Schizofrenie: hallucinaties, wanen en chaotisch gedrag
dossier
Lees ook: Schizofrenie: diagnose door oogtest
Schizofrenie: een vervorming van de werkelijkheid

Schizofrenie wordt soms omschreven als een toestand waarin het contact met de realiteit verloren gaat. Dat betekent echter niet dat men elk besef van de werkelijkheid kwijtraakt. Men leeft niet in een compleet andere wereld. Men weet nog steeds wat een huis, brood of fiets is. Het gaat eerder om een breuk met de gebruikelijke waarneming van de wereld.
Patiënten kunnen verwarde gedachten hebben en de omgeving anders waarnemen. Ze kunnen stemmen horen of dingen zien die er niet zijn. Ze interpreteren alledaagse gebeurtenissen soms als persoonlijke boodschappen. Deze vervormde realiteit beïnvloedt hun gedrag en hun vermogen om met anderen te communiceren. De ziekte kan leiden tot een verlies van houvast en een diep gevoel van onbegrip, wat het sociale isolement vaak versterkt.
Tijdens acute fasen van de ziekte beseft de patiënt vaak niet dat hij ziek is (dit wordt anosognosie genoemd), wat het aanvaarden van de diagnose en het volgen van een behandeling bemoeilijkt.
Lees ook: Schizofrenie en bipolaire stoornis komen in sommige families meer voor
Symptomen van schizofrenie
1. Productieve (positieve) symptomen
- Wanen: achtervolgingswanen (het gevoel hebben dat men wordt bespioneerd of bedreigd), betrekkingswanen (denken dat boodschappen speciaal voor hen bedoeld zijn), controlewanen (geloven dat anderen gedachten kunnen lezen). Sommige wanen zijn onwaarschijnlijk (bijv. geloven dat organen verwijderd zijn zonder litteken), andere blijven geloofwaardig (bijv. achtervolgd worden of bedrogen door de partner).
- Hallucinaties: de patiënt ziet, proeft, ruikt of hoort dingen die anderen niet waarnemen. Auditieve hallucinaties (stemmen horen) komen het vaakst voor.
- Angst: deze kan leiden tot agitatie of juist tot verstarring.
2. Negatieve symptomen
- De patiënt communiceert minder.
- Kort antwoorden.
- Emoties worden minder geuit.
- Weinig of geen oogcontact.
- Gebrek aan interesse in sociale contacten en verlies van contact met naasten.
3. Dissociatieve en cognitieve symptomen
- Dissociatieve symptomen: verward denken, onsamenhangende of onbegrijpelijke spraak.
- Vreemd gedrag: onverklaarbare agitatie, rigide houding, vreemd lopen, sociaal onaangepast gedrag.
- Cognitieve stoornissen: moeite met concentreren, geheugen, organisatie, plannen, probleemoplossing of eenvoudige taken.
Lees ook: Wat is een psychose en hoe wordt het behandeld?
Verloop van schizofrenie
- Eerste psychotische episode: vaak het begin van de ziekte, maar wordt niet altijd als zodanig herkend. Kan verward worden met andere stoornissen, wat een tijdige behandeling vertraagt.
- Wisselend verloop: periodes met chronische symptomen worden afgewisseld met acute psychotische episodes, zoals hallucinaties en wanen.
- Stabilisatie en restsymptomen: na acute fasen kan stabiliteit optreden, maar met aanhoudende milde symptomen zoals emotionele of sociale problemen.
- Prognose en vroege behandeling: het verloop hangt sterk af van vroege diagnose en behandeling. Vroege tussenkomst kan leiden tot gedeeltelijke of zelfs volledige remissie. Bij anderen wordt het een chronische aandoening met langdurige opvolging.
Lees ook: Wat zijn de symptomen van een paniekaanval en wat kan je doen?
Oorzaken en risicofactoren van schizofrenie

Genetica
Foetale ontwikkeling
Stress
Cannabis en andere drugs
Lees ook: Getuigenis: softdrugs als trigger van psychose
Behandeling van schizofrenie
Vroegtijdige behandeling helpt om symptomen onder controle te houden en complicaties te voorkomen. Onbehandelde psychose leidt vaak tot ernstigere symptomen.
