20 Tips voor veilig speelgoed
nieuws
Speelgoed kan stoffen of kleine onderdelen bevatten die gevaarlijk zijn voor uw kind. De Europese Commissie heeft samen met speelgoedfabrikanten, handelaars, exporteurs en consumentenverenigingen de belangrijkste veiligheidstips verzameld voor een slimme aankoop en juist gebruik van speelgoed.
Op basis van deze tips, samen met tips van organisaties zoals Kind & Gezin, het Antigifcentrum en VeiligheidNL, hebben we een lijstje opgemaakt met 20 tips waarop u moet letten bij aankoop en gebruik van speelgoed.
Bij aankoop
1. Koop speelgoed steeds in een (online) winkel met een goede reputatie, die bereid zijn aankopen te ruilen.
Vraag de verkoper de verpakking te openen of een voorbeeldexemplaar te laten zien als het speelgoed niet goed bekeken kan worden.
2. Controleer gegeven, online gekocht of tweedehands speelgoed altijd zorgvuldig.
3. Koop nooit speelgoed zonder CE-label (op de verpakking of op het speelgoed zelf). Hoewel de CE-markering niet als consumentenkeurmerk is bedoeld, geeft de fabrikant hiermee wel aan dat het speelgoed voldoet aan de EU-veiligheidsvoorschriften. Dit biedt evenwel geen sluitende garantie voor de veiligheid en gezondheid.
4. Kies speelgoed dat aangepast is aan de leeftijd en vaardigheden van het kind. Neem de aanbevelingen voor leeftijd en veiligheid serieus. Vooral het 0-3-symbool of de vermelding “niet geschikt voor kinderen jonger dan 3 jaar” mag u niet negeren.
Deze waarschuwingen moeten vergezeld zijn van een beknopte aanduiding van het specifieke gevaar waarop deze voorzorg is gebaseerd, die in de gebruiksaanwijzing kan worden opgenomen. Bij chemisch speelgoed (bv. scheikundedozen, conserveersets, miniatuursets voor keramiek) moet bijvoorbeeld vermeld worden dat ze moeten gebruikt worden onder toezicht van volwassenen.".
5. Koop geen speelgoed bestemd voor kinderen beneden de 3 jaar dat touwtjes, koordjes of daarmee vergelijkbaar materiaal heeft en waarvan de voor het kind bereikbare uiteinden langer dan 22 cm zijn (een kind kan zich daaraan ophangen).
Speelgoed voor kinderen jonger dan 3 jaar mag ook niet te klein zijn (bv. kralen en knikkers) zodat het kind het niet in de mond of de neus kan steken.
6. Speelgoed bestemd voor kinderen jonger dan 3 jaar mag geen kleine onderdelen bevatten die kunnen loskomen, die gemakkelijk breken als het speelgoed valt of gemakkelijk kunnen losgepeuterd of verwijderd worden (bv. knopen, kralen, oogjes…). Kinderen van deze leeftijdsgroep hebben de neiging speelgoed in hun mond te stoppen en kunnen in kleine onderdelen stikken.
• Losse onderdelen moeten in elke richting groter zijn dan 3,17 cm en langwerpige onderdelen moeten langer zijn dan 5,71 cm.
• Ballen en zuignapjes, die het bovenste gedeelte van de luchtpijp en het achterste gedeelte van de mond kunnen blokkeren, moeten zo groot zijn dat ze de luchtpijp niet kunnen blokkeren. Dit is groter dan 4,45 cm. Denk hierbij niet alleen aan zuignapjes aan speelgoed, maar ook aan bijvoorbeeld zonneschermen in auto's.
• Wees extra voorzichtig met speelgoed met magneten: Als kinderen van speelgoed losgeraakte magneten inslikken kunnen deze in het lichaam van het kind elkaar aantrekken en daardoor ernstig of zelfs dodelijk letsel (darmperforatie) veroorzaken. Dit kan alleen gebeuren indien meer dan één magneet (of één magneet en iets van metaal) ingeslikt wordt.
