Voeding en kanker: wat is het verband?
In dit artikel
Voeding en kanker: wat is het verband?
dossier
Onderzoek heeft aangetoond dat er een verband bestaat tussen onze voeding en bepaalde soorten kanker, zoals dikkedarm-, borst-, slokdarm-, mond-, prostaat- lever- en maagkanker. Dit verband is echter zeer complex en veel is nog onduidelijk.
Enerzijds bevat onze voeding bepaalde schadelijke stoffen die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van kanker. Anderzijds bevat onze voeding ook heel wat stoffen die beschermen tegen kanker en kanker kunnen helpen voorkomen.
Het is dan ook zeer moeilijk om aan te tonen dat bepaalde voedingsmiddelen het risico op kanker kunnen verhogen dan wel kunnen verminderen omdat onze voeding meerdere voedingsmiddelen, nutriënten en chemische stoffen bevat. Algemeen wordt aangenomen dat het gaat om de combinatie van al deze ingrediënten en bioactieve stoffen, eerder dan een specifiek element.
Onderzoek naar de individuele invloed van bijvoorbeeld knoflook, broccoli, spruitjes enzovoort is tot nu toe alleen bij proefdieren uitgevoerd.
Meerdere risicofactoren
Onze voeding is hoe dan ook slechts één van de bepalende factoren bij het ontstaan van kanker.
Volgens het Wereld Kanker Onderzoek Fonds (WCRF) wordt 30 tot 40 procent van alle kankergevallen veroorzaakt door een combinatie van eet- en beweeggedrag. Overgewicht is daarbij de grootste boosdoener. Factoren die de levensstijl bepalen, zoals gezonde voeding, een normaal lichaamsgewicht en lichaamsbeweging komen bij bepaalde mensen vaak samen voor. Het is daarom moeilijk na te gaan welk effect elke factor apart heeft. Een hoofdoorzaak van kanker is roken: roken is wereldwijd verantwoordelijk voor ongeveer 25% van alle sterfgevallen door kanker, met longkanker als bekendste voorbeeld .
Verder spelen erfelijkheid, ouder worden en 'ongeluk' hierin ook een belangrijke rol. Er zijn heel wat mensen die erg gezond geleefd hebben en toch kanker krijgen. De reden is dan dikwijls een toevallige mutatie in bepaalde genen die ons beschermen tegen kanker.
Voedingsmiddelen en kankerrisico: wat is bewezen?
© Getty Images
1. Overgewicht
Overgewicht is, op roken na, de belangrijkste risicofactor voor kanker waar je zelf invloed op hebt. Vooral obesitas is een grote risicofactor – een BMI>30. Naar schatting zijn13 verschillende kankers direct gelinkt aan obesitas.
Overgewicht en een te grote buikomtrek door lokaal lichaamsvet is een relatief sterke risicofactor voor darmkanker, baarmoeder-, nier-, lever- en slokdarmkanker. Voor eierstok-, alvleesklier-, prostaat-, maag- en galblaaskanker is een verband waarschijnlijk. Ook verhoogt het de kans op borstkanker bij vrouwen tijdens en na de overgang.
Overgewicht en obesitas kunnen kanker veroorzaken doordat ze de werking van hormonen en groeifactoren (oestrogenen, insuline …) verstoren en een vorm van chronische ontsteking veroorzaken.
Men ziet daarom dat een hoge consumptie van vetten en suikers, overvloedig aanwezig in ultrabewerkt voedsel, het risico op kanker verhogen.
2. Alcohol
Er is overtuigend bewijs dat alcohol het risico verhoogt op onder meer kanker in de mond, keelholte, strottenhoofd en slokdarm, lever- en darmkanker, evenals op borstkanker bij vrouwen.
Het risico neemt toe naarmate iemand meer alcohol drinkt.
Vooral in combinatie met roken is alcohol zeer schadelijk.
Er is ook een onrechtstreeks verband tussen alcohol en overgewicht. Alcohol bevat namelijk veel calorieën. Na vetten (9 kcal/g) is alcohol de ‘voedingsstof’ die het meest calorieën levert (7 kcal/g).
3. Rood of bereid vlees
Er is overtuigend bewijs dat een overmatige consumptie van rood vlees zoals rund-, varkens-, kalfs-, lams-, geit-, schapenvlees en wild (gevogelte zoals kip en kalkoen is geen rood vlees) en bereide vleeswaren een oorzaak kunnen zijn van dikkedarmkanker. Zij kunnen mogelijk ook maagkanker veroorzaken.
Beperkt bewijsmateriaal suggereert eveneens een verband tussen te veel rood vlees in de voeding en een toename van kankers van slokdarm, long, pancreas en baarmoederslijmvlies. Hetzelfde geldt voor bereide vleeswaren en een toename van het risico op slokdarm-, long-, maag- en prostaatkanker.
