Huisartsen verbeteren screening baarmoederhalskanker
nieuws
In Nederland krijgen per jaar ongeveer 750 vrouwen te horen dat zij baarmoederhalskanker hebben. Dit aantal kan omlaag wanneer er meer vrouwen deelnemen aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Toch blijkt slechts 65 procent van de opgeroepen vrouwen zich preventief te laten screenen. Wanneer de huisarts bij het bevolkingsonderzoek betrokken is, ligt het opkomstpercentage 10 à 15 procent hoger. Dat blijkt uit een onderzoek aan het Universitair Medisch Centrum St Radboud in Nijmegen.
Sinds 1996 krijgen alle vrouwen tussen de 30 en 60 jaar iedere vijf jaar een uitnodiging om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Gemiddeld komt slechts 65 procent opdagen. De studie studie wijst uit dat het opkomstpercentage 10 tot 15 procent hoger ligt indien de huisarts de uitnodigingen verstuurt. De onderzoekster pleit voor het standaard meesturen van voorlichtingsmateriaal om vrouwen te informeren over het nut van de screening en de behandelbaarheid van baarmoederhalskanker.
In dit bevolkingsonderzoek is niet alleen de hoge opkomst van belang, ook een goede follow-up na constatering van cytologische afwijkingen is een vereiste van een effectieve screening. In de praktijk blijkt echter dat lang niet alle vrouwen die een herhaaladvies van zes maanden hadden gekregen, hier gehoor aan gaven. Ook op dit punt kan de inzet van de huisarts de opkomst sterk vergroten.
Het onderzoek richtte zich tevens op de rol van de huisarts in influenzavaccinatiecampagnes. Bij deze campagnes voor de griepprik, gericht op diverse hoogrisicogroepen, wordt standaard de huisarts betrokken. De hoge vaccinatiegraad van 76 procent is voor een belangrijk deel te danken aan het feit dat de huisarts de uitnodigingen verstuurt, met informatiefolders. Ook inloopspreekuren en aparte vaccinatiespreekuren dragen eraan bij, aldus het onderzoek.