Bedplassen: wat kan je er zelf aan doen?

dossier

Jouw kind zal maar stoppen met bedplassen als het er zelf klaar voor is. Het kan er niets aan doen dat het in bed plast en heeft dit niet onder controle. Je kind dwingen ermee te stoppen, boos worden of straffen zal niet helpen, integendeel. Maak er ook niet te snel een probleem van. Want hierdoor zal je kind zich minder goed in zijn vel voelen, zich schamen en het risico lopen op een lager zelfbeeld.

Is jouw kind al een aantal maanden zindelijk overdag, dan zal het meestal automatisch ’s nachts droog blijven. Je kan de luier weglaten als je kind minstens drie opeenvolgende dagen ’s morgens een kurkdroge luier heeft. Is je kind na drie weken nog niet droog, doe dan opnieuw een luier aan. Wellicht is de blaas nog niet helemaal volgroeid en heeft het nog wat tijd nodig.

Als jouw kind na zijn/haar vijfde jaar nog in bed plast, kunnen de volgende adviezen helpen:

1. Toon begrip en heb geduld, maar probeer je kind te motiveren.

2. Laat je kind tijdens de dag regelmatig plassen (ongeveer om de twee uur, zonder persen).

3. Laat je kind altijd plassen voordat het naar bed gaat. Als het niet lukt, is dat niet erg. Het gaat erom dat je kind de kans krijgt om even rustig op het toilet te ontspannen.

4. Laat je kind in de uren voor het slapengaan niet te veel drinken, en liefst geen melk, koolzuurhoudende dranken en dranken die cafeïne of theïne bevatten. Laat jouw kind vooral overdag (in de voormiddag) drinken.

5. Als je kind enkele nachten een droge luier heeft, kan je je kind eventueel zonder luier laten slapen. Dan merkt jouw kind sneller wanneer het plast. Leg een plastic zeil onder het laken om de matras te beschermen. Als het toch nog niet lukt, gebruik je beter opnieuw een luier in plaats van hardnekkig vol te houden. Het heeft immers geen zin om in natte lakens te slapen en het dragen van een luierbroekje is dan voor iedereen veel aangenamer. Het is overigens niet bewezen dat het uitlaten van een luier resulteert in sneller droog worden.

6. Als je kind in bed heeft geplast, zeg je dat dit jammer is. Boos worden of straffen heeft geen zin, maar zeg ook niet dat het niet erg is.

7. Prijs jouw kind als hij/zij zich inspant om droog te blijven, bijvoorbeeld als het voor het slapen gaat plassen, als het 's avonds niet te veel drinkt, helpt om een nat laken te verversen... Geef je kind eventueel een beloning, bijvoorbeeld een knuffel, samen een spelletje doen, extra voorlezen, iets langer opblijven... Maar overdrijf niet met beloningen. Beloon eerder de inspanning dan het resultaat (een droge nacht).

Je kan dit eventueel combineren met een kalender, waarop je kind bijvoorbeeld voor elke droge nacht een stickertje aanbrengt.

8. Hou een plaskalender bij, samen met je zoon of dochter. Op de dagkalender vul je in wanneer je kind wat en hoeveel gedronken heeft, wanneer je kind heeft geplast, wanneer er een ongelukje is gebeurd... Op de nachtkalender noteer je wanneer je kind gaat slapen en opstaat, of het al dan niet geplast heeft, of het 's nachts is opgestaan om te plassen, het gewicht van de natte luier enz.

Lees ook: Hoe probeer je bedplassen te voorkomen bij je kind?

Hier kan je een voorbeeld van zo'n plaskalender downloaden.

9. Of het zin heeft om je kind 's nachts wakker te maken om het te laten plassen, is niet duidelijk. Volgens de meeste specialisten helpt het niet om een betere controle over de blaas te krijgen. Sommige kinderen plassen bovendien meer dan één keer per nacht. Het wakker maken belet dan vaak niet dat hij later in de nacht nogmaals zal bedplassen.

10. Raadpleeg een arts

Is je kind vijf jaar of ouder en plast het nog geregeld in bed, en zorgt dat bij je kind voor sociale of emotionele problemen (schaamte, spanningen...), dan raadpleeg je het best een arts.

Hoeveel keer per week je kind bedplast, zegt niet zoveel over de medische ernst van het probleem. Laat je in de eerste plaats leiden door je kind. Heeft je kind echt last van het bedplassen, ook al is dat maar een paar keer per week, aarzel dan niet om een arts te raadplegen. Heeft je kind relatief weinig last van het bedplassen, dan kunnen bijvoorbeeld aangepaste luierbroekjes al een deel van de praktische ongemakken uit de wereld helpen.
De kans dat bedplassen vanaf die leeftijd spontaan verdwijnt, is klein. Vanaf zeven jaar riskeert vijf procent van de kinderen die bedplassen om zonder behandeling heel hun leven bedplasser te zijn.

Wat doe je beter niet?

Beschuldig, verneder of straf je kind niet. Zeg niet dat het ‘lui’ is.

Neem niet zomaar je kind zijn luier weg. Iemand die te diep slaapt, wordt niet wakker van natte lakens.

Werk liever niet met een beloningsysteem op de lange termijn (bijvoorbeeld als het vier weken niet geplast heeft dan...). Beloningen leiden in dit geval zelden tot meer droge nachten. Een directe beloning na elke droge nacht kan eventueel wel.

Verbied je kind niet om ’s avonds te drinken, maar laat het niet te veel drinken. Probeer het zoveel mogelijk in de voormiddag te laten drinken.

Lees ook: Heeft mijn kind een plasprobleem?

Bronnen:
www.drogenachten.be
bedwetting.elsevierresource.com
behandelbedplassen.nl
www.kenniscentrumbedplassen.com
www.nhg.org
www.thuisarts.nl
www.jessazh.be
www.worldbedwettingday.com