- dossierWat kan je doen tegen impetigo of krentenbaard?
- dossierImpetigo of krentenbaard: symptomen en hoe besmettelijk?
- dossierWat zijn ziekenhuisinfecties?
- nieuwsSinutab en Fucidin op voorschrift: wat zijn de gevaren van pseudo-efedrine en fusidinezuur?
- dossierMag je etherische of essentiële oliën innemen?
Een geneesmiddel is geen snoepje
- Een geneesmiddel is geen snoepje
- 12 TIPS VOOR EEN GOED GEBRUIK VAN GENEESMIDDELEN
- 1. Arts en apotheker: uw beste raadgevers
- 2. Lees aandachtig bijsluiter en verpakking van het geneesmiddel
- 3. Ga na of de geneesmiddelen die u koopt wel degelijk vergund zijn door de bevoegde instanties
- 4. Geneesmiddelen via internet? Surf niet met uw gezondheid!
- 5. Neem contact op met uw arts en/of apotheker indien er bijwerkingen optreden
- 6. Een huis- of reisapotheek kan de plaats van een arts en/of apotheker niet innemen
- 7. Ga na of een geneesmiddel een invloed kan hebben op uw rijvaardigheid
- 8. Raadpleeg uw arts en/of apotheker alvorens u geneesmiddelen neemt als u zwanger bent of borstvoeding geeft
- 9. Wees voorzichtig en waakzaam als u geneesmiddelen geeft aan kinderen
- 10. Pijnstillers en zelfmedicatie: Maak er geen misbruik van
- 11. Antibiotica: alleen gebruiken indien nodig
- 12. Slaap- en kalmeringsmiddelen slik je niet zomaar
dossier
Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten lanceert voor de tweede keer een mediacampagne “Een geneesmiddel is geen snoepje!” om het grote publiek te sensibiliseren voor het goed gebruik van geneesmiddelen.
Met deze campagne waarschuwt het FAGG dat een geneesmiddel ondoeltreffend, zelfs schadelijk voor uw gezondheid kan zijn indien u het gebruikt zonder het advies van uw arts of apotheker te respecteren en de gebruiksaanwijzing van de bijsluiter niet volgt.
12 TIPS VOOR EEN GOED GEBRUIK VAN GENEESMIDDELEN
1. Arts en apotheker: uw beste raadgevers
Raadpleeg uw arts en vraag raad aan uw apotheker. Zij zijn de gekwalificeerde gezondheidszorgbeoefenaars die al uw vragen over het gebruik van geneesmiddelen kunnen beantwoorden.
Vertrouw niet zomaar op het advies dat u van een kennis krijgt of op het internet vindt, zelfs al is het goedbedoeld.
Een geneesmiddel dat bij iemand anders doeltreffend is, is niet per definitie ook geschikt voor u. Erger nog, het kan bij u meer kwaad dan goed doen.
De dosering van een geneesmiddel en de duur van een behandeling zijn ook verschillend voor elk individu.
Gebruik geen geneesmiddelen die niet rechtstreeks voor u bedoeld zijn. Doe ook niet het omgekeerde: geef uw geneesmiddelen nooit door aan iemand anders, ook al zijn de symptomen schijnbaar dezelfde.
Uw arts en apotheker weten raad
Uw arts, en in sommige gevallen uw tandarts, is het meest bekwaam om uw gezondheidsproblemen te evalueren en u de juiste behandeling voor te schrijven.
Uw apotheker geeft bij de aflevering van geneesmiddelen persoonlijke informatie die nodig is voor een goed gebruik ervan.
De arts en de apotheker zijn bijgevolg gekwalificeerde gezondheidszorgbeoefenaars die de antwoorden kennen op al uw vragen betreffende geneesmiddelen zoals:
• de toedieningswijze,
• de te gebruiken hoeveelheid (dosis),
• het tijdstip van inname,
• de gebruiksaanwijzingen,
• de mogelijke wisselwerking met andere geneesmiddelen,
• de invloed van voedsel,
• de mogelijke bijwerkingen,
• de tegenindicaties,
• de bewaring van het geneesmiddel.
Al deze informatie staat in de bijsluiter die in de verpakking van het geneesmiddel zit. U kunt de bijsluiter van elk geneesmiddel (voor menselijk en voor diergeneeskundig gebruik) dat verkocht wordt in België op de internetsite van FAGG (www.fagg-afmps.be/nl/) raadplegen en afdrukken.
Het advies van uw arts en apotheker is speciaal voor u bestemd en is dus aangepast aan uw specifieke geval.
De apotheker heeft hoofdzakelijk een raadgevende rol:
• de apotheker wijst u op de richtlijnen voor het gebruik van elk geneesmiddel en waarschuwt u voor verkeerd gebruik;
• de apotheker kan al uw vragen beantwoorden in verband met uw geneesmiddelen of uw behandeling;
• de apotheker kan u vrij verkrijgbare geneesmiddelen aanraden. Indien nodig stuurt de apotheker u door naar een arts;
• de apotheker adviseert u in termen van rationeel gebruik van geneesmiddelen, vergelijking van prijs en keuze in verpakkingsgrootte.
De arts kan u een geneesmiddel op stofnaam voorschrijven. Dit wil zeggen dat enkel het (de) werkzame bestandde(e)l(en), de sterkte en de toedieningsweg genoteerd worden. In dat geval kiest de apotheker het geneesmiddel (hetzij een origineel geneesmiddel, hetzij één van zijn “generieken”) dat beantwoordt aan het voorschrift, rekening houdende met uw belang, de continuïteit van uw behandeling, de prijs en met eventuele voorwaarden verbonden aan de terugbetaling van het geneesmiddel.
Let op, als de arts de commerciële naam van het geneesmiddel noteert, mag de apotheker geen ander product meegeven zonder voorafgaand akkoord van de arts.
De apotheker heeft ook de wettelijke plicht (sinds 1 januari 2010) om uw farmaceutisch dossier bij te houden. Hierin worden alle geneesmiddelen die u neemt (met of zonder medisch voorschrift) geregistreerd, naast eventuele specifieke gegevens (bijvoorbeeld chronische aandoeningen, allergieën).
De apotheker beschikt zo over een doeltreffend instrument om eventuele onverenigbaarheden met een andere lopende behandeling (wisselwerkingen van geneesmiddelen) of met een aandoening waarvan hij op de hoogte is (bijvoorbeeld allergie voor een bepaald product, diabetes) op te sporen.
Ziekenhuisopname
Bij een ziekenhuisopname is het belangrijk om een lijst te bezorgen met alle geneesmiddelen die u gebruikt. Uw arts en uw apotheker kunnen u helpen om deze lijst samen te stellen.
Aan het einde van een ziekenhuisopname krijgt u instructies voor uw verdere behandeling. Het is belangrijk deze over te brengen aan uw arts.
Automedicatie
Sommige geneesmiddelen mogen vrij verkocht worden: de apotheker kan deze zonder medisch voorschrift afleveren. De indicaties en de dosering laten in principe toe dat deze gebruikt worden zonder voorafgaande raadpleging van een arts. Dit noemen we zelfmedicatie.
Hoewel voor deze geneesmiddelen geen medisch voorschrift nodig is, zijn deze niet per definitie zonder risico en mag zelfmedicatie in geen geval langdurig toegepast worden zonder medisch advies.
Geneesmiddelen en reclame
Ook de reclamewereld laat ons kennismaken met allerlei vrij verkrijgbare geneesmiddelen.
Reclameboodschappen zijn alomtegenwoordig (bijvoorbeeld op radio en televisie, op internet en in de pers), ook in de apotheek.
Alle reclameboodschappen voor geneesmiddelen moeten een aantal wettelijke vermeldingen bevatten zoals :
• dit is een geneesmiddel, geen langdurig gebruik zonder medisch advies;
• de naam van het werkzaam bestanddeel;
• richtlijnen voor een goed gebruik van het geneesmiddel, zoals de contra-indicatie tijdens de zwangerschap of voor bepaalde leeftijdsgroepen;
• lees aandachtig de bijsluiter.
Houd rekening met deze vermeldingen. Blijf kritisch en onthoud dat een geneesmiddel geen snoepje is. Geneesmiddelen neem je niet zomaar.
2. Lees aandachtig bijsluiter en verpakking van het geneesmiddel
Lees aandachtig de bijsluiter en de vermeldingen op de verpakking.
In de bijsluiter en op de verpakking van een geneesmiddel vindt u belangrijke richtlijnen voor een goed gebruik ervan. Het wordt aangeraden deze aandachtig te lezen en er rekening mee te houden. De Belgische regelgeving voorziet dat deze informatie aanwezig moet zijn in de drie landstalen: Duits, Frans en Nederlands.
Aarzel nooit om bijkomende uitleg te vragen aan uw arts of apotheker.
Bewaar de bijsluiter van het geneesmiddel in de verpakking. Het kan nodig zijn deze opnieuw te lezen. In geval van verlies kunt u de bijsluiter van elk geneesmiddel (voor menselijk gebruik en diergeneeskundig gebruik) dat verkocht wordt in België op de website van FAGG (www.fagg-afmps.be/nl/) raadplegen en afdrukken.
De bijsluiter en de verpakking zijn ook essentieel om een bepaald geneesmiddel te identificeren.
Het formaat en de informatie van de bijsluiter en de verpakking van een geneesmiddel zijn gebaseerd op een Europees model.
Bijsluiter
De inleidende tekst van de bijsluiter van elk geneesmiddel bevat algemene richtlijnen die belangrijk zijn voor het gebruik ervan.
U wordt bijvoorbeeld herinnerd aan de volgende elementen:
• geneesmiddelen op medisch voorschrift zijn aan u persoonlijk voorgeschreven en mogen niet aan een ander persoon doorgegeven worden. Dit zou voor hem/haar schadelijk kunnen zijn zelfs als de symptomen schijnbaar identiek zijn aan de uwe;
• raadpleeg steeds uw arts of apotheker wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in de bijsluiter vermeld staat.
