nieuws
Bij een malletvinger blijft het topje van de vinger gebogen als u de vinger strekt. Uw vinger lijkt dan een beetje op een hamertje. Eerst voelt u er weinig van, maar later kan het pijn gaan doen. Het gewricht aan de vingertop kan wat dikker worden.
Een malletvinger ontstaat meestal door een klap op de top van een gestrekte vinger, meestal de middelvinger of de wijsvinger. Dit kan voorkomen bij het vangen van een bal, een hamervinger komt bijvoorbeeld vaak voor bij rugbyspelers, basketballers, voetbalkeepers en volleyballers. Maar het kan ook opeens gebeuren bij gewone huishoudelijke handelingen, zoals het stoten van de vinger tegen de rand van de tafel of het opmaken van een bed door het instoppen van een laken of dekbed. Bij ouderen kan het licht stoten van een vinger al een ‘knikje’geven waardoor een hamervinger ontstaat. Ook bij een snijverwonding kan een malletvinger ontstaan.
Bij het omknakken van de vingertop kan de strekpees die vastzit aan het vingerkootje afscheuren. Soms breekt ook het stukje bot waar de pees aan vastzit af van het bovenste vingerkootje.
Behandeling
In eerste instantie kan u de blessure koelen door er zo’n 10 à 15 minuten met een ijsblokje over te wrijven of door er een coldpack of een zakje met kapot geslagen ijsblokjes op te leggen.
Spalken
Meestal wordt een malletvinger behandeld met een speciale spalk waarbij het laatste vingerkootje in gestrekte stand wordt gespalkt. Het tweede vingerkootje moet wel kunnen buigen. Deze spalk moet gedurende 6 tot 8 weken dag en nacht blijven zitten. Tijdens de hele periode in de spalk mag het topje geen enkele keer buigen. Ook bij kortdurende verwijdering van de spalk – bijvoorbeeld bij wassen of bij huidinspectie – moet de vinger gestrekt worden gehouden. Na de zesde week mag de spalk korte tijd afgedaan worden om te oefenen (ongeveer 10 minuten) gedurende nog 2 weken daarna moet de spalk er weer omheen. De tijdsduur dat de vinger uit de spalk mag, wordt geleidelijk aan opgevoerd. Spalken 's nachts blijft nog noodzakelijk gedurende twee tot vier weken nadat de spalk overdag af mag. De totale behandeling zal ongeveer drie tot vier maanden in beslag nemen.
Het is zeer belangrijk dat de vinger niet te vroeg uit de spalk gehaald wordt. De pees kan dan gemakkelijk opnieuw afscheuren. Eventueel wordt bij onvoldoende resultaat het spalken met 2-6 weken verlengd.
Spalken zou in zowat driekwart van de gevallen succes hebben.
Operatie
Wanneer het afgescheurde stukje bot te groot is of wanneer er een open wond is, dan moet er geopereerd worden. Ook wanneer de behandeling met een spalkje geen succes heeft, kan een operatie overwogen worden. De chirurg zal het losgeraakte stukje bot vastzetten en de afgescheurde pees hechten. Na de operatie moet de vinger opnieuw gespalkt worden gedurende 6 tot 8 weken.
 |
 |
