nieuws
De pneumokok (Streptococcus pneumoniae) is een gevreesde bacterie die vooral bij zuigelingen en ouderen onder meer long – en hersenvliesontstekingen en bloedvergiftigingen kan veroorzaken.
In ons land worden alle zuigelingen gratis gevaccineerd tegen pneumokokken op de leeftijd van 8 weken, 16 weken en 12 maanden.
Maar pneumokokkenziekten kunnen zich op elke leeftijd voordoen. Vooral voor volwassenen met een chronische ziekte en voor 65-plussers wordt vaccinatie sterk aanbevolen door de Hoge Gezondheidsraad.
Hoe gevaarlijk zijn pneumokokken?
Bij de ouderen waren pneumokokken in 2015 verantwoordelijk voor ongeveer 5.800 hospitalisaties en 430 sterfgevallen. In de meest ernstige gevallen overlijden 20 % van de patiënten. Het gaat dan om zogenaamd invasieve pneumokokkeninfecties (vooral pneumonie met bacteriëmie of bloedvergiftiging. De pneumokok kan ook schadelijke gevolgen hebben, zoals gehoorverlies en neurologische stoornissen na een hersenvliesontsteking.
Het risico op een ernstige pneumokokkeninfectie neemt toe vanaf de leeftijd van 50 jaar en is beduidend hoger bij personen ouder dan 65 jaar (35 tot 50 per 100.000 per jaar) en bij patiënten met chronische aandoeningen. Twee derde van alle bacteriëmieën door pneumokokken komt voor bij personen ouder dan 50 jaar
De meest efficiënte manier om u te beschermen tegen de ziekten die de pneumokok veroorzaakt is u te laten vaccineren.
Welke volwassenen moeten zich laten vaccineren?
Vaccinatie is aanbevolen door de Hoge Gezondheidsraad voor:
1. Volwassenen met een verhoogd risico op een pneumokokkeninfectie:
• een stoornis van de immuniteit of een behandeling met immuunonderdrukkende geneesmiddelen. Dit betreft onder meer:
• HIV-geïnfecteerde patiënten
• mensen met orgaantransplantatie
• mensen met lymfoom, chronisch lymfatische leukemie, multipel myeloom (bloedkanker)
• mensen met slecht gecontroleerde diabetes
• zonder milt of een slecht werkende milt (anatomische en/of functionele asplenie
• met sickle-cell disease
• met erfelijke bloedarmoede (hemoglobinopathie)
• met lek van hersenvocht (na ongeval of operatie)
• een cochleair implantaat
2. Alle volwassenen met een chronische ziekte
• Chronisch hartlijden
• Chronisch longlijden (bv. COPD, mucoviscidose, ernstig astma)
• Chronisch leverlijden (bv. levercirrose)
• Chronisch nierlijden
3. Alle volwassenen die:
• roken
• overmatig alcohol drinken.
4. Gezonde personen van 65 tot 85 jaar
Het vaccin moet om de vijf jaar opnieuw toegediend worden.
 |
 |