Een bijsluiter is onderverdeeld in zes rubrieken:
1. Wat is het geneesmiddel en waarvoor wordt het gebruikt?
Informatie over de farmacologische groep (bijvoorbeeld pijnstillers, antihypertensiva, antibiotica), het werkingsmechanisme en de therapeutische indicaties.
Hier kunt u nagaan of het geneesmiddel wel degelijk datgene is wat u nodig heeft.
2. Wat moet u weten alvorens u het geneesmiddel inneemt?
Neem (gebruik) het geneesmiddel nooit
Gevallen waarin het gebruik van het geneesmiddel wordt ontraden (bijvoorbeeld bij ziekte, slecht werkende organen zoals nier- of leverinsufficiëntie, een allergie aan het werkzaam bestanddeel of aan een van de hulpstoffen).
• Wees voorzichtig met het geneesmiddel
Situaties waarin voorzichtigheid geboden is of waarin u best uw arts raadpleegt.
Richtlijnen die opgevolgd moeten worden bij de inname van het geneesmiddel (bijvoorbeeld het verbod om zich bloot te stellen aan de zon in geval van een fotosensibiliserend geneesmiddel, de noodzaak om een voorbehoedsmiddel te gebruiken bij inname van een geneesmiddel dat schadelijk kan zijn in geval van zwangerschap).
• Inname (gebruik) samen met andere geneesmiddelen
Lijst van geneesmiddelen die een wisselwerking kunnen hebben met het geneesmiddel in kwestie.
fwel wordt het gelijktijdige gebruik afgeraden, ofwel moeten bijzondere voorzorgsmaatregelen getroffen worden.
• Voedsel en drank
Gelijktijdige inname van voedsel en een oraal geneesmiddel kan de opname door het lichaam beïnvloeden.
In bepaalde gevallen wordt de inname van voedsel afgeraden, of integendeel, zelfs aangeraden.
Enkele specifieke voedingsmiddelen kunnen ook de opname, de uitscheiding of het effect van een geneesmiddel beïnvloeden (bijvoorbeeld alcohol, pompelmoessap of zuivelproducten).
• Zwangerschap en borstvoeding
Mogelijke risico’s eigen aan de inname van een geneesmiddel tijdens de zwangerschap of borstvoeding.
Tijdens de zwangerschap of borstvoedingsperiode is het aangewezen de inname van geneesmiddelen zoveel mogelijk te beperken. Soms is een behandeling echter nodig. Hierbij is medisch advies absoluut noodzakelijk.
• Besturen van voertuigen of het gebruik van machines
Waarschuwingen over de risico’s bij het besturen van voertuigen of het gebruik van machines.
• Hoe wordt het geneesmiddel ingenomen (gebruikt)?
Informatie over de in te nemen hoeveelheid, met andere woorden de gebruikelijke dosissen, de maximale dagdosis, de minimale tijd tussen twee innames, het tijdstip van inname, de toedieningswijze en de behandelingsduur.
De dosis varieert van persoon tot persoon, onder andere in functie van de leeftijd, het gewicht, het lichaamsoppervlak, de lever- en/of nierwerking. Respecteer daarom steeds het persoonlijke advies van uw arts of apotheker.
• Gebruik bij kinderen
Of een geneesmiddel kan toegediend worden aan een kind is afhankelijk van de vereiste minimumleeftijd. Respecteer nauwgezet de voorgeschreven dosissen. Gebruik bij drinkbare oplossingen steeds de bijgeleverde doseerlepel of het specifiek hulpmiddel dat in de verpakking met het geneesmiddel meegeleverd is.
• Als u meer van het geneesmiddel genomen (gebruikt) heeft dan u zou mogen
Maatregelen te nemen bij accidentele inname van het geneesmiddel of bij inname van een te hoge dosis ervan. Het telefoonnummer van het Antigifcentrum (070/245.245).
Wacht nooit met reageren tot er symptomen van vergiftiging optreden en neem zo snel mogelijk contact met uw arts, apotheker of het Antigifcentrum.
• Als u bent vergeten het geneesmiddel te nemen (te gebruiken)
Richtlijnen te volgen wanneer u het geneesmiddel vergeten in te nemen bent.
• Als u stopt met het nemen (het gebruiken) van het geneesmiddel
Richtlijnen te volgen bij het stoppen van de behandeling met het geneesmiddel.
De inname van sommige geneesmiddelen mag van de ene dag op de andere stoptgezet worden; bij andere geneesmiddelen moet dit geleidelijk gebeuren.
• Wat zijn de mogelijke bijwerkingen?
Lijst met mogelijke bijwerkingen, meestal gerangschikt volgens hun frequentie (frequent, weinig frequent of zeldzaam). In de meeste gevallen zijn deze bijwerkingen niet ernstig en verdwijnen deze zonder extra maatregelen te nemen. Soms kunnen de bijwerkingen ernstig zijn en moet de inname van het geneesmiddel stopgezet worden.
Informeer uw arts of apotheker indien er bijwerkingen optreden. Zij zullen u zeggen welke maatregelen u moet treffen. Indien het om een ernstige bijwerking gaat of deze niet in de bijsluiter vermeld staat, zullen zij dit melden bij het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking (CBGH) van het FAGG. Het CBGH verzamelt en analyseert deze informatie, en neemt indien nodig corrigerende maatregelen.
• Hoe het geneesmiddel bewaren?
Richtlijnen voor de bewaring van het geneesmiddel (de meeste geneesmiddelen moeten bewaard worden buiten de invloed van warmte en/of vocht en/of licht, andere in de koelkast en allemaal buiten het bereik en het zicht van kinderen).
Gebruik geneesmiddelen niet na de vermelde vervaldatum (deze verwijst naar de laatste dag van de maand).
Bepaalde geneesmiddelen (bijvoorbeeld oogdruppels of geneesmiddelen op basis van water die door de apotheker op het moment van aflevering bereid worden zoals antibioticasiropen of neusdruppels) zijn slechts een beperkte tijd houdbaar na opening. Noteer de datum van opening op de verpakking om zo te kunnen berekenen tot wanneer het geneesmiddel gebruikt mag worden.
Gebruik geen geneesmiddel wanneer u zichtbare tekenen van bederf opmerkt.
Gooi geen geneesmiddelen weg via het afvalwater of met het huishoudelijk afval. Breng vervallen en ongebruikte geneesmiddelen terug bij uw apotheker die zal instaan voor de verdere vernietiging ervan. Verwijder zelf de verpakking en de bijsluiter om zo het werk van de apotheker te vergemakkelijken.
• Aanvullende informatie
• Wat bevat het geneesmiddel?
Lijst van werkzame en andere (hulpstoffen) bestanddelen van het geneesmiddel.
• Wat is het geneesmiddel en de inhoud van de verpakking?
Informatie over de farmaceutische vorm en de verschillende verpakkingen van het geneesmiddel.
• Houder van de vergunning voor het in de handel brengen (VHB)
• VHB-nummer
• Firma die houder is van deze VHB
Voor elk geneesmiddel bestaat een bijsluiter en een samenvatting van de kenmerken van het product (SKP). De bijsluiter is bedoeld voor de patiënt, terwijl de SKP voornamelijk bestemd is voor de gezondheidszorgbeoefenaars.
Verpakking
Volgende vermeldingen moeten voorkomen op de externe verpakking van elk geneesmiddel:
• de naam van het geneesmiddel gevolgd door de sterkte,
• de werkza(a)m(e) bestande(e)l(en) en soms de hulpstoffen,
• de farmaceutische vorm en de hoeveelheid,
• de manier en de wijze van toediening(en),
• de speciale waarschuwing dat het geneesmiddel buiten het bereik en zicht van kinderen moet gehouden worden,
• de andere speciale waarschuwingen, indien van toepassing,
• de vervaldatum,
• de voorzorgsmaatregelen bij de bewaring, indien van toepassing,
• de voorzorgsmaatregelen voor het vernietigen van niet-gebruikte geneesmiddelen of het afval afkomstig van deze geneesmiddelen, indien van toepassing,
• de naam en adres van de farmaceutische firma, houder van de VHB,
• het VHB-nummer,
• het lotnummer,
• de wijze van aflevering (geneesmiddel op medisch voorschrift of niet),
• de gebruiksaanwijzingen,
• de naam van het geneesmiddel (en eventueel de sterkte) in braille.
Andere kenmerken eigen aan bepaalde geneesmiddelen kunnen soms op de verpakking vermeld staan.
De verpakking speelt een belangrijke rol in het correct bewaren van een geneesmiddel en dit te beschermen tegen vocht, licht en lucht.
3. Ga na of de geneesmiddelen die u koopt wel degelijk vergund zijn door de bevoegde instanties
Enkel vergunde geneesmiddelen zijn geëvalueerd op het vlak van hun kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid.
Geneesmiddelen moeten ziektes voorkomen, genezen of de symptomen verlichten. De commercialisatie ervan is strikt gereglementeerd en gecontroleerd door de bevoegde autoriteiten (in België het FAGG) die toezien op hun kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid in het belang van de Volksgezondheid.
In de praktijk
In België zijn alleen apothekers bevoegd om geneesmiddelen te verkopen.
Koop uw geneesmiddelen via het legale circuit:
• in een vergunde apotheek,
• in het geval van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en vrij van medisch voorschrift, via de internetsite van een vergunde apotheek. De internetsite moet wel genotificeerd zijn bij het FAGG en de Orde der Apothekers.
