- nieuwsHoe herken je een te trage schildklier of hypothyreoïdie?
- nieuwsWat kan je doen bij een te trage schildklier of hypothyreoïdie?
- dossierSchildklierproblemen tijdens de zwangerschap kunnen gevaarlijk zijn
- nieuwsZwangere vrouwen moeten extra jodium slikken
- nieuwsZestien vragen over jodiumtabletten bij een nucleair ongeval
Hypothyreoïdie of een te traag werkende schildklier: oorzaken en gevolgen
- Schildklierhormonen
- Wat zijn de symptomen van hypothyreoïdie?
- Mogelijke complicaties van hypothyreoïdie
- Komt hypothyreoïdie veel voor?
- Risicofactoren voor hypothyreoïdie
- Wat zijn de oorzaken van hypothyreoïdie?
- Diagnose: hoe wordt hypothyreoïdie vastgesteld?
- Hoe wordt hypothyreoïdie behandeld?
- Wanneer is een behandeling nodig?
- Zoeken naar de juiste dosis levothyroxine
- Wanneer uw arts raadplegen als u behandeld wordt voor hypothyreoïdie?
dossier
Schildklierhormonen

- De hypothalamus – een onderdeel van de hersenen – produceert een hormoon: het TRH of thyreotropine vrijmakend hormoon.
- Het TRH stimuleert de hypofyse, die zich ook in de hersenen bevindt, om het hormoon TSH (het thyreoïdstimulerend hormoon) af te scheiden.
- TSH stimuleert de productie van de schildklierhormonen (T3 en T4) door de schildklier.
Wat zijn de symptomen van hypothyreoïdie?
De schildklierhormonen spelen een belangrijke rol bij tal van processen in uw lichaam. Wanneer te weinig schildklierhormonen worden geproduceerd of beschikbaar zijn, heeft dit een effect op onder meer:
- de controle van de lichaamstemperatuur;
- de stofwisseling, o.m. de verbranding van vetten en koolhydraten en de aanmaak van eiwitten;
- de regeling van het hartritme;
- de hersenfunctie;
- de zenuwfunctie;
- de spijsvertering;
- het genitale kanaal…
- bij kinderen o.m. de verstandelijke ontwikkeling en de groei.
Een verminderde schildklierfunctie kan dan ook diverse klachten en problemen veroorzaken. Lang niet iedereen heeft alle klachten. Veel klachten komen ook voor bij andere aandoeningen, ze zijn dus niet specifiek voor schildklierproblemen. Bovendien begint de ziekte vaak sluipend, zodat geringe veranderingen niet opgemerkt worden. Dit maakt het voor de arts soms moeilijk een diagnose te stellen.

Typische klachten die kunnen wijzen op een te traag werkende schildklier zijn:
- gewichtstoename;
- vermoeidheid, slaperigheid;
- lusteloosheid, apathie;
- vertraagde motoriek, vertraagde spraak;
- concentratie- en geheugenproblemen;
- verwardheid;
- heesheid of een lagere stem;
- ledematen, het gezicht en de oogleden kunnen opzwellen (‘pafferig gezicht’);
- uitpuilende, wijdopen ogen (de oogbol steekt uit de oogkas);
- opgezwollen schildklier: kropgezwel (struma) is een voelbare en zichtbare toename van het schildkliervolume in de hals. Het kan ook de vorm aannemen van noduli, kleine afgeronde massa’s.
- kouwelijkheid: u hebt het snel koud;
- verstopping (obstipatie);
- vertraagde of onregelmatige hartslag;
- kortademigheid, oppervlakkige ademhaling;
- huidveranderingen: droge, ruwe, koude of bleekgele huid;
- broze nagels;
- ruwer of droger haar en haaruitval, ook van wenkbrauwen;
- spierzwakte, -pijn en -stijfheid, spierkrampen;
- gewrichtspijn;
- verstoorde menstruatiecyclus (onregelmatig, overmatig of te weinig bloedverlies, soms geen menstruatie meer);
- libidoverlies (minder zin om te vrijen), bij mannen ook erectiestoornissen;
- bloedarmoede;
- stoornissen van de tastgevoeligheid (verdoofd gevoel, kriebelingen, enz.);
- carpaletunnelsyndroom.
Mogelijke complicaties van hypothyreoïdie
- Verhoogd risico op hart en vaatziekten. Dit wordt veroorzaakt doordat bij hypothyreoïdie het vetmetabolisme verstoord raakt, waardoor de concentratie vetten in het bloed (zoals cholesterol) toeneemt
- Vrouwen met hypothyreoïdie raken moeilijk zwanger.
- Bij hypothyreoïdie tijdens de zwangerschap bestaat er een verhoogd risico op zwangerschapscomplicaties, zoals pre-eclampsie, anemie (bloedarmoede), vroegtijdige geboorte, laag geboortegewicht, een miskraam en ernstige bloedingen na de bevalling. Er bestaat ook een risico op mindere ontwikkeling van het zenuwstelsel, een foetale groeivertraging, en een lager IQ.
- Een zeldzame complicatie is een coma als gevolg van myxoedeem.
Komt hypothyreoïdie veel voor?
Risicofactoren voor hypothyreoïdie
- in het eerste jaar na een zwangerschap;
- als het in uw familie voorkomt;
- na een bestraling van hoofd, nek of schildklier, of een operatie aan de schildklier;
- als u lijdt aan een andere autoimmuunziekte (bijv. diabetes, reumatoïde artritis, coeliakie, systemische lupus, pernicieuze anemie …);
- als u bepaalde geneesmiddelen moet nemen die de schildklier kunnen beïnvloeden, zoals jodiumhoudende contrastmiddelen, lithium en amiodaron (zie verder);
- bij het syndroom van Down of het syndroom van Turner.
Wat zijn de oorzaken van hypothyreoïdie?

