Vrouwen nemen minder vitamines in dan mannen

nieuws De vitamine-inname van de gemiddelde vrouw is lager dan die van de gemiddelde man. Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlandse RIVM.
De onderzoekers maakten een schatting van de inname van vitamine A, vitamine B1, B2, B6 en B12, folaten, vitamine C, vitamine D en vitamine E. Een deel van de bevolking blijkt minder vitamine A, B1, C en E, magnesium, kalium en zink binnen te krijgen dan wordt aanbevolen.
Over het algemeen ligt de vitamine-inname bij (jonge) mannen hoger dan bij vrouwen in dezelfde leeftijdscategorie. Dat geldt ook voor mineralen. Bij kinderen was er geen verschil tussen jongens en meisjes in de inname van mineralen. Naarmate mensen ouder worden, krijgen ze meer van de meeste vitamines en mineralen binnen.

De bijdrage van verrijkte voeding is het hoogste voor de B-vitamines en vitamine C. Voor B1 was dat 8 procent van de totale inname aan vitamine B1, voor B2 lag dat op 10 procent en voor vitamine B6 op 17 procent. Voor folaten is dat 9 procent. Voor vitamine C is dat eveneens 9 procent. Voedingssupplementen dragen 10 procent van de vitamine C inname bij. Voor vitamine D is de bijdrage van verrijkte voeding 12 procent en van vitamine E 13 procent, waarschijnlijk door margarines.

Het RIVM constateert dat verrijkte voeding meer bijdraagt aan de inname van vitamines dan voedingssupplementen.
Het RIVM stelt dat het advies aan specifieke leeftijdsgroepen voor hogere innames lang niet altijd wordt opgevolgd. Het gaat dan om foliumzuur (voor vrouwen die zwanger willen worden), vitamine D (voor senioren), ijzer (voor vrouwen in de vruchtbare leeftijd) en calcium (voor adolescenten).