U kunt de lijst van genotificeerde internetsites raadplegen op de internetsite van het FAGG www.fagg-afmps.be/nl/
Door geneesmiddelen buiten het legale circuit te kopen, loopt u het risico om nagemaakte of vervalste geneesmiddelen te ontvangen en/of deze niet correct te gebruiken. Hun kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid kunnen niet gegarandeerd worden omdat deze ontsnappen aan de controle van de bevoegde autoriteiten.
Nummer van de vergunning voor het in de handel brengen of van de registratie
Het nummer van de vergunning voor het in de handel brengen (VHB) of van de registratie laat toe een vergund of geregistreerd geneesmiddel te herkennen. Dit wil zeggen dat de kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid van het geneesmiddel gecontroleerd werden door de bevoegde autoriteiten.
De kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid van een geneesmiddel worden geëvalueerd op basis van het dossier dat door de farmaceutische firma ingediend wordt. De evaluatie gebeurt door wetenschappelijke experten van de bevoegde commissies en is gebaseerd op de van kracht zijnde normen op Europees niveau.
Bepaalde homeopathische geneesmiddelen of traditionele kruidengeneesmiddelen zijn onderworpen aan een vereenvoudigde procedure en krijgen enkel een registratienummer.
Geen enkel geneesmiddel mag verkocht worden zonder VHB of registratie.
Het VHB-nummer of registratienummer staat op de verpakking onder een van de volgende formaten (x: cijfer en Y: letter):
• xxxx YY xxxx F xxx
• BExxxxxx
• EU/1/xx/xxx/xxx
Deze codering kan enigszins verschillend zijn voor homeopathische geneesmiddelen en bepaalde kruidengeneesmiddelen (x: cijfer):
1. Homeopathische geneesmiddelen:
•xxxx CH xxxx F xx of xxxx UH xxxx F xx (registratiecode)
•HO-BExxxxxx (VHB-code)
•HO-BE-CHxxxxxx of HO-BE-UHxxxxxx (registratiecode)
2. Kruidengeneesmiddelen:
•BE-TUxxxxxx (registratiecode)
•xxxx YY xxxx F xxx, BExxxxxx of EU/1xx/xxx/xxx (VHB-code)
Pas op!
Het is belangrijk het onderscheid te maken tussen een geneesmiddel en een voedingssupplement (bijvoorbeeld een product op basis van vitaminen, mineralen of planten).
In tegenstelling tot een geneesmiddel mag een voedingssupplement niet voorgesteld worden alsof het therapeutische of preventieve eigenschappen heeft ten aanzien van een ziekte. Op de verpakking moet de vermelding “voedingssupplement” staan.
Voedingssupplementen mogen ook buiten de apotheek verkocht worden.
Voedingssupplementen vallen onder de bevoegdheid van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (FOD Volksgezondheid).
Homeopathische geneesmiddelen
Homeopathische geneesmiddelen worden bereid uit stamproducten en zijn doorgaans verdund en gepotentieerd. De gebruikte stamproducten kunnen bijvoorbeeld van dierlijke, plantaardige, minerale of chemische oorsprong zijn.
Homeopathische geneesmiddelen komen voor in verschillende vormen, bijvoorbeeld:
• tubes met granules,
• capsules met microglobules,
• capsules,
• druppels,
• tabletten,
• poeders,
• zetpillen,
• zalven.
Kruidengeneesmiddelen
Kruidengeneesmiddelen bevatten uitsluitend één of meer kruidensubstanties of één of meer kruidenpreparaten.
Traditionele kruidengeneesmiddelen waarvan de onschadelijkheid aangetoond is op basis van het langdurige gebruik en de ervaring, kunnen geregistreerd worden via een vereenvoudigde procedure.
“Originele” en “generische” geneesmiddelen
Alle vergunde geneesmiddelen, “originele” en “generische”, voldoen aan dezelfde normen van kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid.
De VHB wordt verleend op basis van:
• een “volledig” dossier als het gaat om een origineel geneesmiddel.
De farmaceutische firma dient een dossier in met de resultaten van farmacologische, toxicologische en klinische studies die uitgevoerd zijn met het geneesmiddel. Ofwel verwijst de firma in haar dossier naar de wetenschappelijke literatuur wanneer het werkzaam bestanddeel minstens tien jaar als geneesmiddel in de Europese Unie in de medische praktijk gebruikt wordt (“Well Established Use”) en bovendien erkend is als kwalitatief, veilig en doeltreffend.
• een “verkort” dossier als het gaat om een generisch geneesmiddel.
Dergelijk dossier verwijst naar een geneesmiddel dat minstens tien jaar in een lidstaat van de Europese Unie vergund is en waarvan het octrooi vervallen is.
De farmaceutische firma kan in dit geval in haar dossier verwijzen naar de resultaten van de studies die werden uitgevoerd met het originele geneesmiddel (het referentiegeneesmiddel).
“Generische” geneesmiddelen en hun “originele” geneesmiddelen hebben eenzelfde doeltreffendheid. Hun kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling aan werkzame bestandde(e)l(en) en hun farmaceutische vorm zijn identiek. De hulpstoffen, het uitzicht en/of de smaak kunnen verschillend zijn.
Voorschrift op stofnaam
De arts kan u een geneesmiddel op stofnaam voorschrijven (VOS - gemeenschappelijke internationale benaming van het werkzaam bestanddeel). Dit wil zeggen dat enkel het (de) werkzame bestandde(e)l(en), de sterkte en de toedieningsweg genoteerd worden. In dat geval kiest de apotheker het geneesmiddel (hetzij een origineel geneesmiddel, hetzij één van zijn “generieken”) dat beantwoordt aan het voorschrift, rekening houdende met uw belang, de continuïteit van uw behandeling, de prijs en met eventuele voorwaarden verbonden aan de terugbetaling van het geneesmiddel.
Let op, als de arts de commerciële naam van het geneesmiddel noteert, mag de apotheker geen ander product meegeven zonder voorafgaand akkoord van de arts.
Geneesmiddelen bereid door de apotheker
Sommige geneesmiddelen worden in de apotheek bereid onder de verantwoordelijkheid van de apotheker. Het gaat om:
• geneesmiddelen bestemd voor één bepaalde patiënt op basis van een medisch voorschrift (magistrale bereidingen),
• geneesmiddelen die worden bereid volgens de aanwijzingen van een Farmacopee of het Therapeutisch Magistraal Formularium, als referentiewerken voor de bereiding van geneesmiddelen. Deze bereidingen zijn niet bestemd voor één enkele patiënt (officinale bereidingen).
De bereidingen worden gemaakt volgens de zogenaamde “goede officinale praktijken” die beschreven worden in de reglementering. Alle gebruikte grondstoffen moeten aan strikte kwaliteitsnormen voldoen.
Indien u meer informatie wenst, vindt u op de internetsite van het FAGG een databank terug met alle vergunde geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik.
Op die internetsite van het FAGG kunt u ook de bijsluiter van elk geneesmiddel (voor menselijk en diergeneeskundig gebruik) dat verkocht wordt in België raadplegen en afdrukken.
4. Geneesmiddelen via internet? Surf niet met uw gezondheid!
Door geneesmiddelen te kopen via internet buiten het legale circuit, loopt u het risico deze niet correct te gebruiken en riskeert u dikwijls nagemaakte of vervalste geneesmiddelen te ontvangen.
Richt u altijd tot uw arts of apotheker om nare gevolgen te vermijden.
Regelgeving
In België zijn alleen apothekers bevoegd om geneesmiddelen te verkopen.
Koop steeds uw geneesmiddelen via het legale circuit, met andere woorden:
• in een vergunde apotheek,
• in het geval van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en vrij van medisch voorschrift, via de internetsite van een vergunde apotheek. De internetsite moet wel genotificeerd zijn bij het FAGG en de Orde der Apothekers.
U kunt de lijst van genotificeerde internetsites raadplegen op de internetsite van het FAGG.
Opgelet: via het internet geneesmiddelen aankopen bestemd voor België, zelfs al is het via een buitenlandse internetsite, is onderworpen aan de Belgische regelgeving. Het is ook verboden geneesmiddelen te kopen via het internet, ook al is het voor eigen gebruik, als deze in België een medisch voorschrift vereisen, niet vergund zijn of gebonden zijn aan speciale regels (dit is onder andere het geval voor verdovende middelen, psychotrope stoffen en hormonen). Dit kan leiden tot boetes en inbeslagname van de goederen.
De apotheker, als laatste schakel in de keten van fabricage en distributie van geneesmiddelen, speelt hierbij een essentiële rol. De apotheker staat garant voor de kwaliteit van de afgeleverde geneesmiddelen.
Explosie aan informatie
Het internet is een snel en gemakkelijk toegankelijke informatiebron. De informatie, reclameboodschappen en aanbiedingen op het vlak van gezondheid en geneesmiddelen zijn talrijk maar moeten benaderd worden met de grootste voorzichtigheid. Het is vaak moeilijk om de oorsprong van de informatie te achterhalen en de betrouwbaarheid en relevantie ervan te beoordelen. Terwijl sommige websites kwaliteitsvolle informatie vermelden, zijn andere weinig interessant. In het bijzonder spam (ongevraagde e-mail) verwijzen de gebruikers in vele gevallen naar illegale websites waar geneesmiddelen te koop aangeboden worden. Het gaat hierbij meestal om nagemaakte of vervalste geneesmiddelen.
De omvang van het fenomeen en de moeilijkheden die de bevoegde autoriteiten ondervinden bij het identificeren van de verantwoordelijken van de illegale websites en het stopzetten van hun illegale activiteiten maken dat een repressieve aanpak niet volstaat. De bevoegde autoriteiten moeten in de eerste plaats patiënten en het grote publiek sensibiliseren tot een veilige aankoop en een adequaat gebruik van geneesmiddelen.