De behandeling wordt aangepast aan de aard van de symptomen, het profiel en de omgeving van de patiënt, eventuele verslavingen enz. Hospitalisatie is vaak nodig bij de eerste psychose. Een opname helpt ook om weer regelmatig te eten, te slapen en zich te verzorgen.
Medicatie
De eerstelijnsbehandeling is antipsychotica van de tweede generatie. Deze genezen de ziekte niet, maar helpen wel om symptomen te onderdrukken en cognitieve functies te verbeteren (geheugen, aandacht, besluitvorming). Ze beïnvloeden voornamelijk de dopaminesystemen, die bij schizofrenie verstoord zijn. Dagelijkse inname is cruciaal: stoppen leidt bijna onvermijdelijk tot een terugval. Moderne antipsychotica hebben minder bijwerkingen dan oudere neuroleptica, maar toch is ongeveer een kwart van de patiënten er resistent tegen.
Soms worden ook antidepressiva of anxiolytica voorgeschreven, afhankelijk van de symptomen.
Psychosociale interventies
Cognitieve gedragstherapie, sociale en professionele revalidatieprogramma’s en familieondersteuning zijn belangrijk om de levenskwaliteit te verbeteren en sociale re-integratie te bevorderen.
Lees ook: Vormen van psychotherapie: wat is cognitieve gedragstherapie?
Wanneer een arts raadplegen?
Schizofrenie is moeilijk te diagnosticeren. De symptomen ontwikkelen zich geleidelijk en zijn aanvankelijk vaag. Vaak is de diagnose gesteld als de ziekte al jaren aan de gang is. Vroege interventie kan het risico op ernstige psychose en chronische schizofrenie beperken.
Let op gedragsveranderingen bij adolescenten en raadpleeg een arts bij tekenen zoals:
- gedragsverandering,
- terugtrekking uit sociale contacten,
- stopzetten van hobby's,
- vreemde ideeën: achtervolgingswaanzin, mystieke overtuigingen...
- gevoel anders te denken dan voorheen.
Lees ook: Getuigenis: softdrugs als trigger van psychose
Prognose van schizofrenie
- Bij een derde van de patiënten treedt langdurige remissie op onder behandeling.
- Bij anderen blijft de ziekte bestaan, met beheersbare symptomen, maar risico op terugval.
- 20 tot 30% van de patiënten reageert nauwelijks op behandeling.
- Bijna de helft stopt met medicatie binnen het eerste jaar.
Lees ook: Is lachgas gevaarlijk voor de gezondheid?
Misvattingen over schizofrenie
- Dubbele persoonlijkheid: mensen met schizofrenie lijden niet aan een gespleten persoonlijkheid. Bij schizofrenie is er geen sprake van een "tweede persoonlijkheid". De persoonlijkheid van de getroffen persoon blijft dezelfde, maar bepaalde aspecten van hun gedrag kunnen veranderen. Een echte dubbele persoonlijkheid (waarbij iemand afwisselt tussen twee of meerdere persoonlijkheden) is een totaal andere aandoening en bovendien uiterst zeldzaam.
- Geweld: mensen met schizofrenie zijn geen potentiële misdadigers. Onderzoek toont aan dat zij niet gewelddadiger zijn dan de gemiddelde burger. Integendeel, ze hebben eerder de neiging om zich terug te trekken. Tijdens een acute psychotische fase kunnen ze wel enige agressie vertonen, maar dat blijft uitzonderlijk.
- Afhankelijkheid van medicatie: antipsychotica en neuroleptica leiden niet tot verslaving. Ze "beheersen" ook niet de geest van de patiënt. Integendeel, ze bieden vaak de mogelijkheid om beter inzicht te krijgen in de eigen problemen, en om te leren herkennen wanneer hallucinaties of wanen dreigen op te treden. Het is net de schizofrene psychose zelf die het gedrag van de patiënt onder controle neemt. Neuroleptica kunnen wel bijwerkingen veroorzaken, zoals slaperigheid of een vermindering van de expressiviteit.
Bronnen:
https://www.inserm.fr
https://www.mayoclinic.org
https://www.msdmanuals.com
https://www.hersenstichting.nl
https://www.gezondheidenwetenschap.be
https://www.psychosenet.be