• Bij speelgoed met batterijen mag de batterijhouder alleen met behulp van een schroevendraaier of een muntstuk kunnen geopend worden, zodat kleine kinderen de batterijen er niet kunnen uithalen en ze in de mond of de neus steken. Lithiumbatterijen met een diameter van 20 mm of meer zijn het gevaarlijkst. Ook rondslingerende batterijen verdwijnen vaak in kindermondjes, dus bewaar oude en nieuwe batterijen altijd buiten bereik van kinderen.
• Namaakjuwelen voor kinderen (nepsieraden) vallen niet onder de noemer 'speelgoed' en worden dus niet getest volgens de hoogste veiligheidseisen. Pas goed op voor kleine onderdelen die er af getrokken of gebeten kunnen worden. Sieraden voor poppen vallen wel onder de speelgoedrichtlijn.
7. Koop goed afgewerkt en stevig speelgoed
• Voor kleine kinderen liefst onbreekbaar speelgoed.
• Scherpe randen, hoeken en punten zijn taboe.
• Controleer of de inhoud niet gemakkelijk kan vrijkomen (zoals beesten die gemakkelijk kunnen worden opengepeuterd of opengebeten, waardoor plastic balletjes of stukjes schuimrubber naar buiten komen).
• Controleer of de vingertjes niet beklemd kunnen raken.
8. Let bij houten speelgoed op volgende punten:
• Houten speelgoed mag niet splinteren, beukenhout is wat dat betreft beter dan vurenhout.
• Houten speelgoed mag niet gespijkerd zijn. Geschroefd mag wel, mits de schroef verzonken is. Gelijmd is het veiligst.
• Het hout mag niet behandeld zijn met giftige stoffen (bijvoorbeeld loodhoudende verf). Lees het etiket of vraag uitleg aan de verkoper.
Alhoewel de Europese wetgeving stricte normen oplegt in verband met giftige stoffen, dient geregeld speelgoed uit de handel te worden genomen dat die normen overschrijdt. De minimumnormen in verband met lood worden momenteel verstrengd.
9. Let bij plastic speelgoed op volgende punten:
• Plastic mag niet breken. Na een breuk zijn de randen vaak vlijmscherp.
• Plastic speelgoed mag geen ftalaten of andere schadelijke stoffen bevatten. Ftalaten zijn weekmakers. In speelgoed waarop kan gesabbeld worden (zoals rammelaars, bijtringen), zijn ftalaten volledig verboden, voor ander speelgoed gelden stricte normen. Maar goedkoop speelgoed van buiten Europa kan soms toch nog ftalaten bevatten. Ook ouder speelgoed kan schadelijke hoeveelheden weekmakers bevatten.
10. De elektrische spanning van elektrisch speelgoed bedraagt max. 24 volt gelijkstroom of gelijkwaardige wisselstroom gevoed en de spanning aan de bereikbare delen bedraagt niet meer dan 24 volt gelijkstroom of gelijkwaardige wisselstroom.
• Delen van speelgoed die in contact staan of kunnen komen met een elektriciteitsbron die een elektrische schok kan veroorzaken, en de draden of andere geleiders waarlangs de elektriciteit naar deze delen wordt geleid, zijn goed geïsoleerd en mechanisch beveiligd om het risico van elektrische schokken te voorkomen.
• Elektrisch aangedreven speelgoed moet zo zijn ontworpen en vervaardigd dat de hoogste temperaturen die optreden aan de oppervlakte van alle rechtstreeks toegankelijke delen, bij aanraking geen brandwonden kunnen veroorzaken.
• Elektrisch speelgoed is zodanig ontworpen en vervaardigd dat de door de apparatuur gegenereerde elektrische, magnetische en elektromagnetische velden en andere stralingen niet sterker zijn dan nodig is voor de werking van het speelgoed en moet functioneren op een veilig niveau overeenkomstig de algemeen erkende stand van de techniek,
• Speelgoed met een elektronisch regelsysteem moet zodanig worden ontworpen en vervaardigd dat het speelgoed ook veilig functioneert als het elektronische systeem, al dan niet door een externe factor, defect raakt of uitvalt.
• De elektrische transformator van het speelgoed vormt geen integraal deel van het speelgoed.