Sensibiliseringscampagne
In oktober 2009 lanceerde het FAGG op nationaal niveau een specifieke sensibiliseringscampagne: “Geneesmiddelen via internet? Surf niet met uw gezondheid!”. Het hoofddoel van deze campagne was het grote publiek te waarschuwen voor de mogelijke risico’s waaraan patenten hun gezondheid blootstellen bij het aankopen van geneesmiddelen via het internet buiten het legale circuit. Aan de hand van een minisite: www.geneesmiddelen-via-internet.be, verduidelijkt het FAGG dat nagemaakte en andere illegale geneesmiddelen een gevaar vormen voor de gezondheid. Het FAGG geeft de patiënten de sleutel om in alle veiligheid geneesmiddelen te kopen.
In praktijk
• Pas op voor de vele discussiefora met als onderwerp gezondheid, ziektes en behandelingen.
• Deze fora zijn geen betrouwbare informatiebron omdat ieder individu verschillend is en de personen die uw vragen beantwoorden niet altijd gezondheidszorgbeoefena
• Deze fora zijn geen betrouwbare informatiebron omdat ieder individu verschillend is en de personen die uw vragen beantwoorden niet altijd gezondheidszorgbeoefenaars zijn.
• De informatie verkregen op het internet kan wel als basis dienen voor overleg met een gezondheidszorgbeoefenaar.
• Pas op voor spam die u vaak verwijzen naar illegale websites waar meestal nagemaakte of vervalste geneesmiddelen te koop aangeboden worden.
• Pas op voor het aankopen via het internet van geneesmiddelen op medisch voorschrift. De Belgische regelgeving verbiedt dit.
• Voor geneesmiddelen op medisch voorschrift is een medische controle door uw arts essentieel voor het stellen van de diagnose, de keuze en de opvolging van de behandeling. Het contact met uw apotheker is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat u het voorgeschreven geneesmiddel op correcte wijze gebruikt.
• Pas op voor de online “medische” consultaties die aangeboden worden op bepaalde internetsites waar geneesmiddelen verkocht worden.
• Dergelijke online “medische” consultaties garanderen niet dat de keuze van het aangekochte geneesmiddel en zijn gebruik voor u geschikt en veilig zijn. Deze consultaties maken bovendien het aankopen van geneesmiddelen op medisch voorschrift via het internet niet legaal.
• Pas op met internetsites die de identiteit van hun verantwoordelijke niet vermelden.
• Kies een website met de vermelding van de naam van een persoon, een instelling of een organisatie die u vertrouwen geeft. Stel uzelf steeds de vraag wie de inhoud van de website geschreven heeft, welke zijn/haar competenties zijn en wat de drijfveer is.
• Pas op met producten die als miraculeus voorgesteld worden voor de behandeling van ernstige ziektes. Meestel bieden deze in werkelijkheid niet het vermelde therapeutische voordeel en kunnen ze de patiënten zelfs afhouden van de behandeling die ze nodig hebben.
• Pas op voor geneesmiddelen die in België niet in de handel zijn, maar toch verkocht worden via het internet.
• Het is mogelijk dat deze geneesmiddelen in België verboden zijn omwille van hun toxiciteit of omdat deze niet vergund zijn door gebrek aan bewijs van de kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid.
• Pas op voor het kopen, via een buitenlandse internetsite, van een geneesmiddel dat u normaal koopt bij uw apotheker in België. Het gebeurt soms dat geneesmiddelen dezelfde naam hebben maar dat hun samenstelling verschilt van land tot land.
• Als u twijfelt over het uitzicht en/of de verpakking van een geneesmiddel of als u een onverwachte reactie op de behandeling ervaart, praat er dan over met uw arts of apotheker of verwittig het FAGG via mail naar medicinesonweb@fagg-afmps.be
Kwaliteitslabel
De Health On the Net Foundation (een niet-gouvernementele organisatie geaccrediteerd door de Verenigde Naties) heeft als opdracht de kwaliteit van medische informatie op het internet te bevorderen. Hiertoe stelde de stichting een gedragscode op en creëerde ze een label, de “HON-code”, waarvan het logo toegekend wordt aan websites die haar principes naleven.
Websites met dit label worden regelmatig gecontroleerd, maar de juistheid, volledigheid en relevantie van de informatie kan niet altijd gewaarborgd worden. Omgekeerd is het ook zo dat een website zonder het “HON-code”-logo niet per definitie slechte informatie bevat. De kans om slecht geïnformeerd te worden, ligt in deze gevallen wel hoger. Hoe dan ook, spring in beide gevallen steeds voorzichtig om met informatie die u aangeboden wordt. Praat erover met een gezondheidszorgbeoefenaar.
5. Neem contact op met uw arts en/of apotheker indien er bijwerkingen optreden
Een geneesmiddel kan aanleiding geven tot een of meer bijwerkingen. Meestal zijn bijwerkingen ondergeschikt aan de voordelen van een behandeling. De meest voorkomende bijwerkingen zijn een ontregelde spijsvertering (bijvoorbeeld misselijkheid, braken, diarree, constipatie), hoofdpijn, vermoeidheid en slaperigheid.
Bijwerkingen van geneesmiddelen verminderen de levenskwaliteit van de patiënt. Sommige zijn zo ernstig dat deze kunnen leiden tot een ziekenhuisopname of het verlengen ervan. Een bijwerking kan zelfs levensbedreigend zijn voor de patiënt.
Het optreden van bijwerkingen
Bijwerkingen kunnen het gevolg zijn van de geneesmiddelen zelf en/of van de bijzondere kenmerken van de patiënt en/of van de wisselwerkingen tussen het geneesmiddel en andere geneesmiddelen en/of producten (bijvoorbeeld voedsel, alcohol, tabak).
• Het geneesmiddel
Bepaalde bijwerkingen hebben te maken met de samenstelling en/of de eigenschappen van een geneesmiddel. Deze worden beschreven in een specifieke rubriek van de bijsluiter van elk geneesmiddel (“Mogelijke bijwerkingen”).
• De bijzondere kenmerken van de patiënt zelf
Elk individu reageert anders op geneesmiddelen (bijvoorbeeld door een ziekte, allergie, ouderdom, alcoholgebruik, roken, drugsverslaving).
Een patiënt kan allergisch zijn aan bepaalde bestanddelen van een geneesmiddel. Is dit bij u het geval (bijvoorbeeld het verschijnen van oedeem of huiduitslag), spring hier dan niet lichtzinnig mee om en neem onmiddellijk contact op met uw arts.
Maak samen met uw arts een lijst op van de geneesmiddelen die bij u een allergische reactie veroorzaken en bewaar een waarschuwing bij uw identiteitskaart. In noodgevallen of bij ziekenhuisopname is deze informatie zeer nuttig.
• Wisselwerking tussen het geneesmiddel en andere geneesmiddelen en/of producten
Geneesmiddelen kunnen op elkaar inwerken en zo het effect van elk geneesmiddel op zich beïnvloeden. Deze wisselwerking tussen geneesmiddelen kan leiden tot schadelijke effecten voor de gezondheid. Vraag steeds raad aan uw arts en/of apotheker als u verschillende geneesmiddelen moet combineren.
Ook voedsel (bijvoorbeeld pompelmoessap) kan de werking van bepaalde geneesmiddelen beïnvloeden. Lees aandachtig de bijsluiter en in het bijzonder de rubriek “Wat moet u weten alvorens u het geneesmiddel inneemt?”.
Ook het gebruik van alcohol wordt dikwijls afgeraden als u geneesmiddelen neemt.
“Risico-batenverhouding”
Elk geneesmiddel kan een of meer bijwerkingen met zich meebrengen. Voor het in de handel brengen worden de kwaliteit, veiligheid en doeltreffendheid van elk geneesmiddel geëvalueerd in verhouding tot de verbetering van de gezondheidstoestand door behandeling met het geneesmiddel en tot de risico’s die deze behandeling inhoudt.
Ook de arts zal voor elke individuele patiënt de voor- en nadelen tegen elkaar afwegen.
Bij een ernstige ziekte is een doeltreffend geneesmiddel aanvaardbaar ook als dit bijwerkingen teweegbrengt. Omgekeerd is het moeilijk te aanvaarden dat een geneesmiddel voor het bestrijden van kleine kwaaltjes ernstige bijwerkingen zou hebben.
In de praktijk
Om het risico op bijwerkingen te verminderen:
• Informeer uw arts en/of apotheker over welke geneesmiddelen u reeds neemt en over uw gekende allergische reacties.
Uw arts en/of apotheker kan met die kennis de kans op wisselwerking tussen de verschillende geneesmiddelen beoordelen en het risico op een eventuele overdosering bepalen.
• Vraag informatie aan uw arts en/of apotheker over mogelijke bijwerkingen en hoe u deze kunt verzachten door een aantal voorzorgen te nemen (namelijk met betrekking tot de in tenemen hoeveelheid, het moment van inname, de invloed van voeding).
• Lees aandacht de bijsluiter van elk geneesmiddel.
Respecteer de voorgeschreven hoeveelheid en de richtlijnen die u hebt gekregen.
• Wees nog voorzichtiger als u geneesmiddelen moet toedienen aan:
• baby’s en kinderen. Dit zijn geen minivolwassenen. Hun vermogen van metabolisme en uitscheiding van geneesmiddelen is nog niet volledig ontwikkeld. Dit maakt dat geneesmiddelen soms minder doeltreffend zijn of minder goed verdragen worden.
• ouderen of ernstig zieken. De stofwisseling en de uitscheiding van geneesmiddelen kan bij deze patiënten veranderd zijn.
• zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.
Als een bijwerking optreedt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts en/of apotheker om te weten hoe u uw behandeling verder moet zetten.