1. Schildklierontsteking (thyreoïditis)
- Ziekte van Hashimoto
- Atrofische thyreoïditis
- Subacute granulomateuze thyreoïditis (Ziekte van De Quervain)
- Stille of pijnloze thyreoïditis
2. Heelkundige verwijdering (geheel of gedeeltelijk) van de schildklier.
3. Behandeling met radioactief jodium voor een te snel werkende schildklier (hyperthyreoïdie).
4. Radiotherapie van het hoofd-halsgebied.
5. Gebrek aan jodium.
Congenitale hypothyreoïdie is een aangeboren aandoening van de schildklier. De schildklier ontbreekt of is slecht ontwikkeld, of ze maakt niet tot nauwelijks schildklierhormoon. Dit komt bij ongeveer 1 op 2000 pasgeborenen voor. Het kan voorbijgaand maar ook blijvend zijn. Zonder behandeling kan er onherstelbare beschadiging van de hersenen ontstaan. Een groeiachterstand is ook mogelijk.
Diagnose: hoe wordt hypothyreoïdie vastgesteld?

2. Bloedonderzoek kan aantonen dat de schildklier trager werkt.
- Bij hypothyreoïdie is de hoeveelheid schildklierhormoon (vrij T4) in het bloed verlaagd.
- Normaal is de vrije T4 tussen 9,0-24,0 pmol/l
- Bepaling van de hoeveelheid schildklierstimulerend hormoon (TSH) is dé screeningstest voor de schildklierfunctie. Een normale TSH-concentratie sluit een schildklierfunctiestoornis nagenoeg uit. Bij hypothyreoïdie is de TSH verhoogd. Normaal is de TSH tussen 0,4-4,0 mU/l
- Eventueel kunnen ook antistoffen gericht tegen thyreoperoxidase (anti-TPO) bepaald worden. Dit is een enzym dat betrokken is bij de productie van schildklierhormoon. Anti-TPO zijn vaak aantoonbaar bij een thyreoïditis van Hashimoto, maar ook bij een stille thyreoïditis.
Ongeveer 2 à 3 procent van de mensen bij wie TPO-antistoffen worden gevonden, zullen op termijn hypothyreoïdie krijgen, maar de overgrote meerderheid dus niet. - Daarnaast zullen nog andere parameters in het bloed onderzocht worden, zoals de bloedbezinking (BSE), sporen van bloedarmoede (anemie) enzovoort.
Als bij bloedonderzoek vastgesteld wordt dat de TSH-waarde licht verhoogd is, maar de T4-waarden normaal blijken, spreekt men van subklinische hypothyreoïdie. De term ‘subklinisch’ veronderstelt dat de patiënt geen klachten heeft. Eigenlijk is de term niet correct, want patiënten met subklinische hypothyreoïdie kunnen wel degelijk klachten hebben zoals vermoeidheid, gewichtstoename en depressies. Subklinische hypothyreoïdie komt veel voor. Ongeveer 10 à 20 procent van de zestigplussers zou aan subklinische hypothyreoïdie lijden. Ook tijdens de zwangerschap komt dit vrij veel voor.
Als de T4-waarde verlaagd is zonder verhoging van de TSH-waarde, kan het gaan om een centrale hypothyreoïdie door een slechte werking van de hypofyse of de hypothalamus.

Hoe wordt hypothyreoïdie behandeld?
Wanneer is een behandeling nodig?

