Visuele therapie en oogspieroperatie bij scheelzien en lui oog
In dit artikel
Visuele therapie en oogspieroperatie bij scheelzien en lui oog
dossier
Vroegtijdige screening en eventuele behandeling van scheelzien en lui oog zijn absoluut cruciaal om de visuele hersenontwikkeling zo optimaal mogelijk te laten verlopen en blijvende schade, of op zijn minst ontwikkelingsachterstand, te minimaliseren.
Lees ook: Scheelzien (strabismus) bij kinderen en volwassenen: oorzaak en behandeling
Lees ook: Lui oog (Amblyopie): 'In de praktijk vaak een gebrekkige behandeling'
© Getty Images
Bij de behandeling van scheelzien en/of lui oog is het belangrijk samen met je zorgverlener de doelstellingen te bepalen. Wil je de neurovisuele aandoening enkel maskeren en cosmetisch behandelen of wil je echt structureel de ogen leren uitlijnen en met beide ogen leren zien? Een structurele neurovisuele verandering zal duurzamer zijn en zal ook functionele voordelen opleveren. En omdat je dan normaal hebt leren zien, zal je er uiteraard ook normaal uitzien. Een puur cosmetische oogspieroperatie zal meestal na een paar jaar terug problemen opleveren.
Lees ook: Hoe verlopen de gehoortest en oogtest bij Kind en Gezin?
Oog afplakken?
Door de band genomen is het wijs om eerst niet-invasieve en minder risicovolle revalidatiemethoden te proberen zoals visuele training of visuele therapie (waarvan één oog afplakken deel van kan uitmaken). Als dan tijdens de revalidatie blijkt dat er onoverkomelijke mechanische obstakels zijn, kan alsnog voor een oogspieroperatie worden gekozen. Zelfs als het uiteindelijk tot een operatie komt, helpt pre-operatieve visuele therapie om bepaalde visuele vaardigheden verder te ontwikkelen en te stabiliseren en het risico op een mislukte operatie of heroperatie te verkleinen. Na het operatief verbeteren van de oogstand kan men ook met post-operatieve visuele therapie de ogen beter leren beheersen en bewegen, met beide ogen tegelijkertijd leren zien en in veel gevallen dieptezicht verwerven.
Bij baby's is de situatie iets complexer. Tijdens de eerste 18 maanden zou het kunnen dat het operatief recht zetten van de ogen en eventueel het geven van een gepaste babybril, de hersenen ertoe kunnen aanzetten spontaan terug met twee ogen te beginnen zien en verder normaal te ontwikkelen. Die mogelijkheid moet worden onderzocht en worden afgewogen tegen eventuele nadelen (zoals spierschade) die een operatie met zich mee kan brengen. Voor een uitgebreidere bespreking van die voor- en nadelen kan men het boek ‘Eerste hulp bij scheelzien en lui oog: een oriëntatiegids voor ouders en patiënten’ erop na slaan.
Visuele therapie
Visuele therapie is het visuele equivalent van kinesitherapie of logopedie. Na een grondig functioneel optometrisch onderzoek wordt een analyse gemaakt van het scheelzien en/of het lui oog. Eerst en vooral moet de scherpstelling van de ogen met de juiste bril of lenzen worden ondersteund. Daarna zal men met visuele therapie of training trachten zwakke visuele vaardigheden te verbeteren. Concreet betekent dit dat men met oefeningen of stimulatie (voor heel jonge kinderen) het motorische bereik van elk oog afzonderlijk, de oogsamenwerking, het fuseren van beide oogbeelden en uiteindelijk het stereozicht zal proberen verbeteren of ontwikkelen. Uiteindelijk zullen die bewust aangeleerde visuele vaardigheden geautomatiseerd worden en geïntegreerd worden met andere zintuigen (bvb het evenwichtsorgaan). Een prismabril kan hierbij ook een nuttig instrument zijn, zowel tijdens de training als voor het verlichten van storende symptomen (zoals dubbel zicht of vermoeide ogen).