Onder 'bereide vleeswaren' of charcuterie wordt vlees verstaan dat bewerkt werd (gerookt, gezouten) of waaraan bewaarmiddelen toegevoegd werden, zoals ham, spek, salami, worst...
Tot slot zouden, zij het ook beperkt aangetoond, gegrilde en gerookte dierlijke voedingsmiddelen een rol kunnen spelen in het ontstaan van maagkanker. Roken, maar ook bereidingen aan temperaturen boven de 200 °C (bakken, wokken, bbq,…) leiden tot de vorming van kankerverwekkende stoffen. Die worden overigens ook gevormd bij bereiding van vis en gevogelte…
De Hoge Gezondheidsraad van België raadt aan om niet meer dan 300 gram rood vlees te eten per week en niet meer dan 30 gram bewerkt vlees (vleeswaren).
Voedingsmiddelen met een mogelijk verhoogd risico op kanker
1. Zout
Te veel zout (natrium) verhoogt waarschijnlijk de kans op maagkanker. Of het nu gaat om gezouten voeding of om het extra toevoegen van zout, het risico op maagkanker kan stijgen. De hoeveelheid zout die we dagelijks binnenkrijgen zou minder dan 6 gram moeten zijn (2,4 gram natrium).
Een product met veel zout bevat meer dan 1,5 gram per 100 gram. Een zoutarm product bevat minder dan 0,3 gram zout per 100 gram.
De zoutconsumptie in België ligt momenteel op 9.5 gram per persoon per dag – dubbel zo hoog als geadviseerd.
2. Warme dranken
Dranken frequent te warm drinken, verhoogt waarschijnlijk het risico op slokdarmkanker. Dat zou het geval zijn vanaf meer dan 65 °C. Nu is dat voor de meesten onder ons gelukkig ongeveer de temperatuur waarbij je koffie of thee liever niet in je mond houdt omdat het te warm is.
De belangrijkste oorzaken van slokdarmkanker zijn tabak, alcohol en overgewicht.
3. Calcium
Er is geen link tussen calcium en een algemeen verhoogd risico op calcium. Er is zelfs een beschermend effect tegenover een aantal kankers. Calcium beschermt tegen poliepen in de dikke darm en vermindert het risico op een kanker in dat deel van het lichaam. Maar een te hoge calciuminname door mannen doet het risico op prostaatkanker stijgen. Ander onderzoek geeft echter aan dat de relatie complex is en mogelijk niet consistent is voor alle soorten prostaatkanker of voor alle bronnen van calcium.
Calcium vind je hoofdzakelijk in zuivelproducten. Ook noten en sommige groene groenten (broccoli, boerenkool, peulvruchten…) bevatten veel calcium. Onderzoek wijst uit dat een dagelijkse dosis van 700 milligram calcium het risico op dikkedarmkanker helpt verlagen. Wie minder dan 700 milligram binnenkrijgt, loopt dus meer kans om dikkedarmkanker te krijgen. Duizend milligram calcium komt ongeveer overeen met 2 of 3 glazen (karne)melk of even veel porties zuivelproduct en 1 of 2 sneetjes kaas. Omdat volle zuivelproducten een hoog vetgehalte hebben, verdient het de voorkeur om magere of halfvolle producten te gebruiken. Deze bevatten immers bijna even veel calcium als de volle varianten.
Mannen moeten nog meer op de hoeveelheid letten. Zij moeten calcium binnenkrijgen, maar niet te veel. Meer dan 1.500 milligram calcium per dag verhoogt het risico op prostaatkanker. Zelfs al is het mechanisme achter de werking van calcium nog niet helemaal duidelijk, krijgen mannen onder de 50 het advies om per dag niet meer dan ongeveer 1.000 milligram calcium in te nemen. Mannen vanaf 50 mogen iets meer consumeren, zo’n 1.200 milligram.
4. Acrylamide
Acrylamide is een chemische stof die wordt gevormd wanneer voedsel dat zetmeel of suikers bevat, wordt bereid boven 120 °C, zoals bij ovenbereiding, grillen, braden en frituren. Ze zou samenhangen met het bruin kleuren van voedingsmiddelen, die voedingsmiddelen kleur smaak en aroma geeft, zoals bij bereiding van brood, geroosterd brood, beschuiten, gebakken aardappelen, frieten en chips…. Deegwaren, rijst of aardappelpuree bevatten dus maar weinig acrylamide.
De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) heeft uitgebreid gekeken naar het verband tussen acrylamide en kanker. Proefdieronderzoeken laten zien dat acrylamide het DNA kan beschadigen en kanker kan veroorzaken, maar onderzoeken bij mensen zijn beperkt en niet helemaal overtuigend. Toch stelt de EFSA op basis van proefdieronderzoek dat acrylamide in voeding mogelijk het risico op kanker verhoogt bij mensen.