- Behandeling is aangewezen bij manifeste hypothyreoïdie. Dit wil zeggen dat er symptomen zijn die wijzen op een traag werkende schildklier én afwijkende bloedwaarden van TSH en vrij T4.
- Behandeling is ook aangewezen bij subklinische hypothyreoïdie wanneer de TSH-concentratie sterk verhoogd is (hoger is dan 10 mE/l), maar het vrij T4 normaal is, en de patiënt jonger is dan 85 jaar.
De kans dat een subklinische hypothyreoïdie zich ontwikkelt tot een klinische hypothyreoïdie is namelijk afhankelijk van de hoogte van de TSH.
- Bij subklinische thyreoïdie tijdens de zwangerschap. Omdat levothyroxine veilig kan gebruikt worden tijdens de zwangerschap, wordt meestal toch aanbevolen om ook subklinische hypothyreoïdie te behandelen, en zeker wanneer:
- de TSH-waarde hoger is dan 10 mU/L;
- er TPO-antistoffen in het bloed aanwezig zijn en de TSH-waarde hoger is dan 2,5 mU/L. - In de andere gevallen van subklinische hypothyreoïdie (d.w.z. TSH tussen 5 en 10 mE/l en normaal vrij T4) blijft het onderwerp van discussie of een behandeling moet gestart worden.
- In aanwezigheid van symptomen kan een behandeling gestart worden voor een proefperiode van 3 tot 6 maanden. Wanneer een gunstig effect wordt gezien zal de behandeling voortgezet worden voor een onbepaalde duur.
- Bij afwezigheid van symptomen is starten van een behandeling niet nodig, maar is opvolging van het TSH wel aangewezen (eenmaal per jaar een bloedonderzoek bij aanwezigheid van antithyreoïd-antilichamen, om de drie jaar in de andere gevallen). - Een centrale hypothyreoïdie die veroorzaakt wordt door een stoornis in de hypofyse, wordt ook behandeld met levothyroxine. In dat geval zal eerst gekeken worden wat de oorzaak is van de hypofyse-stoornis, en zullen aanvullende onderzoeken plaats vinden om te beoordelen of de besturing van andere hormoon-producerende organen (bijnier, geslachtsklieren…) ook is uitgevallen. Dit is echter zeer zeldzaam en manifesteert zich meestal met andere klachten.
- Wanneer de hypothyreoïdie mogelijk veroorzaakt wordt door geneesmiddelen, zal eerst nagegaan worden of aanpassing van de behandeling mogelijk is. Na aanpassing van de medicamenteuze behandeling is elke zes weken controle van de schildklierwaarden noodzakelijk. Indien de waardes niet normaliseren of aanpassing van de medicamenteuze behandeling niet mogelijk is, zal een behandeling met levothyroxine opgestart worden.
Zoeken naar de juiste dosis levothyroxine

- lichaamsgewicht;
- leeftijd: bent u jonger dan 60 jaar dan kan meestal met een hoge dosis begonnen worden, bent u ouder dan zal meestal met een lage dosis begonnen worden, zeker bij hartproblemen;
- eventuele andere aandoeningen of medicatie: hebt u bijvoorbeeld een hartaandoening, dan zal met een lage dosis begonnen worden en stapsgewijze worden verhoogd;
- ernst en voorafgaande duur van de aandoening;
- zwangerschap(swens): dan moet de hoeveelheid schildklierhormoon worden gecontroleerd en aangepast vanaf het begin van uw zwangerschap.

- Bij een juiste dosering treden meestal geen bijwerkingen op. Soms worden overgevoeligheidsreacties zoals huiduitslag en jeuk gezien. Als dit zich voordoet, kan omzetten naar een ander merk soms uitkomst bieden.
- Bij bejaarden met een hartaandoening en ernstige hypothyreoïdie kan thyroxine hartritmestoornissen veroorzaken. Daarom wordt begonnen met een lage dosis die geleidelijk wordt verhoogd, onder strikte medische controle.
- Mogelijke bijwerkingen bij overdosering of een te snelle verhoging van de dosis zijn hartritmestoornissen, hypertensie, pijn op de borst (angina pectoris), slapeloosheid, hoofdpijn, toegenomen eetlust, gewichtsverlies, zweten, braken, diarree, koorts en psychische veranderingen.
- Chronisch gebruik van te veel levothyroxine, blijkend uit te lage TSH-spiegels, kan leiden tot verlies van botmassa (osteoporose).
- Levothyroxine versterkt tijdens de instelfase mogelijk het effect van orale anticoagulantia. Ook het effect van antidepressiva en antiepileptica kan gewijzigd worden.
- Sommige geneesmiddelen kunnen de opname van levothyroxine bemoeilijken, en mogen niet samen worden ingenomen. Om die reden moet levothyroxine minstens 2 uur vóór maagzuurremmers (antacida), calciumzouten, magnesiumzouten, sucralfaat en ijzerzouten worden ingenomen. Levothyroxine mag niet binnen 4 uur voor of na inname van colestyramine of colesevelam worden ingenomen.
- Bij gelijktijdig gebruik van levothyroxine met orale oestrogenen (ook orale anticonceptiva met oestrogenen en hormoonsubstitutietherapie tijdens de menopauze), fenytoïne, fenobarbital, carbamazepine, rifampicine of ritonavir kan de behoefte aan levothyroxine toenemen en moet de dosis mogelijk verhoogd worden.
- Patiënten met diabetes mellitus, in het bijzonder type 1, en hypothyreoïdie hebben een verhoogde behoefte aan insuline of orale antidiabetica.
Wanneer uw arts raadplegen als u behandeld wordt voor hypothyreoïdie?
- kouwelijkheid
- traagheid
- haaruitval
- gezwollen oogleden
- droge huid
- zenuwachtig zijn
- pijn op de borst
- hartkloppingen
- zweten
- hoofdpijn
- afvallen (terwijl u toch goed eet)
- diarree
- stemmingsverandering