- dossierExtrinsieke Allergische Alveolitis: symptomen en behandeling
- dossierWaarom wordt de ene meer geprikt door muggen dan de andere?
- dossierWat is selenium en waarom is het belangrijk voor je immuunsysteem?
- dossierAngio-oedeem: plotse zwelling in huid of slijmvliezen
- dossierHoe voorkom je muggenbeten tijdens het slapen?
Hoe verloopt desensibilisatie voor bijen- en wespengif?

nieuws
Mensen die na een bijen- of wespensteek een ernstige veralgemeende reactie vertonen, kunnen een zogeheten desensibilisatie of hyposensibilisatie toepassen. Dit betekent dat de arts gedurende een bepaalde tijd steeds grotere dosissen van het insectengif inspuit waardoor het lichaam gewend raakt aan dat gif en de overgevoeligheid wordt afgebouwd.
Deze vorm van immunotherapie wordt in toenemende mate gebruikt voor de behandeling van mensen die allergisch reageren op een steek van een wesp, bij of hommel. Immunotherapie is een zeer effectieve behandeling: meer dan 90 procent van de mensen met een allergie voor wespengif is zes tot twaalf weken na de start van de behandeling volledig beschermd en krijgt bij een nieuwe steek alleen een lokale reactie. Voor bijengifallergie is het percentage wat lager, namelijk 75-80 procent. Aan het einde van de therapie heb je een blijvende bescherming tegen insectengif opgebouwd.
Deze behandeling wordt grotendeels terugbetaald door de ziekteverzekering.
Lees ook: Wat is een anafylactische shock?
Bij wie wordt deze behandeling toegepast?
• Volwassenen
Bij volwassenen wordt immunotherapie alleszins aanbevolen bij ernstige reacties op een insectenbeet:
Bij kinderen wordt immunotherapie aanbevolen bij ernstige, veralgemeende reacties op een insectenbeet en een grote kans op herhaling, die gepaard gaan met:
- hart- of luchtwegklachten;
- angio-oedeem (zeker bij kinderen van bijenhouders).
Wanneer wordt immunotherapie afgeraden?
• Bij kinderen beneden 5 jaar.
• Immunotherapie wordt niet gestart tijdens een zwangerschap, maar een lopende behandeling kan tijdens de zwangerschap worden verdergezet als ze goed verdragen wordt.
• Bij milde vormen van astma is immunotherapie mogelijk, maar bij astma die het hele jaar behandeld moet worden met inhalatiecorticosteroïden of dagelijks bèta-2-sympathicomimetica, wordt het afgeraden.
• Bij mensen met een hart- en vaatziekte of hoge bloeddruk die bètablokkers nemen.
• Bij mensen die lijden aan een ziekte die de werking van het immuunsysteem ernstig belemmert (bv. kanker)
• Bij mensen met chronische hart- of longaandoeningen moeten de voordelen zorgvuldig afgewogen worden tegen de mogelijke nadelen (bijwerkingen).
Hoe verloopt een desensibilisatiekuur?
Bij een allergie voor insectengif wordt een behandeling in twee fasen toegepast.
• In een eerste fase, de instelfase, wordt een kleine dosis van het (gezuiverd) bijen- of wespengif onderhuids ingespoten in de arm. Deze injecties worden gedurende 6 tot 12 weken wekelijks toegediend, waarbij de dosis wekelijks wordt verhoogd, tot het hoogst nodige niveau is bereikt. Dat komt ongeveer overeen met 2 bijensteken of een 10-tal wespensteken. Dit wordt steeds in een ziekenhuis gedaan waar gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen aanwezig zijn (via dagziekenhuis).
• Na de instelfase wordt het interval geleidelijk verleng tot 6 à 12 weken. Dit is de onderhoudsfase. In samenspraak met de behandelende arts kan het grootste deel van de injecties tijdens de onderhoudsfase door de huisarts worden gegeven.
• Bij een zeer ernstige allergie voor bijen of wespen kan een versnelde procedure gevolgd worden met vier of vijf injecties per dag. Dit vereist wel een opname in het ziekenhuis gedurende enkele dagen.
• Voor wespengifallergie bestaat er sinds 2018 ook een “ultra-rush” therapie die op enkele uren en zonder opname kan worden voltooid.
Duur van de behandeling
Mogelijke bijwerkingen
Voorzorgsmaatregelen
Geneesmiddelen
Ziekte
Zwangerschap
Immunotherapie en andere vaccinaties
Bronnen:
- UZ Gent Immunotherapie
- UZ Gent Immunotherapie voor wespen- en bijengif
- Jan Palfijn informatiefolder
- UZA allergie voor insectengif
- Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie
- RIZIV