11. Koop voor kinderen tot 3 jaar liefst speelgoed dat goed (af)wasbaar is. Speelgoed van textiel moet gewassen kunnen worden, tenzij het een mechanisme bevat dat beschadigd kan worden als het bij het wassen doorweekt raakt.
12. Koop geen speelgoed met harde geluiden voor jonge kinderen die hier nog niet mee om kunnen gaan. Vooral als het product dicht bij het oor gehouden wordt, kan gehoorschade ontstaan. Probeer dit soort speelgoed altijd uit, voordat u het koopt.
Na de aankoop
13. Volg nauwkeurig de montage- en gebruiksaanwijzingen.
Bewaar de bij het speelgoed geleverde instructies en informatie op een veilige plaats.
14. Verwijder alle verpakking
Plastic verpakking kan een verstikkingsgevaar vormen, laat kinderen er dus niet mee spelen.
15. Hou toezicht terwijl uw kinderen spelen.
Zorg dat al het speelgoed gebruikt wordt zoals het bedoeld is en dat het geschikt is voor de leeftijd en vaardigheden van het kind. Speeltjes met projectielen (geweren, katapulten…) kunnen bijvoorbeeld verwondingen veroorzaken.
• Zorg ervoor dat jongere kinderen spelen met het speelgoed dat bestemd is voor hen en niet het speelgoed van een oudere broer of zus die gevaarlijk kunnen zijn voor hen.
• Zorg dat kleine kinderen apart van de grotere spelen. De groten kunnen bijvoorbeeld aan de tafel spelen, zodat de kleintjes er niet bij kunnen. Als er speelgoed is waar de jongste echt niet aan mag komen, laat de oudste er dan mee spelen als de jongste naar bed is.
• Als groot en klein samenspelen, dan met speelgoed van de jongste of speel zelf mee.
• Laat jonge kinderen niet alleen met (onopgeblazen) ballonnen spelen in verband met verstikkingsgevaar.
• Laat kinderen geen speelgoed met harde geluiden dicht tegen het oor aanhouden.
• Sommige soorten speelgoed, zoals steppen, rolschaatsen en fietsen, mogen nooit zonder helm en andere beschermingsmiddelen worden gebruikt.
16. Speelgoed met batterijen hoort niet in bed. De stroombron kan kortsluiten waardoor de schakelingen verhitten en brand kan ontstaan. Dit geldt vooral voor oplaadbare batterijen die een lagere interne weerstand waardoor de stroom bij kortsluiting (veel) hoger kan oplopen en bijgevolg het brandgevaar groter is. Verwijder de batterijen indien het kind het speelgoed toch mee naar bed wil nemen.
17. Controleer regelmatig of het speelgoed versleten of kapot is. Gooi kapot speelgoed weg. Het kan namelijk onveilig zijn, bijvoorbeeld wanneer kleine stukjes afbreken die kinderen in hun mond kunnen stoppen.
• Losse onderdelen met een doorsnede kleiner dan 3,5 cm kunnen verstikkingsgevaar opleveren voor kinderen beneden de drie jaar.
• Controleer speelgoed waar magneetjes in zitten regelmatig of deze magneetjes goed vastzitten. Het inslikken van meerdere magneetjes kan zeer gevaarlijk zijn.
18. Maak het speelgoed regelmatig schoon.
• Het meeste speelgoed kunt u reinigen met water en zeep. Heel wat speelgoed is ook geschikt voor de vaatwasmachine.
• In badspeeltjes komt makkelijk zeepwater in, en dat zorgt voor bacterievorming. Gooi ze regelmatig weg.
19. Leer uw kind(eren) hun speelgoed op te bergen om ongelukken te vermijden. Laat geen speelgoed slingeren op trappen of in drukke delen van het huis.
Een speelgoedkoffer moet luchtopeningen hebben en mag niet automatisch kunnen dichtgaan.
20. Meld alle veiligheidsproblemen aan de verdeler of fabrikant.
In Vlaanderen kunt u veiligheidsproblemen met speelgoed ook melden aan het Meldpunt Onveilige Kindartikelen:
www.kindengezin.be/toepassingen/meldpunt-onveilige-kindartikelen.jsp
Meer info
www.kindengezin.be
www.veiligheid.nl
http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/toys/index_en.htm