Diabetes type 1: symptomen en behandeling

dossier

Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte waarbij de alvleesklier geen insuline meer aanmaakt, wat leidt tot snelle, opvallende klachten zoals veel plassen, extreme dorst en gewichtsverlies. Behandeling draait om dagelijkse insuline, regelmatige bloedsuikermetingen en een persoonlijk zorgplan voor stabiele suikerwaarden.

Wat is diabetes type 1?

Getty_diabetestype1_2025.jpg

© Getty Images

Diabetes komt in verschillende vormen voor, maar de twee bekendste zijn diabetes type 1 en diabetes type 2. Diabetes type 1 is de zeldzamere variant: minder dan 10% van alle mensen met diabetes heeft deze vorm. De aandoening ontstaat meestal op jonge leeftijd, bij kinderen, tieners of jongvolwassenen onder de 40 jaar.

Bij diabetes type 1 valt het eigen afweersysteem per vergissing de bètacellen in de alvleesklier (pancreas) aan. Deze cellen zijn verantwoordelijk voor het aanmaken van insuline, een hormoon dat nodig is om suiker uit het bloed naar de lichaamscellen te vervoeren. Omdat deze cellen beschadigd raken of verdwijnen, maakt het lichaam helemaal geen insuline meer aan. Dat maakt diabetes type 1 een auto-immuunziekte.

Lees ook: Wat is een auto-immuunziekte?

Lees ook: Wat zijn de vroege symptomen van diabetes?

Symptomen van diabetes type 1

De klachten lijken sterk op die van type 2 diabetes, maar bij type 1 treden ze veel sneller op, type 2 zien we vooral vanaf de leeftijd van 45 jaar.
De meest voorkomende symptomen ontstaan snel (binnen enkele dagen tot weken):

  • Meer plassen dan normaal
  • Constante, grote dorst
  • Extreme vermoeidheid
  • Snel, ongewenst gewichtsverlies

Andere mogelijke symptomen:

  • Wazig zicht
  • Zoete of fruitige adem (vergelijkbaar met nagellakremover of drop snoepjes)
  • Wondjes die langzamer genezen
  • Frequente infecties, zoals spruw (candida)

Als deze symptomen niet behandeld worden, kan dat leiden tot diabetische ketoacidose, een ernstige en levensbedreigende complicatie.

Lees ook: Wat is diabetische retinopathie en macropathie en wat kan je eraan doen?

Wat is ketoacidose?


Ketoacidose ontstaat doordat het lichaam glucose (suiker) niet kan gebruiken als energiebron (door onvoldoende aanwezigheid van insuline). Het lichaam spreekt vervolgens de vetreserves aan. Bij dit proces komen afbraakstoffen vrij, namelijk ketonen, die het bloed verzuren. Uitdroging zal dit proces nog versnellen. Onbehandeld kan dit leiden tot braken, zich slecht voelen en zelfs tot hyperglycemisch coma.

Zoek onmiddellijk medische hulp als je een hoge bloedsuikerspiegel hebt en 

  • je je ziek voelt, misselijk bent of buikpijn hebt
  • je sneller ademt dan normaal of je hart sneller klopt dan normaal
  • je je slaperig voelt of moeite hebt om wakker te blijven
  • je adem een fruitige geur heeft (zoals peren drop snoepjes)
  • je je verward voelt of moeilijk kunt concentreren
  • je een hoog gehalte ketonen hebt in je bloed of plas

Op welke leeftijd komt diabetes type 1 voor?

Diabetes type 1 ontstaat meestal bij kinderen, tieners of jongvolwassenen – vaak nog vóór het veertigste levensjaar – met twee duidelijke piekperiodes: de eerste valt tussen de vier en zeven jaar, de tweede tussen de tien en veertien jaar. De ziekte kan echter op elke leeftijd de kop opsteken, ook bij volwassenen. 

Lees ook: Diabetische dermopathie: wat zijn suikerplekken?

Diabetes type 1: oorzaken en risicofactoren

Bij diabetes type 1 richt het eigen afweersysteem zich tegen de bètacellen in de alvleesklier (pancreas) die insuline produceren. Door deze auto-immuunreactie verdwijnen de cellen grotendeels, waarna het lichaam vrijwel geen insuline meer kan aanmaken. Erfelijke aanleg speelt hierbij een rol: mensen met bepaalde genen lopen een verhoogd risico. Ook omgevingsfactoren, zoals virusinfecties, kunnen het immuunsysteem zo activeren dat het de bètacellen aanvalt.
Insuline is onmisbaar om glucose (suiker) uit het bloed in de lichaamscellen te krijgen. Glucose vormt de brandstof voor spieren en organen en komt uit voeding of de afgebroken glycogeenvoorraad in de lever. Zonder insuline kan suiker niet de cellen in en hoopt het zich op in de bloedbaan. Dit kan leiden tot ernstige complicaties, waaronder diabetische ketoacidose.

Enkele risicofactoren die je kans op het ontwikkelen van type 1 diabetes kunnen vergroten, zijn:

  • Familiegeschiedenis. Wie een ouder of broer/zus met type 1 diabetes heeft, loopt een iets hoger risico om de aandoening zelf te krijgen.
  • Genetica. Bepaalde genen vergroten de kans op het ontstaan van type 1 diabetes.
  • Geografie. Hoe verder je van de evenaar woont, hoe meer mensen er doorgaans type 1 diabetes hebben.

