Gerelateerde artikels
Huisarts kan slaapproblemen beter aanpakken
nieuws
Er is een nieuwe richtlijn die huisartsen in staat stelt patiënten met slaapproblemen beter te helpen. Zo krijgen huisartsen het advies om goed door te vragen naar de oorzaken van iemands slapeloosheid en om patiënten alternatieven voor slaapmiddelen aan te bieden. Dat zal ertoe bijdragen dat slaapmedicatie in ons land oordeelkundiger wordt gebruikt.
Volgens de recentste cijfers heeft maar liefst één derde van de Belgische bevolking slaapproblemen. Mannen hebben er vaker mee te maken dan vrouwen. Slaapproblemen nemen toe met de leeftijd; ze komen het vaakst voor bij vrouwen van 75 jaar en ouder (41%). Slaapproblemen zijn bovendien afhankelijk van de scholingsgraad; we zien ze minder vaak bij hoogopgeleiden dan bij lager geschoolde mensen. Ten slotte hangen slaapproblemen ook samen met de woonplaats. Zo slapen mensen beter in Vlaanderen dan in het Brussels gewest.
Van slaapklachten tot slapeloosheid (insomnie)
Niet alle mensen met slaapklachten lijden aan slapeloosheid. We spreken pas van slapeloosheid of insomnie als je minstens driemaal per week slecht slaapt én als je daardoor overdag slechter functioneert vanwege moeheid, slaperigheid, prikkelbaarheid, verminderde concentratie of slechtere prestaties. Van ernstige slapeloosheid spreken we als de insomnie grote impact heeft op het functioneren van de patiënt.
We weten niet precies welk effect slapeloosheid op de hele bevolking heeft, maar het is wel bekend dat aanhoudende insomnie het aantal verkeers- en arbeidsongevallen opdrijft, en ook samenhangt met extra valpartijen en met een toename van neuropsychiatrische problemen als depressie, angst, dementie en verslaving. Slapeloosheid verhoogt het sterftecijfer (mortaliteit).
Chronisch gebruik van slaapmiddelen
Intussen blijft België, vergeleken met onze buurlanden, een koploper in het chronische gebruik van benzodiazepines, de groep waartoe de meeste gebruikte slaapmiddelen behoren. In het Brusselse en het Waalse Gewest lijkt het slaapmiddelengebruik de laatste jaren enigszins af te nemen, maar niet in het Vlaamse Gewest. Vooral bij ouderen blijft het chronisch gebruik van slaapmiddelen zeer hoog: 20% van de 75-plussers heeft in de laatste 24 uur een slaap- en kalmeermiddel genomen.
Zowel gezondheidswerkers als de overheid spannen zich in om het gebruik van slaapmiddelen terug te dringen. Toch blijft verdere bewustmaking nodig. Zo moeten we de consumptie van slaapmiddelen beheersen en optimaliseren door niet-medicamenteuze alternatieven aan te bieden die voor iedereen haalbaar zijn. De nieuwe richtlijn ‘Aanpak van slaapklachten en insomnie bij volwassenen in de eerste lijn’ past in dat opzet.
Richtlijn voor huisartsen
Deze nieuwe richtlijn, gebaseerd op wetenschappelijke literatuur, omvat een concreet stappenplan om slapeloosheid in de praktijk aan te pakken. Zo wordt huisartsen geadviseerd extra moeite te doen om te achterhalen wat de precieze oorzaken van iemands slapeloosheid zijn. Vervolgens moet een brede waaier van mogelijke diagnoses worden opgesteld. De aangepaste richtlijn focust ook op manieren om slapeloosheid aan te pakken zonder geneesmiddelen en zoveel mogelijk op maat van de patiënt. Daarbij kan de huisarts samenwerken met de eerstelijnspsycholoog of de patiënt een slaapcursus aanbevelen.
Deze richtlijn, die multidisciplinair werd ontwikkeld door huisartsen, een psycholoog, methodoloog en slaapspecialist, wil ook de samenwerking tussen alle betrokken gezondheidswerkers bevorderen, wat de slaapkwaliteit van patiënten alleen maar ten goede kan komen.