Afhankelijk van de intensiteit en de ernst van de bijwerkingen kan uw arts aandringen op onder andere:
• een verlaging van de voorgeschreven hoeveelheid;
Bijwerkingen kunnen gerelateerd zijn aan de toegediende dosis van het geneesmiddel en worden in dit geval veroorzaakt door een overdreven therapeutisch effect (bijvoorbeeld hypoglykemie veroorzaakt door een geneesmiddel tegen diabetes, te lage bloeddruk door een bloeddrukverlager of sedatie door een kalmerend geneesmiddel);
• de stopzetting van uw behandeling;
• de vervanging van het geneesmiddel door een ander geneesmiddel;
• de voortzetting van uw behandeling.
Melding van bijwerkingen
Vooraleer een geneesmiddel gecommercialiseerd wordt, worden uitgebreide klinische studies uitgevoerd. De bijwerkingen die tijdens deze klinische studies vastgesteld worden, zijn opgenomen in de bijsluiter. Ondanks hun nauwkeurigheid hebben deze studies hun beperkingen door de strikte en gestandaardiseerde omstandigheden waarin deze uitgevoerd worden.
Eenmaal in de handel wordt een geneesmiddel door een meer heterogene groep gebruikt (bijvoorbeeld door patiënten met een belangrijke co-morbiditeit of patiënten die andere geneesmiddelen nemen, baby’s, kinderen of oudere patiënten), in andere omstandigheden dan die van de klinische studies, soms door miljoenen patiënten en gedurende jaren.
Sommige zeldzame of laattijdig optredende bijwerkingen worden vaak pas op dat moment gedetecteerd.
De risico-batenverhouding van een geneesmiddel kan na verloop van tijd evolueren doordat er meer informatie bekend is over het veiligheidsprofiel van het geneesmiddel omdat het door een groot aantal mensen gebruikt wordt. Daarom is het zo belangrijk om bijwerkingen te melden aan uw arts of apotheker. Vervolgens melden uw arts en apotheker deze aan het FAGG via de “gele fiche” (papieren versie of online).
Het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking voor geneesmiddelen voor Humaan gebruik (BCGH) van het FAGG is verantwoordelijk voor het verzamelen van alle nuttige informatie voor de bewaking van geneesmiddelen in België.
Elke melding van een bijwerking die het BCGH ontvangt, wordt geëvalueerd om het oorzakelijk verband te bepalen tussen de inname van het verdachte geneesmiddel en het optreden van de bijwerking. Er wordt een individuele feedback verstuurd aan de melder. Het rapport wordt geregistreerd in de gegevensbank EudraVigilance van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA of European Medicines Agency) en in de gegevensbank VigiBase van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO).
Het BCGH is belast met de evaluatie van alle toegestuurde informatie en treft indien nodig maatregelen. Het kan gaan van een aanpassing van de bijsluiter, wijziging van het afleveringsstatuut van het geneesmiddel (op medisch voorschrift of niet), tot schorsing of intrekking van het geneesmiddel als de risico-batenverhouding negatief bevonden wordt. Deze maatregelen worden gewoonlijk genomen na overleg op Europees niveau (binnen het EMA).
6. Een huis- of reisapotheek kan de plaats van een arts en/of apotheker niet innemen
Een huis - of reisapotheek kan nuttig zijn om de eerste zorgen toe te dienen en kleine kwaaltjes te behandelen maar kan het advies van uw arts en/of apotheker niet vervangen als uw toestand daarom vraagt.
Uw huis- of reisapotheek bevat geneesmiddelen die door uw arts zijn voorgeschreven en/of door uw apotheker werden aangeraden, naast een aantal verzorgingsproducten (bijvoorbeeld ontsmettingsmiddel, pleisters).
De huisapotheek
De huisapotheek is voor elk gezin verschillend en afhankelijk van de gezinssamenstelling en eventuele ziektes van de gezinsleden. Zo zal de apotheek van een gezin met kinderen er anders uitzien dan die van een oudere persoon. Wat zit er doorgaans in de huisapotheek?
• Geneesmiddelen voor:
•chronische aandoeningen (bijvoorbeeld hoge bloeddruk, diabetes),
•acute aandoeningen (bijvoorbeeld griep, pijn),
•andere gangbare kwaaltjes (bijvoorbeeld hoofdpijn, keelpijn, diarree, huidirritaties).
• Verzorgingsproducten zoals pleisters en een thermometer.
De reisapotheek
De reisapotheek is eigenlijk een kopie van uw huisapotheek en bestaat uit uw gebruikelijke geneesmiddelen aangevuld met andere producten die afgestemd zijn op de bestemming en duur van uw reis.
Hieronder vindt u ter informatie een lijst met geneesmiddelen die u best meeneemt op reis. U kunt deze aanpassen volgens uw eigen noden en in overleg met uw arts en/of apotheker.
• Wat u zeker moet meenemen:
•uw gebruikelijke geneesmiddelen,
•een koortswerend en pijnstillend geneesmiddel,
•een ontsmettingsmiddel.
• Volgens uw noden, bijvoorbeeld:
•een geneesmiddel tegen maagzuur,
•een middel tegen diarree,
•een laxerend middel,
•een geneesmiddel tegen misselijkheid en braken,
•een geneesmiddel tegen reisziekte,
•een oraal middel tegen allergie,
•een jeukstillende crème of zalf om lokale reacties op insectenbeten te verzachten,
•een zalf tegen brandwonden,
•een ontstekingwerende crème of gel,
•verzachtende/hydraterende of ontsmettende oogdruppels,
•een middel tegen neusverstopping,
•een geneesmiddel tegen keelpijn,
•een antibioticum (bij risicobestemming, enkel op medisch voorschrift),
•een preventief geneesmiddel tegen malaria (bij risicobestemming, enkel op medisch voorschrift),
•een injecteerbare adrenalineoplossing (bij kans op anafylactische reactie in geval van allergie voor bijen- en wespengif, enkel op medisch voorschrift).
• Verzorgingsproducten (bijvoorbeeld zonnebrandcrème, insectenwerend middel, klein materiaal, rehydratatiezakjes).
B>Reizen en vaccinatie
In sommige landen moet u een internationaal vaccinatieattest tegen bepaalde ziektes (bijvoorbeeld gele koorts) kunnen voorleggen.
Sommige ziekenhuizen beschikken over een gespecialiseerde dienst waar u terecht kunt voor de medische voorbereiding van uw reis (bijvoorbeeld vaccinaties, preventieve behandeling tegen malaria, voorschrift voor geneesmiddelen die nuttig zijn om mee te nemen).
Op reis: enkele tips
• Neem uw gebruikelijke geneesmiddelen mee in voldoende hoeveelheid want:
•een geneesmiddel dat in België verkocht wordt, is niet altijd beschikbaar in het buitenland;
•een geneesmiddel dat in België verkocht wordt, is in het buitenland soms onder een andere naam beschikbaar;
•een geneesmiddel dat in België verkocht wordt en een geneesmiddel dat in het buitenland onder dezelfde naam verkocht wordt, kunnen toch een andere samenstelling hebben;
• bepaalde geneesmiddelen die in België zonder voorschrift verkrijgbaar zijn, zijn in het buitenland wel op medisch voorschrift;
• een medisch voorschrift afgeleverd in België is niet altijd geldig in het buitenland.
• Houd altijd een kopie van de bijsluiter van uw noodzakelijke geneesmiddelen bij u. Zo kunt u de plaatselijke arts en/of apotheker informatie geven over de samenstelling van de geneesmiddelen in geval van verlies.
• Controleer de formaliteiten om de grenzen over te steken met geneesmiddelen en gezondheidsproducten. Om problemen aan de douane te vermijden, vraagt u uw arts om in een internationale taal een lijst op te stellen en te ondertekenen met vermelding van de geneesmiddelen die u meeneemt.
• Vergeet niet dat het vervoeren van geneesmiddelen naar het buitenland enkel toegestaan is voor persoonlijk gebruik.
• Vraag voor uw vertrek inlichtingen bij de ambassade van het bezochte land over de bijzondere bepalingen die van toepassing zijn op het vervoer naar het buitenland van speciaal gereglementeerde geneesmiddelen zoals verdovende middelen en psychotrope stoffen.
• Zorg ervoor dat u bij langeafstandsreizen de geneesmiddelen die u moet innemen altijd bij de hand hebt.
Bij vliegtuigreizen is het toegelaten volume vloeistoffen in de handbagage beperkt tot 100 ml per fles.
• Bewaar uw geneesmiddelen tijdens de reis en uw verblijf volgens de bewaarvoorschriften vermeld in de bijsluiter:
• Vermijd blootstelling aan warmte, bijvoorbeeld door uw geneesmiddelen te laten liggen in een wagen die in de volle zon staat.
• Stop geneesmiddelen die in de koelkast moeten bewaard worden in een gekoelde koeltas.
•De temperatuur in de bagageruimte van vliegtuigen kan voor sommige geneesmiddelen te laag zijn, neem ze mee in de cabine.
De huis- en reisapotheek in de praktijk
• Verleng zelfmedicatie niet zonder medisch advies. Hoewel bepaalde geneesmiddelen zonder medisch voorschrift verkrijgbaar zijn, zijn die niet per definitie zonder risico.
• Gebruik geen geneesmiddelen die niet rechtstreeks voor u bedoeld zijn. Doe ook niet het omgekeerde: geef uw geneesmiddelen nooit door aan iemand anders.
• Een geneesmiddel dat bij iemand anders goed werkt, is niet per definitie geschikt voor u. Erger zelfs, het kan bij u meer kwaad dan goed doen, ook al vertoont u schijnbaar dezelfde symptomen.
• Hergebruik geen geneesmiddel uit uw huis- of reisapotheek zonder uw gezondheidstoestand of die van de persoon aan wie u het geneesmiddel wilt geven, te herevalueren (bijvoorbeeld een kind dat intussen ouder geworden is, een nieuwe ziekte, zwangerschap of de inname van een ander geneesmiddel dat het geneesmiddel kan beïnvloeden).