Onderzoek van het Wereld Kanker Onderzoek heeft tot nu toe geen verband kunnen aantonen tussen de inname van acrylamide en het ontwikkelen van kanker.
5. Schimmels op noten en granen
Mycotoxines zijn giftige stoffen die door schimmels worden geproduceerd en zo onbedoeld in voedingsmiddelen terechtkomen.
Bepaalde schimmels produceren kankerverwekkende aflatoxines in:
- allerlei noten en oliehoudende zaden (vooral in pistaches, paranoten en pinda’s en soms in hazelnoten, amandelen, abrikozenpitten…);
- gedroogde vijgen en andere gedroogde vruchten;
- granen (vooral maïs uit tropische streken, rijst en andere granen);
- sommige specerijen zoals paprikapoeder, chilipoeder, cayennepeper, witte en zwarte peper, nootmuskaat, gemberpoeder en kurkuma.
Voor deze voedingsmiddelen zijn dan ook maximumgehaltes aan aflatoxines vastgelegd. De controles hierop worden bij de invoer van de producten verricht. Het risico voor de gezondheid is daarom erg klein. De gezondheidsvoordelen van granen, noten en (peul)vruchten wegen daar ruimschoots tegenop.
Het aflatoxinegehalte kan worden verlaagd door verschrompelde en beschimmelde nootjes te verwijderen of door bijvoorbeeld het bruine velletje rond pinda’s te verwijderen.
Geen verhoogd risico aangetoond: additieven en zoetstoffen
1. Additieven en zoetstoffen
Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen gevonden voor de schadelijkheid van allerlei voedingsadditieven (zoals kleur- en smaakstoffen, de zogenaamde E-nummers), op voorwaarde dat de wettelijke normen worden gerespecteerd.
Van aspartaam en stevia is nog nooit een kankerverwekkend effect aangetoond, niet bij de mens, niet bij dieren, en niet bij hoge doses. Uit dierproeven is gebleken dat het in hoge dosis toedienen van sacharine en cyclamaat een kankerbevorderend effect heeft. Dit is echter geen reden tot ongerustheid. De wetgever legt de toepassing en het gebruik van deze zoetstoffen dusdanig aan banden dat een dergelijke hoge dosis voor de menselijke consumptie onmogelijk is.
2. Residuen van pesticiden, hormonen...
Studies hebben tot nu toe niet kunnen aantonen dat de minimale hoeveelheden residuen van bijvoorbeeld pesticiden en andere contaminanten zoals toegevoegde hormonen, kwik, dioxines en pcb’s, die nog aanwezig zijn in onze voeding, een verhoging van het kankerrisico geven, op voorwaarde natuurlijk dat de wettelijke normen worden gerespecteerd.
3. Koffie en thee
In tegenstelling tot wat vroeger beweerd werd, blijkt koffie het risico op nier- of pancreaskanker niet te doen toenemen. Het omgekeerde is waar, een niet overdreven consumptie van koffie zou zelfs gezond zijn en mogelijk bepaalde kankers kunnen helpen voorkomen, zoals kanker van het baarmoederslijmvlies, de lever, de mond- en keelholte, blaas, borst, dikke darm, slokdarm, leukemie en alvleesklier.
Gebrande koffiebonen bevatten wel kleine hoeveelheden acrylamide. Bij een normaal gebruik van koffie (ongeveer 5 koppen per dag) draagt de acrylamide in koffie van gebrande bonen niet bij aan het ontstaan van kanker.
Beperkt bewijs suggereert wel een verband tussen een frequente consumptie van hele warme dranken, zoals hete koffie of thee en een verhoogd risico op slokdarmkanker.
4. Soja
Onderzoek heeft aangetoond dat de consumptie van soja en sojaproducten zoals tofu het borstkankerrisico niet verhoogt. Integendeel, consumptie in de kindertijd zou net bescherming kunnen helpen bieden. Ook tijdens en na borstkanker is de consumptie van soja via de voeding geen probleem.
Conclusie: gezonde voeding vermindert het risico op kanker
Hoewel voeding niet de enige factor is bij het ontstaan van kanker, kan een gezond voedingspatroon het risico aanzienlijk verlagen. De sleutel ligt in:
- Een normaal lichaamsgewicht
- Beperken van alcohol en rood/bewerkt vlees
- Meer groenten, fruit, volle granen en plantaardige voeding
- Beperken van zout, toegevoegde suikers en ultrabewerkte producten
Bronnen:
www.wkof.nl
www.cancerresearchuk.org
www.kanker.be
www.aicr.org
www.cancer.org
www.cancer.gov
www.gezondleven.be
Sarah M Bristow, Mark J Bolland, Graeme S MacLennan, Alison Avenell, Andrew Grey, Greg D Gamble, Ian R Reid (2013). Calcium supplements and cancer risk: a meta-analysis of randomised controlled trials. Br J Nutr.; Oct;110(8):1384-93.
Laatst bijgewerkt: juli 2025
Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.