- dossierWaterpokken of windpokken: symptomen en behandeling
- nieuwsAcute diarree op reis: hoe kan je als ouder anticiperen?
- nieuwsSchoolvakanties, brugdagen en verlengde weekends in Vlaanderen in 2025
- dossierSelectief mutisme: angst om te praten
- dossierKan een supplement melatonine helpen bij kinderen met slaapproblemen?
Psychosociale ontwikkeling kinderen gebaat bij meer ruimte voor vrij spel
nieuws
Kinderen zouden meer gelegenheid moeten krijgen om zonder onderbreking te spelen, en zonder dat volwassenen daar een doel bij stellen. Dat blijkt uit onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.
De onderzoekster interviewde 52 leerkrachten van 20 scholen over spel en psychosociale ontwikkeling. Karakteristieke kenmerken van spel zijn: het is plezierig en vreugdevol, kent geen doelen, is spontaan, wordt bepaald door de deelnemers, is niet letterlijk (kan doen-alsof elementen bevatten), heeft een eigen realiteit, is vrij van regels van buitenaf, en roept actieve betrokkenheid op. Voor de psychosociale ontwikkeling achten de leerkrachten van belang dat het kind leert een ‘zelf’ te zijn tussen anderen, communicatieve vaardigheden en sociale cognitie ontwikkelt, en leert door ervaring. De leerkrachten zien spel en de bijdrage ervan aan de psychosociale ontwikkeling van jonge kinderen als een integraal proces.
Men analyseerde het vrije spel van 877 kinderen in de leeftijd van 4-6 jaar, afkomstig uit 47 klassen van 20 scholen. Zij stelde vast dat in kleine groepen met minder dan 16 kinderen meer bewegelijk (motorisch) en fantasiespel werd gespeeld, dan in groepen met meer dan 21 kinderen. Hier deden de kinderen meer kortdurende kunst-en-tafelspelletjes. De klassen waren heterogeen, met kinderen in de leeftijd van 4-6 jaar bij elkaar, wat volgens de onderzoekster kan bijdragen aan de variatie in het spel.
De relatie tussen spelactiviteiten thuis en de psychosociale gezondheid van 4-jarigen werd onderzocht met behulp van vragenlijsten onder ouders. Uit de gegevens bleek dat jongens meer betrokken zijn bij bewegelijk en constructiespel, en meisjes meer bij fantasiespel en creatieve activiteiten. Bij 95% van de meisjes en 97% van de jongens werden geen psychosociale problemen gemeld. Meisjes met een (sub)klinische score bij aandachtsproblemen speelden minder vaak samen met leeftijdsgenoten en de kwaliteit van het spel was lager dan bij meisjes met normale scores. Een onverwacht resultaat was dat jongens met een (sub)klinische score op het totaal van problemen, vaker samen speelden met anderen dan jongens met een normale score. Dit kan verklaard worden doordat bewegelijk spel en constructiespel minder verbale interactie vragen dan bijvoorbeeld verbeeldend spel.
Dat jongens vaker bewegelijk spel kiezen dan meisjes, roept een belangrijke vraag op. “Als jongens voorkeur hebben voor bewegelijk spel, wordt daar op school en thuis voldoende aan tegemoet gekomen? Motorisch spel vereist ruimte, zowel binnen als buiten, en enige tolerantie van volwassenen met betrekking tot beweging en lawaai. In de huidige discussie over het gedrag van jongens wordt vaak gesteld dat zij zich moeten aanpassen aan vrouwelijke normen, zoals een voorkeur voor verbale interactie”, aldus de onderzoekster. In Nederland is een campagne gestart om het tekort aan leerkrachten op de basisschool aan de orde te stellen. Ook mannen worden geworven. “De overwegingen van mannen om op een basisschool te gaan werken, zijn het bevorderen van motorisch spel voor jongens en het aanbieden van een mannelijk rolmodel. Op basis van de verschillen in spelgedrag tussen jongens en meisjes is dit een wenselijke ontwikkeling”.