• Aarzel niet om raad te vragen aan uw arts en/of apotheker. Zij zullen u helpen een huis- of reisapotheek samen te stellen volgens de noden van elk gezinslid.
• Neem onmiddellijk contact op met het Antigifcentrum (070/245.245) in geval van accidentele inname of overdosering van geneesmiddelen.
Geneesmiddelen bewaren
• Bewaar geneesmiddelen altijd buiten het bereik en het zicht van kinderen, bijvoorbeeld in een kast die op een zekere hoogte hangt en op slot gedaan wordt.
• Bewaar geneesmiddelen op een droge, donkere en koele plek.
• Ruimten zoals de badkamer of de keuken zijn dus niet geschikt om geneesmiddelen optimaal te bewaren.
• Voor sommige geneesmiddelen gelden strikte bewaarvoorschriften (bijvoorbeeld insuline en vaccins moeten in de koelkast bewaard worden tussen 2° en 8°C).
• U vindt deze aanbevelingen terug op de verpakking en op de bijsluiter. Het is belangrijk om die aanbevelingen nauwkeurig op te volgen om de kwaliteit van het geneesmiddel te waarborgen.
• Bewaar geneesmiddelen voor volwassenen en voor kinderen apart
• Bewaar geneesmiddelen steeds in hun originele verpakking met de bijsluiter erbij.
Bij verlies kunt u de bijsluiter van elk geneesmiddel (voor menselijk en voor diergeneeskundig gebruik) dat verkocht wordt in België, op de internetsite van het FAGG raadplegen en afdrukken.
Vervallen geneesmiddelen
De vervaldatum staat aangeduid op de verpakking: vermelding “ex”, “val” of “per” gevolgd door de twee cijfers van de maand en de vier cijfers van het vervaljaar.
Bijvoorbeeld: de vermelding “ex 10/2012” betekent dat het geneesmiddel goed blijft tot de laatste dag van de maand oktober 2012.
Na die datum is de kwaliteit van het geneesmiddel niet langer gewaarborgd en moet het vernietigd worden.
• Noteer de datum van opening op de verpakking van de geneesmiddelen die na opening slechts een beperkte tijd houdbaar blijven (bijvoorbeeld oogdruppels of geneesmiddelen op basis van water die door de apotheker op het moment van aflevering bereid worden zoals antibioticasiropen of neusdruppels. Zo kunt u berekenen hoelang u de geneesmiddelen nog mag gebruiken.
• Gooi magistrale bereidingen weg wanneer de behandeling stopgezet is. Dergelijke bereidingen hebben slechts een beperkte houdbaarheidsduur die door de apotheker op de verpakking genoteerd wordt op het moment van de bereiding.
• Gebruik het geneesmiddel niet als u zichtbare tekenen van aantasting van het product opmerkt.
• Ruim uw geneesmiddelen regelmatig op en verwijder producten die u niet meer nodig heeft alsook diegene die vervallen zijn.
• Gooi geen geneesmiddelen weg via het afvalwater of met het huishoudelijk afval. Breng vervallen en ongebruikte geneesmiddelen terug bij uw apotheker die zal instaan voor de verdere vernietiging ervan. Verwijder zelf de verpakkingen en de bijsluiters om zo het werk van de apotheker te vergemakkelijken.
7. Ga na of een geneesmiddel een invloed kan hebben op uw rijvaardigheid
Veel geneesmiddelen kunnen de waakzaamheid verminderen en daardoor een mogelijk risico inhouden bij het besturen van een voertuig.
Lees altijd eerst de bijsluiter, in het bijzonder de rubriek “Besturen van voertuigen en het gebruik van machines”, om de mogelijke invloed van een geneesmiddel op de rijvaardigheid te kennen. U vindt er alle nuttige informatie terug.
Indien u twijfelt, aarzel dan niet om raad te vragen aan uw arts en/of apotheker.
Opgepast: ook een geneesmiddel vrij van medisch voorschrift kan een invloed hebben op uw rijvaardigheid.
Welke geneesmiddelen
De meest gekende farmacologische groepen van geneesmiddelen met een potentieel gevaarlijke invloed bij het besturen van een voertuig zijn onder meer:
• antihistaminica (geneesmiddelen tegen allergie),
• slaap- en kalmeringsmiddelen (bijvoorbeeld hypnotica, sedativa, anxiolytica).
Maar ook andere geneesmiddelen kunnen een effect hebben zoals:
• hoeststillende middelen (bijvoorbeeld hoestsiropen),
• antidepressiva,
• anti-epileptica,
• oogpreparaten (bijvoorbeeld oplossingen).
Mogelijke negatieve effecten
De mogelijke negatieve effecten op de rijvaardigheid zijn uiteenlopend, waaronder:
• een kalmerend effect dat slaperigheid, verminderde alertheid en de vermindering van uw reflexen kan teweegbrengen,
• een vermindering van uw beoordelingsvermogen (bijvoorbeeld agressiviteit, euforie, verlies van gevoel van gevaar),
• verminderd gezichts- of coördinatievermogen.
Aandachtspunten
• Iedereen reageert anders op een geneesmiddel: afhankelijk van de leeftijd, de individuele gevoeligheid, de wisselwerking met andere geneesmiddelen die de patiënt neemt of de algemene gezondheidstoestand. Het effect van een geneesmiddel en de werkingsduur ervan variëren van persoon tot persoon.
• Het is ook belangrijk om te weten dat bepaalde geneesmiddelen nog een lange tijd in het lichaam blijven na de laatste inname.
• Er kunnen ontwenningsverschijnselen optreden na stopzetting van de behandeling met bepaalde geneesmiddelen. Deze kunnen ook een invloed hebben op de rijvaardigheid.
• Een wijziging van het tijdstip van de inname of van de dosis kan de effecten van het geneesmiddel veranderen en een gevolg hebben op uw rijvaardigheid. Doe dit dus nooit zonder advies te vragen aan uw arts of apotheker.
• Diabetici die een insulinebehandeling krijgen of orale antidiabetica nemen, moeten ook extra voorzichtig zijn achter het stuur. Zij lopen het risico van hypoglykemie en kunnen daardoor onwel worden tijdens het rijden.
Voorzorgsmaatregelen
• Vermijd de combinatie van geneesmiddelen met alcohol. Alcohol is gekend omwille van de invloed op de rijvaardigheid. De combinatie van een geneesmiddel en alcohol kan leiden
• tot een zeer gevaarlijk rijgedrag.
• Stop onmiddellijk wanneer u een negatief effect bij het rijden ondervindt (bijvoorbeeld slaperigheid, verminderde alertheid, vermindering van uw reflexen, verminderd gezichts- of coördinatievermogen).
• Probeer niet om deze sedatieve effecten te bestrijden door het drinken van koffie.
Deze waarschuwingen zijn van toepassing op het besturen van elk gemotoriseerd voertuig, maar ook op de fiets en op het gebruik van machines.
Meer informatie
Internetsite van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid bvba: www.bivv.be
8. Raadpleeg uw arts en/of apotheker alvorens u geneesmiddelen neemt als u zwanger bent of borstvoeding geeft
Een zwangerschap of de periode van borstvoeding zijn delicate periodes als het op geneesmiddelengebruik aankomt.
Vraag altijd het advies van uw arts en/of apotheker als u zwanger bent of borstvoeding geeft. Lees ook steeds de rubriek “Zwangerschap en borstvoeding” van de bijsluiter alvorens u een geneesmiddel inneemt.
Zwangerschap
• Vermijd zoveel mogelijk het gebruik van geneesmiddelen tijdens de zwangerschap, ongeacht hun vorm of toedieningsweg.
Opgelet: dit geldt ook voor geneesmiddelen voor uitwendig gebruik (bijvoorbeeld een crème, zalf of gel).
In sommige gevallen is een behandeling met geneesmiddelen nodig. Uw arts of apotheker zal dan een geneesmiddel kiezen nadat hij de voordelen en de risico’s van de behandeling voor u en uw ongeboren kind heeft afgewogen.
Zelfmedicatie tijdens deze delicate periode is afgeraden.
• Volg steeds de voorgeschreven behandelingsinstructies (bijvoorbeeld de dosis en duur) om het beoogde resultaat te bereiken.
De behandelingsduur moet zo kort mogelijk zijn. Wijzig/stop een behandeling nooit zonder eerst te overleggen met uw arts en/of apotheker.
• Pas op voor producten die op het eerste gezicht onschadelijk lijken zoals:
•producten op basis van kruiden waarvan er sommige stoffen kunnen bevatten die een risico inhouden indien u zwanger bent;
•vitaminepreparaten. Een te grote hoeveelheid vitamine A kan afwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind.
Richtlijnen voor de verschillende fasen van de zwangerschap:
• Voor de bevruchting
•Vraag advies aan uw arts en/of apotheker als u overweegt om zwanger te worden. Bepaalde geneesmiddelen blijven nog een lange tijd na de laatste inname in het lichaam en mogen bijgevolg enige tijd voor de bevruchting niet meer gebruikt worden. Dit geldt zowel voor de aanstaande mama als papa.
Anderzijds is de inname van bepaalde geneesmiddelen (bijvoorbeeld foliumzuur in te nemen na stopzetting van de anticonceptiepil, ijzer, calcium, jodium) of de toediening van bepaalde vaccins aan te raden.
•Schrap alcohol en tabak.
• Eerste trimester
•Meld uw zwangerschap steeds aan uw arts en/of apotheker.
Tijdens de eerste drie maanden worden alle organen gevormd. De toediening van sommige geneesmiddelen in deze periode van de zwangerschap kan afwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind.
• Tweede trimester
•Blijf voorzichtig gedurende het tweede trimester van de zwangerschap en vraag steeds raad aan uw arts of apotheker. De kans op afwijkingen neemt af na de eerste drie maanden van de zwangerschap, maar bepaalde risico’s blijven (bijvoorbeeld groeiachterstand, neurologische afwijking).
