Te korte tongriem: symptomen en behandeling

De tongriem of frenulum linguae is het vliesje waarmee de tong vastzit aan de bodem van de mond. Bij een te korte tongriem is het vliesje zo kort dat tongbewegingen beperkt zijn of zelfs helemaal niet meer lukken. Als de tong naar boven gaat, geeft de onderkant normaal een egaal vlak, maar bij een te korte tongriem is dat niet zo, omdat de tongriem aan de onderkant trekt. Daardoor gaan de zijkanten van de tong omhoog, maar het middelste gedeelte niet. De tong bij baby’s met een te korte tongriem kan zo zelfs de vorm hebben van een hartje. 

Omdat je baby zijn tong niet goed kan bewegen, ontstaan er problemen bij het drinken aan de borst. Hij kan zijn tong niet goed naar voren brengen om de tepel of speen goed in de mond te steken, waardoor hij geen vacuüm kan creëren en zo af en toe lucht hapt en buikkrampjes krijgt. Hij zal daardoor ook luidruchtig en ‘klakkend’ drinken. Voor mama’s die borstvoeding geven kan dit best pijnlijk zijn. Niet alleen omdat het kindje fout aanhapt, wat de tepels kwetst, maar ook omdat hij de borst vaak maar deels leegdrinkt, wat leidt tot stuwing, een borstontsteking of een verminderde melkproductie. 

Als je kindje geen last ondervindt, hoeft het niet, maar in veel gevallen zal de huisdokter of kinderarts de tongriem knippen. De dokter houdt daarvoor de tong vast of zal een soort lepeltje gebruiken om de tong op te tillen. Eenmaal de tong omhoog is, kan de arts ze doorknippen met een steriele schaar. De ingreep, een frenulotomie, zelf duurt maar 10 à 15 seconden. Er zitten amper zenuwen en bloedvaten in het tongriempje als je kindje zo klein is, dus hij voelt er niets van. Verdoving is dan ook niet nodig. Het wondje geneest vanzelf en na een kwartier mag je baby alweer drinken. De ingreep vindt wel best plaats voor je kindje drie maanden wordt. Op latere leeftijd kan ook, maar dan gebeurt de operatie onder plaatselijke verdoving of volledige narcose.