Lees ook: Symptomen van diabetes bij kinderen

Lees ook: Is suiker de oorzaak van diabetes?

Diagnose diabetes type 1

Diabetes type 1 ontwikkelt zich meestal in snel tempo: de symptomen zijn zo opvallend dat de diagnose vaak binnen korte tijd gesteld wordt. Omdat het lichaam dan vrijwel geen insuline meer aanmaakt, volgt bij de diagnose vrijwel altijd direct een opname in het ziekenhuis.

Kort na de diagnose zie je vaak een “honeymoon¬fase”, waarin de alvleesklier tijdelijk nog wat insuline produceert. Hoe lang deze fase duurt, verschilt per persoon en is nog niet helemaal duidelijk. Zodra de overgebleven bètacellen door het immuunsysteem zijn uitgeschakeld, is de patiënt volledig afhankelijk van insuline.

Lees ook: Hyperglycemie: symptomen te hoge bloedsuikerspiegel

Lees ook: Diabetes omkeren met je dieet, kan dat?

Behandeling van diabetes type 1

Diabetes type 1 is op dit moment helaas nog niet te genezen. Je bloedglucose zo goed mogelijk in evenwicht houden, dat is het doel van de behandeling bij diabetes. Bij diabetes is een gepaste behandeling cruciaal om problemen op korte en lange termijn te verminderen.

In België start de behandeling van diabetes type 1 vrijwel altijd met een kortdurende ziekenhuisopname om het tekort aan insuline veilig te corrigeren en de juiste startdosering vast te leggen. Daarna volgt intensieve begeleiding door een gespecialiseerd diabetesteam, waarin je leert je insulinepennen of –pomp te bedienen, bloedglucose te monitoren en je insulinedosering af te stemmen op maaltijden, activiteit en stress. 

Veel personen met diabetes gebruiken naast de klassieke vingerprik voor glucosemeting nu een continu glucose monitoring systeem (CGM). Deze is volledig terugbetaald voor mensen met diabetes op een intensieve insulinebehandeling. Een CGM waarschuwt via alarmen wanneer de glucosespiegel te hoog of te laag is.  

Lees ook: Glucosesensor: wat is het en hoe werkt het?

Getty_glucosesensor_2025.jpg

© Getty Images / glucosesensor voor continuous glucose monitoring (GCM)

Leven met diabetes type 1

Leven met diabetes type 1 betekent dat je iedere dag actief bezig bent met het in balans houden van je bloedsuiker. Je checkt je bloedglucose meerdere keren per dag.
Om je insuline goed af te stemmen op je voeding tel je de koolhydraten in elke maaltijd (carb counting). Zo kun je flexibel blijven eten en toch je insulinedosis nauwkeurig berekenen. Je spuit of pompt insuline meerdere keer per dag: Om de paar minuten een kleine dosis kortwerkende insuline en een extra bolus bij de maaltijden. Je diabetesverpleegkundige leert je de juiste injectie of pomptechniek en het wisselen van injectieplaatsen om huidproblemen te voorkomen.

Een belangrijke vaardigheid is het herkennen en behandelen van hypo’s (te lage bloedsuiker, <70 mg/dl). Vroege signalen zijn honger, duizeligheid, zweten en trillen. Een hypo los je op met een suikerhoudende snack of drankje. In uitzonderlijke gevallen kan een niet behandelde hypo leiden tot bewustzijnsverlies waarbij er de noodmedicatie glucagon toegediend kan worden. 

Je leert ook wat je moet doen in specifieke situaties: voor en na sporten, bij ziekte, tijdens stress of bij alcoholgebruik. Bijvoorbeeld extra koolhydraten eten vóór het sporten of je insuline verlagen als je langer beweegt. Bij ziek zijn volg je de ‘sick day rules’: vaker meten, minder insuline bij hoge koorts en extra vocht én koolhydraten innemen.
Dagelijks draag je iets dat je diabetes laat zien - een medisch ID kaartje of armband - en zorg je dat familie, vrienden en collega’s weten hoe ze een hypo moeten herkennen en behandelen. Als je autorijdt, geldt de regel: controleer je bloedsuiker vlak voor vertrek en stop meteen bij hypo- klachten. Wist je trouwens dat iedere persoon met diabetes een aangepast rijbewijs dient aan te vragen? Meer informatie lees je hierover op de website van de Diabetes Liga. 

Lees ook: Rijbewijs en diabetes: wat zijn de regels in België?

Diabetes heeft impact op je leven: reizen, werk, school en sociale activiteiten vragen soms extra planning. Toch kun je met de juiste behandeling en ondersteuning alles blijven doen wat je belangrijk vindt. Door je bloedsuiker zo stabiel mogelijk te houden, verklein je de kans op lange termijncomplicaties en kun je vol energie deelnemen aan alle aspecten van het leven.

Lees ook: Diabetes: waarom jaarlijks op controle?

Lees ook: Diabetes en depressie: zorgelijk duo

Bronnen:
https://www.diabetes.be
https://www.nhs.uk
https://www.mayoclinic.org

auteur: Lotte Poté, gezondheidsjournalist
Laatst bijgewerkt: mei 2025

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram

[ X ]

Blijf op de hoogte!

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.



Nee, bedankt