• Derde trimester
•Vermijd bepaalde geneesmiddelen tijdens de laatste drie maanden van de zwangerschap. Aspirine kan bijvoorbeeld bloedingen veroorzaken bij moeder en ongeboren kind.
•Blijf ook waakzaam aan het einde van de zwangerschap of net voor de bevalling. Bepaalde geneesmiddelen kunnen in het bloed van de pasgeborene terechtkomen en niet uitgescheiden worden.
Dit kan tot intoxicatie leiden.
Raadpleeg steeds uw arts en/of apotheker alvorens u in een verdere fase van de zwangerschap een geneesmiddel inneemt dat u al eerder tijdens de zwangerschap voorgeschreven werd. Het zou kunnen dat het geneesmiddel in deze fase wel een risico inhoudt.
Borstvoeding
Wees ook voorzichtig tijdens de borstvoedingsperiode want uw geneesmiddelen kunnen in de moedermelk terechtkomen.
• Vermijd zelfmedicatie.
• Raadpleeg steeds uw arts en/of apotheker voor u een geneesmiddel inneemt.
• Als u toch geneesmiddelen moet innemen, doe dit dan meteen na de borstvoeding.
Als het geneesmiddel dat u inneemt een effect kan hebben op uw baby, zal uw arts of apotheker soms aanraden om tijdelijk of definitief te stoppen met borstvoeding geven.
Sommige geneesmiddelen kunnen de melkproductie doen toenemen of net afremmen.
9. Wees voorzichtig en waakzaam als u geneesmiddelen geeft aan kinderen
Kinderen zijn geen minivolwassenen. Hun vermogen van metabolisme en uitscheiding van geneesmiddelen is nog niet volledig ontwikkeld. Dit maakt dat geneesmiddelen soms minder doeltreffend zijn of minder goed verdragen worden. Gezondheidszorgbeoefenaars, het Antigifcentrum en de spoeddiensten krijgen regelmatig oproepen binnen over gevallen van intoxicatie door geneesmiddelen bij baby’s en kinderen. Het is daarom van groot belang dat u uiterst voorzichtig bent, ongeacht of het om geneesmiddelen op medisch voorschrift gaat of niet.
Richtlijnen
• Geef uw baby of kind nooit een geneesmiddel dat niet rechtstreeks voor hem/haar voorgeschreven of geadviseerd werd door uw arts of apotheker.
Gebruik geen geneesmiddel dat voor een ander kind bestemd is of erger, een geneesmiddel bestemd voor een volwassene zonder het advies van een gezondheidszorgbeoefenaar.
• Lees altijd eerst aandachtig de bijsluiter, ook al hebt u het geneesmiddel al eerder toegediend.
• Vraag inlichtingen bij uw arts of apotheker indien u twijfelt. De gezondheidszorgbeoefenaars zijn gekwalificeerd om u meer informatie te geven over bijvoorbeeld de toedieningswijze, de in te nemen hoeveelheid, het tijdstip van inname, de gebruiksaanwijzingen, de mogelijke wisselwerking met andere geneesmiddelen, de invloed van voedsel, de bijwerkingen en de contra-indicaties van een geneesmiddel.
• Houd u steeds strikt aan de in te nemen dosis die voorgeschreven werd door uw arts of die aanbevolen wordt door uw apotheker.
Bij baby’s en kinderen is de dosis aangepast aan gewicht en leeftijd.
• Gebruik steeds de doseerlepel of het specifiek hulpmiddel dat in de verpakking met het geneesmiddel meegeleverd wordt om het risico van over- of onderdosering te vermijden.
• Bewaar geneesmiddelen altijd buiten het zicht en bereik van kinderen (bijvoorbeeld in een kast op een zekere hoogte en op slot).
Respecteer altijd de specifieke bewaarvoorschriften van bepaalde geneesmiddelen (bijvoorbeeld bewaring in de koelkast).
• Als uw baby of kind per ongeluk een geneesmiddel heeft ingeslikt, neem dan onmiddellijk contact op met het Antigifcentrum (070/245.245).
In de praktijk
• De smaak van geneesmiddelen is niet altijd populair bij kinderen.
Soms bedenken we allerlei smoesjes om hen de geneesmiddelen toe te dienen.
Maar let op als u geneesmiddelen met voedsel wilt mengen: controleer dan altijd eerst of dit wel mag. Zo ja, gebruik steeds een kleine hoeveelheid voedsel om er zeker van te zijn dat de volledige dosis geneesmiddel ingenomen wordt.
• Elke wijziging aan de farmaceutische vorm (bijvoorbeeld door een tablet te pletten of een capsule te openen) kan de tolerantie en/of doeltreffendheid van het geneesmiddel wijzigen. Lees daarom aandachtig de informatie in de bijsluiter hieromtrent en/of vraag raad aan uw arts of apotheker.
• Vraag ook raad aan uw arts en/of apotheker voor geneesmiddelen met een complexere wijze van toediening (bijvoorbeeld geneesmiddelen die door middel van inhalatie toegediend worden). Zij kunnen u adviseren over hulpstukken of tips meegeven om de toediening gemakkelijker te maken.
Behandeling met geneesmiddelen of niet
Kinderen krijgen vaak te maken met onschuldige kwaaltjes die kunnen gepaard gaan met hoesten, een verstopte neus of koorts. Deze symptomen hoeven niet noodzakelijk met geneesmiddelen behandeld te worden. Vaak geven eenvoudige maatregelen al resultaat, zoals het drinken van een warme drank met honing (bij kinderen vanaf één jaar, niet eerder), de neus goed reinigen, de kamer goed verluchten en niet te warm laten worden, niet roken in huis.
• Bij hoesten
Hoest is een natuurlijke reflex om de luchtwegen vrij te maken van slijm, stof of verontreinigingen (bijvoorbeeld sigarettenrook). Hoest moet eigenlijk niet worden tegengegaan.
Raadpleeg uw arts als de hoest aanhoudt of u verontrust.
• Bij een verstopte neus
Reinig de neus met fysiologisch water alvorens u naar een middel tegen neusverstoppingen grijpt. Als deze maatregelen onvoldoende soelaas bieden, kan een geneesmiddel voor lokaal gebruik in een formule specifiek aangepast aan de leeftijd van de baby of het kind toegediend worden. Dit kan enkel gedurende een korte periode.
• Bij koorts
Koorts is geen ziekte maar een natuurlijke reactie van het lichaam om een infectie te bestrijden. Koorts moet enkel met een koortswerend middel bestreden worden bij een te hoge (hoger dan 38,5°) en/of een verontrustende koorts.
Enkele tips:
•Laat de baby of het kind voldoende drinken.
•Dek de baby of het kind niet te warm toe.
•Zorg ervoor dat de temperatuur in de slaapkamer van de baby of het kind niet hoger ligt dan 19-20°C.
•Paracetamol wordt algemeen gebruikt voor de behandeling van koorts bij baby’s of kinderen. Andere geneesmiddelen zijn ook mogelijk.
•Vermijd het toedienen van aspirine aan een baby of een kind om koorts te bestrijden. Bij kinderen met een virale aandoening kan toediening van aspirine leiden tot het syndroom van Reye. Dit kan ernstige gevolgen hebben.
•Aarzel niet om raad te vragen aan uw arts en/of apotheker en lees aandachtig de bijsluiter voor u een geneesmiddel toedient.
•Raadpleeg uw arts als uw baby jonger is dan één jaar en de temperatuur ondanks het toedienen van geneesmiddelen niet daalt of als de koorts gepaard gaat met één (of meer) ongewo(o)n(e) alarmerend(e) sympto(o)m(en).
Bijwerkingen en voorzorgen
• Breng uw arts en/of apotheker op de hoogte als uw baby of kind andere geneesmiddelen neemt en/of bepaalde allergieën heeft.
• Informeer u bij uw arts en/of apotheker naar eventuele bijwerkingen voor u een geneesmiddel aan een baby of kind toedient.
• Neem contact op met uw arts en/of apotheker indien er bijwerkingen optreden. Zij zullen u vertellen of u de behandeling moet voortzetten, aanpassen of stopzetten.
Uw arts en/of apotheker kan de bijwerking melden aan het FAGG, aan het Belgisch Centrum voor Geneesmiddelenbewaking voor geneesmiddelen voor Humaan gebruik (CBGH). Het CBGH verzamelt en analyseert deze informatie, en neemt indien nodig corrigerende maatregelen.
10. Pijnstillers en zelfmedicatie: Maak er geen misbruik van
Sommige pijnstillers zijn vrij verkrijgbaar: de apotheker mag deze zonder medisch voorschrift afleveren. Door de beperking van hun indicaties tot de behandeling van lichte tot matige pijn en koorts, en door hun sterkte mogen bepaalde pijnstillers in principe zonder voorafgaand doktersadvies gebruikt worden. Ook al heeft u er geen medisch voorschrift voor nodig zijn deze pijnstillers niet zonder risico. Zelfmedicatie mag in geen geval langdurig toegepast worden zonder medisch advies.
Soms volstaan een aantal simpele maatregelen om bepaalde soorten pijn te voorkomen of te verlichten zoals regelmatige lichaamsbeweging, een betere houding of preventieve controles bij de tandarts of oogarts.
Behandeling met pijnstillers
Bij de keuze voor een bepaalde pijnstiller moet rekening gehouden worden met een reeks factoren zoals:
• het type pijn
•acute pijn
•chronische pijn
• de intensiteit1 van de pijn
•lichte pijn
•matige pijn
•intense pijn
• de kenmerken van de patiënt (zoals leeftijd, ziekte, overgevoeligheid, nier- of leverinsufficiëntie),
• de gelijktijdige inname van andere geneesmiddelen die de werking van de pijnstiller kunnen beïnvloeden.