Kinderen zijn het best behandelbaar met visuele therapie omdat de hersenen nog in volle ontwikkeling zijn. Het navolgen van de behandelingsvoorschriften zal wel enige energie en discipline vergen, ook van de ouders. Ook volwassenen zijn tot op zekere hoogte nog behandelbaar met visuele therapie. De hersenen blijven levenslang plastisch. Maar zoals bij het leren van andere nieuwe vaardigheden op latere leeftijd en afhankelijk van de medische voorgeschiedenis, zal het veranderen van de visuele gewoontes veel toewijding, motivatie en discipline vereisen.
Voor meer concrete informatie over visuele therapie, kan men een functioneel optometrist raadplegen of het boek ‘
Diepte Leren Zien’ door Susan Barry lezen.
Lees ook: Getuigenis: scheelzien
Oogspieroperatie
Tijdens een scheelzien- of oogspieroperatie worden de oogspieren aan de buitenkant van de oogbol losgemaakt en op een andere plaats terug vastgehecht, of worden de spieren ingekort. Dit kan aan een of aan beide ogen gebeuren.
Als men structureel anders en normaal met beide ogen wil leren zien, zijn oogspieroperaties meestal geen quick fix. Het plots verwerven van dieptezicht en het spontaan met beide ogen beginnen zien na een oogspieroperatie komt voor bij minder dan 10% van de gevallen (uitgezonderd borelingen). Als men het scheelzien echter enkel cosmetisch wil behandelen, is de slaagkans van een operatie 50 à 70%. Een pak hoger dus. Nog steeds zijn meerdere operaties vaak nodig om een bevredigend cosmetisch resultaat te bekomen. Een combinatie van een oogoperatie en visuele therapie kan vaak nuttig zijn om het cosmetische resultaat van de operatie duurzamer te maken en misschien toch ook functioneel beter te leren zien.
Soms kan het veelvuldig veranderen van de oogstand desoriënterend zijn voor de patiënt. Het risico op dubbel zicht na de operatie moet ook grondig onderzocht worden. Soms zijn de hersenen zo goed aangepast aan de bestaande schele oogstand dat het onmogelijk is een cosmetisch storend scheelzien te corrigeren zonder dubbelzien te veroorzaken. Het is best conservatief met oogspieroperaties om te springen en eerst minder ingrijpende behandelingen te proberen.
Volwassenen die als kind nooit scheel hebben gezien en altijd normaal met beide ogen hebben gezien maar plots een paralytische vorm van scheelzien ontwikkelen, kunnen vaak met een oogspieroperatie wel snel geholpen worden. De ogen worden mechanisch recht gezet, het dubbel zicht verdwijnt en de hersenen hervatten het binoculaire zien. Eventuele onderliggende aandoeningen die het scheelzien zouden kunnen veroorzaakt hebben moeten wel uitgesloten worden.
Bij volwassenen is de ingreep eventueel mogelijk onder plaatselijke verdoving, afhankelijk van het soort operatie dat moet uitgevoerd worden. Maar bij jonge kinderen, en meestal ook bij volwassenen, gebeurt de operatie onder volledige narcose en is 1 nacht hospitalisatie noodzakelijk. Na de operatie zullen de ogen rood en wat gezwollen en pijnlijk zijn. Er kunnen oogdruppels worden voorgeschreven. De eerste dagen na de operatie kan het kind beter niet in de zandbak spelen. Ook wordt zwemmen vlak na de operatie in het algemeen ontraden wegens infectiegevaar. Ook mag er gedurende deze periode niet aan sport gedaan worden of zware fysieke inspanning geleverd worden. Geen enkele chirurgische ingreep is zonder risico. Het functioneel verlies van een oog kan in zeer uitzonderlijke gevallen optreden door infectie, ontsteking, bloeding of vasculaire occlusie.
Bronnen:
Laatst bijgewerkt: mei 2023
Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.