker, zal zo’n onderzoek meteen gebeuren. Tijdens een colonoscopie gaat de specialist met een flexibele minicamera via de aars de darm binnen en onderzoekt de darmwand. De precieze werkwijze bij het uitnodigen van de doelgroep tot deelname zal nog worden vastgelegd. Ofwel zal men de test krijgen opgestuurd, ofwel zal men deze op vraag kunnen bestellen.
Het risico op dikkedarmkanker is niet voor iedereen gelijk: sommige mensen hebben een verhoogd risico doordat ze erfelijk of familiaal belast zijn, of doordat ze lijden aan bepaalde chronische aandoeningen zoals colitis ulcerosa (chronische darmontsteking) of de ziekte van Crohn. Voor deze mensen zijn andere opvolgingsmethoden beter geschikt dan de test die in het bevolkingsonderzoek zal worden aangeboden. Bij de uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek, zal informatie gegeven worden over de factoren die maken dat iemand een verhoogd risico kan hebben, en wat die persoon dan best kan doen. Ook de huisartsen en gastro-enterologen zullen uitgebreid geïnformeerd worden over het opzet en het verloop van de screening.
In Nederland start een gelijkaardig bevolkingsonderzoek naar darmkanker vanaf 2013.