Bij acute pijn en koorts moet eerst de oorzaak achterhaald en behandeld worden.
Voor de behandeling van chronische pijn en pijnbeheersing in het kader van palliatieve zorg is het advies van de arts noodzakelijk en worden doorgaans pijnstillers op medisch voorschrift toegediend.
Zelfmedicatie in de praktijk
• Lees aandachtig de bijsluiter van elk geneesmiddel.
Respecteer de maximale dosis per inname, de minimale tijdspanne tussen twee innames, de maximale dagelijkse dosis en de aanbevelingen.
Net als andere geneesmiddelen kunnen pijnstillers ook bijwerkingen hebben en gevaarlijk zijn als u er te veel inneemt of als u geen rekening houdt met de contra-indicaties.
• Lichte pijnstillers zoals paracetamol, acetylsalicylzuur en ibuprofen in een lage dosis vormen doorgaans de eerste stap in de bestrijding van acute pijn.
Deze worden gewoonlijk alleen of in combinatie met andere pijnstillers gebruikt. Combinaties moeten vermeden worden. Om overdosering te voorkomen moet u eerst nagaan of de geneesmiddelen die u tegelijkertijd inneemt niet dezelfde werkzame stof bevatten.
• Gebruik vrij verkrijgbare pijnstillers niet langer dan een paar dagen zonder medisch advies.
Raadpleeg uw arts als de pijn ondanks de behandeling aanhoudt, erger wordt of u ’s nachts wakker houdt. Denk er ook aan dat pijn een teken van een ernstigere aandoening kan zijn.
• Wees extra voorzichtig als u pijnstillers toedient aan:
•baby’s en kinderen. Zij zijn immers geen minivolwassenen. Hun vermogen van metabolisme en uitscheiding van geneesmiddelen is nog niet volledig ontwikkeld. Dit maakt dat geneesmiddelen soms minder doeltreffend zijn of minder goed verdragen worden.
•ouderen of ernstig zieken. De omzetting en uitscheiding van geneesmiddelen kan bij hen anders zijn (bijvoorbeeld door lever- en/of nierinsufficiëntie);
•zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.
11. Antibiotica: alleen gebruiken indien nodig
Er worden te veel antibiotica gebruikt in situaties waar deze niet nodig zijn.
Antibiotica zijn cruciaal bij de behandeling van ernstige infecties veroorzaakt door bacteriën (bijvoorbeeld hersenvliesontsteking, pneumonie, septicemie of de toestand waarbij bacteriën in de bloedbaan doorgedrongen zijn en er zich verder vermenigvuldigen, wondinfectie, sommige vormen van angina of oorontsteking). Antibiotica hebben weinig of geen nut bij kleine infecties die zonder enige behandeling gunstig evolueren.
Het overmatig gebruik van antibiotica maakt bacteriën steeds resistenter tegen antibiotica. Daarom is het essentieel dat u antibiotica verstandig gebruikt. Uw arts is de enige gekwalificeerde persoon die u de juiste behandeling kan voorschrijven.
Het is in ons belang om bestaande antibiotica minder vaak en beter te gebruiken om te voorkomen dat geneesbare infecties die vandaag de dag met antibiotica kunnen genezen worden, dat morgen ook nog zijn.
Een behandeling met antibiotica
Antibiotica moeten voorbehouden worden en zijn noodzakelijk om ernstige bacteriële infecties te behandelen.
Antibiotica hebben geen enkele invloed op virussen.
Het merendeel van de typische “winterkwalen” (bijvoorbeeld griep, verkoudheid, angina, sinusitis, oorontsteking of bronchitis) zijn dikwijls virale infecties en genezen meestal na enkele dagen zonder het gebruik van geneesmiddelen. Antibiotica voorschrijven in deze gevallen is dus volledig ongegrond.
Alvorens een antibioticum voor te schrijven, zal de arts soms een analyse van het bloed, van de urine, van de ontlasting en/of een uitstrijkje van de keel en/of een biopsie laten uitvoeren. Op die manier kan de arts er zich van vergewissen dat de ziekte wel degelijk door een bacterie veroorzaakt wordt en niet door een virus.
Daarnaast reageren bepaalde antibiotica tegen specifieke bacteriën, terwijl anderen een breder toepassingsgebied hebben. Enkel uw arts kan u dus het meest geschikte antibioticum voorschrijven voor de behandeling van de infectie die u doormaakt.
Als uw arts u een antibioticum voorschrijft, respecteer dan de volgende regels:
• Respecteer de dosissen, het tijdstip van inname en de duur van de behandeling.
Sla nooit een inname over, neem uw antibioticum systematisch elke dag op (de)(het)zelfde moment(en) en neem de voorgeschreven hoeveelheden.
• Stop niet met het nemen van het antibioticum voor het voorgeschreven einde van de behandeling.
Ga door met de behandeling tot het einde, ook al voelt u zich al beter na enkele dagen. Respecteren van de volledige behandelingsduur is nodig om de kans op herval of resistentie te vermijden.
• Bewaar geen antibiotica na afloop van een behandeling.
Breng niet gebruikte antibiotica terug naar uw apotheker.
• Vraag inlichtingen over de invloed van inname van voedsel.
Sommige antibiotica moeten tijdens de maaltijd genomen worden terwijl andere nooit in combinatie met voedsel mogen genomen worden.
• Gebruik nooit een antibioticum dat niet rechtstreeks aan u voorgeschreven werd. Doe ook niet het omgekeerde: geef uw antibioticum nooit door aan iemand anders, ook al zijn de symptomen schijnbaar dezelfde.
Elke behandeling is eigen aan een persoon. Enkel de arts kan beslissen of een antibioticum moet voorgeschreven worden.
Bijwerkingen en voorzorgen
Zoals elk geneesmiddel kan een antibioticum bijwerkingen veroorzaken. De bijwerkingen zijn meestal te wijten aan het feit dat een antibioticum niet enkel de bacteriën die verantwoordelijk zijn voor de infectie aanvalt, maar ook de bacteriën die nuttig zijn voor het lichaam.
De meest courante bijwerkingen door het gebruik van antibiotica zijn:
• diarree,
• maagklachten,
• schimmelinfectie.
Vraag advies aan uw arts of apotheker om deze bijwerkingen te vermijden of te verminderen.
Contacteer onmiddellijk uw arts of apotheker als u allergisch reageert (bijvoorbeeld jeuk, huiduitslag, ademhalingsproblemen, bloeddrukval) na het nemen van antibiotica.
Waarschuw ook uw arts als:
• u reeds een allergische reactie vertoonde na inname van een geneesmiddel,
• u zwanger bent of borstvoeding geeft,
• u aan een nier- of leveraandoening lijdt
12. Slaap- en kalmeringsmiddelen slik je niet zomaar
Maak er geen misbruik van en houd de behandeling zo kort mogelijk. Slaap- en kalmeringsmiddelen zijn geneesmiddelen met een hoog risico op gewenning en afhankelijkheid.
Tijdens moeilijke periodes in uw privé-leven of op het werk kunnen wel eens gevoelens van angst, stress of slapeloosheid optreden.
Voor u naar geneesmiddelen grijpt, doet u er goed aan om een gezondere levensstijl aan te nemen en eventueel relaxatie of andere psychotherapeutische technieken te overwegen.
Maar, wanneer de angst, stress of slapeloosheid uw dagelijks leven beheerst en ondraaglijk wordt, kan uw arts u eventueel slaap- of kalmeringsmiddelen voorschrijven.
Dergelijke geneesmiddelen kunnen u tijdelijk helpen uw problemen te boven te komen door de symptomen weg te nemen. Slaap- en kalmeringsmiddelen pakken echter de diepere oorzaken niet aan.
Gebruik slaap- en kalmeringsmiddelen met mate en zo kort mogelijk omwille van het ernstige risico van gewenning en verslaving.
Bijwerkingen en voorzorgen
Het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen kan verschillende bijwerkingen veroorzaken zoals:
• vermoeidheid en slaperigheid,
• verminderde waakzaamheid,
• geheugen- en concentratiestoornissen,
• motorische stoornissen,
• hoofdpijn,
• trillingen en duizeligheid,
• depressie.
Niet elke patiënt heeft last van deze bijwerkingen. Sommige van de bijwerkingen kunnen echter ernstige gevolgen hebben (bijvoorbeeld val of verkeersongeval).
Autorijden is uit den boze als u onder invloed van slaap- of kalmeringsmiddelen bent.
Wees ook uiterst waakzaam als u slaap- of kalmeringsmiddelen toedient aan ouderen. Het vermogen van metabolisme en uitscheiding van geneesmiddelen verloopt bij hen anders waardoor de geneesmiddelen langer in het lichaam blijven.
Gewenning en verslaving
Regelmatig gebruik van slaapmiddelen en/of kalmeringsmiddelen houdt risico’s in:
• Gewenning
Gewenning betekent dat u de dosis steeds moet verhogen om hetzelfde effect te bereiken.
• Verslaving en ontwenningsverschijnselen
Door de lichamelijke verslaving aan geneesmiddelen kunnen ontwenningsverschijnselen optreden als u de behandeling stopzet (bijvoorbeeld slapeloosheid, angst, prikkelbaarheid, beven, verwarring, concentratiestoornissen, spierpijn).
Deze ontwenningsverschijnselen lijken sterk op de symptomen waarvoor u in de eerste plaats met de behandeling begonnen bent, waardoor u het gevoel krijgt niet meer zonder te kunnen. Een behandeling met slaap- of kalmeringsmiddelen mag nooit plots stopgezet worden. Roep daarvoor de hulp van uw arts in. Uw arts zal u adviseren om de dosissen geleidelijk aan te verlagen en de tijd tussen de innames te verlengen om de ontwenningsverschijnselen te verminderen.