Afwijkende darmflora bij autisme

Mensen met autisme hebben andere bacteriën en schimmels in hun darmen dan wie de stoornis niet heeft. Mogelijk beïnvloeden die het immuunsysteem en de hersenen. Dat blijkt uit onderzoek in het vakblad Microbioom, meldt Eos Wetenschap. 

Problemen met communicatie en menselijke contact zijn typisch voor autisme. Spijsverteringsproblemen gaan ook vaak samen met de ontwikkelingsstoornis. Dat is waarschijnlijk niet toevallig. Steeds meer onderzoek suggereert dat darmen en hersenen elkaar beïnvloeden.

Italiaanse wetenschappers vergeleken de micro-organismen in de darmen van veertig kinderen met en veertig kinderen zonder autisme. Er bleken verschillen, zowel bij de bacteriën als bij de schimmels. Bij autisme kwamen minder bacteriën uit de bacteroidetes-familie voor, en onder andere meer lactobacillen. De candida-schimmel was gemiddeld dubbel zo talrijk.

Een verstoord evenwicht in de darmflora kan leiden tot chronische ontstekingen en een verzwakking van de bloed-hersenbarrière 

Om goed te functioneren is een bepaald evenwicht van bacteriën en schimmels nodig. Een verstoorde darmflora kan leiden tot problemen als constipatie. Toch konden constipatieproblemen de gewijzigde darmflora van de autistische proefpersonen niet verklaren, want er bleek weinig verschil tussen autisten met en zonder spijsverteringsproblemen.

De darmflora draagt niet alleen bij aan een goed metabolisme, maar speelt ook een rol in het immuunsysteem en vermoedelijk ook in het centraal zenuwstelsel. Wetenschappers spreken van de ‘microbioom-darmen-hersenas’. Zo is aangetoond dat de darmbacteriën zenuwcellen in de darmen beïnvloeden, dat ze een rol spelen in het samenspel tussen bepaalde hormoonproducerende klieren en bij de productie van neurotransmitters als serotonine en dopamine. 

Een verstoord evenwicht in de darmflora kan bovendien leiden tot een verzwakking van de bloed-hersenbarrière. Dat laatste is aangetoond bij mensen met autisme: zij hebben inderdaad een minder goede ‘afscheiding’ tussen hoofd en lichaam. Schimmelinfecties kunnen dan weer zorgen voor een verminderde productie van bepaalde stoffen die de hersenen beschermen.

De onderzoekers ontdekten dat een gewijzigde darmflora gelinkt is met autisme, zowel op het gebied van bacteriën als bij schimmels. Deze wijziging blijkt niet samen te hangen met constipatie, maar met de autistische stoornis zelf. Ze wijzen onder andere op onze te hygiënische levenswijze in de westerse wereld, die een oorzaak kan zijn van een ongezonde darmflora op heel jonge leeftijd.

De bevindingen bieden perspectieven voor nieuwe therapieën voor autisme. Verder onderzoek moet aantonen welke rol de micro-organismen precies spelen bij de verschillende vormen van autisme.