Lymfoedeem: ‘dikke armen’ of ‘dikke benen’
dossier
Lymfoedeem is in de volksmond beter bekend als ‘dikke arm’ of ‘dikke benen’. Bij deze aandoening ontstaat een vochtophoping omdat de beschadigde lymfevaten het vocht onvoldoende kunnen afvoeren. De kwaal kan aangeboren zijn of optreden na een ongeval, operatie, bestraling of huidinfectie. Bekendst is lymfoedeem na een bestraling of operatie voor borstkanker.
Lymfoedeem is een ophoping van lymfevocht in het bindweefsel van arm of been waardoor een zwelling ontstaat. Onder normale omstandigheden wordt dit vocht verzameld in een lymfevat en afgevoerd via lymfeklieren. Als het evenwicht tussen aanmaak en verzamelen van vocht aan de ene kant, en de afvoer daarvan aan de andere kant is verstoord, hoopt het vocht zich op. Dit kan gebeuren wanneer lymfevaten onvoldoende werken of wanneer de lymfevaten of lymfeklieren verwijderd werden.
Lymfestelsel Naast het bloedvatenstelsel heeft het lichaam een tweede vaatstelsel: het lymfestelsel. Terwijl de bloedvaten bloed aanvoeren naar en afvoeren van de organen, is het lymfestelsel alleen een afvoerend systeem dat eiwitrijk weefselvocht (lymfe) terugvoert naar het bloedvaatstelsel. Aan het begin van het lymfestelsel bevinden zich de haarvaten: direct in de organen, waar ze weefselvocht en eiwitten kunnen absorberen en vervolgens verwijderen. Dit eiwitrijke vocht wordt lymfevocht of lymfe genoemd en is kleurloos. Lymfevocht wordt via de haarvaten vervoerd naar de ‘hoofdkanalen’ van het lymfestelsel (de lymfbanen). Op het kruispunt van grote lymfevaten bevinden zich lymfeknopen of -klieren. De klieren filteren de lymfe en halen er lichaamsvreemde stoffen uit. Doordat het lymfestelsel en de bloedbaan met elkaar in contact staan, komen deze lichaamsvreemde stoffen in de bloedbaan terecht. Via de bloedbaan worden ze uitgescheiden door het lichaam. De lymfeklieren zijn de zuiveringsstations van het lymfestelsel. Ze bevatten ook witte bloedcellen die infecties helpen bestrijden en de ontwikkeling van allergie tegengaan. Lymfeklieren bevinden zich op verschillende plaatsen in het lichaam. In de hals, de oksels en de liezen bevinden zich grote concentraties van lymfklieren. Behalve in de lymfeklieren bevindt lymfeweefsel zich ook in andere organen, zoals de keelholte, de luchtwegen, de milt, de wand van de darm en het beenmerg. De afvoer van de lymfe vanuit armen en benen gebeurt via de lymfeklieren in de oksels en de liezen. Zijn deze klieren verwijderd of door bestraling beschadigd, dan verloopt de afvoer minder goed. Dat kan betekenen dat eiwitten en weefselvocht op dezelfde plaats in het weefsel achterblijven. Hierdoor kunnen de lymfevaten niet alleen uitzetten en in aantal toenemen, maar ook de beschikbaarheid van zuurstof vermindert, waardoor een slechtere wondheling ontstaat en de kans op infectie toeneemt. |
Oorzaken van lymfoedeem
Er wordt een onderscheid gemaakt in primair of aangeboren en secundair of verworven lymfoedeem
Primair of aangeboren lymfoedeem
Het lymfestelsel kan vanaf de geboorte bepaalde gebreken vertonen (bv. een tekort aan lymfebanen, misvormingen) waardoor het transport van lymfe niet goed kan verlopen en vroeg of laat een lymfoedeem kan ontstaan. Dat kan al zichtbaar zijn vanaf de geboorte, maar het oedeem treedt meestal pas op na de leeftijd van 14-15 jaar. Het lichaamsdeel dat het meest getroffen wordt is de voet en het been (soms beide benen), maar ook de arm en soms zelfs het gelaat. Bij sommige vormen van aangeboren lymfoedeem kunnen ook andere afwijkingen bestaan.
Primair lymfoedeem komt voor bij ongeveer bij 1 op 300 pasgeborenen.
In hoeverre primair lymfoedeem erfelijk is, is nog niet duidelijk, hoewel er vaak wel sprake is van een familiale aanleg. Voor zover nu bekend zou bij ongeveer 10% van de primaire lymfoedemen sprake zijn van een genetisch defect. In de meeste gevallen van primair lymfoedeem is er dus géén sprake van erfelijkheid.
Dit type van lymfoedeem ontstaat meestal vanaf volwassen leeftijd, maar ook bij kinderen kan het soms optreden.
Het is niet altijd duidelijk wat uiteindelijk het lymfoedeem uitlokt. Soms kan het spontaan ontstaan, zonder dat er een preciese oorzaak kan aangeduid worden. Maar meestal is er een uitlokkende factor nodig waardoor het gebrekkige lymfesysteem ontregelt raakt en een oedeem ontstaat. Dat kan een zwangerschap zijn, een botbreuk, een operatie of een wondroosinfectie. Maar ook een wespensteek, een vliegtuigreis of een overbelsting van arm of been kan volstaan als ‘trigger’ of uitlokkende factor.
Erfelijk lymfoedeem Voor zover nu bekend zou bij ongeveer 10% van de primaire lymfoedemen sprake zijn van een genetisch defect. Enkele genen die daarbij betrokken zijn, zijn reeds geïdentificeerd. De meeste personen mét erfelijk lymfoedeem hebben geen mutaties in de tot nu toe ontdekte genen. Dit betekent dat er nog verschillende genen voor lymfoedeem moeten worden ontdekt. • Fouten in het FLT4-gen veroorzaken onderontwikkeling van het lymfesysteem. Het lymfoedeem is bij de geboorte aanwezig (congenitaal) of wordt kort erna duidelijk. Meestal zijn beide benen aangedaan. • Mutaties of fouten in het MFH1-gen veroorzaken onderontwikkeling van de lymfekleppen. Dit leidt tot aandoeningen als het Meige lymfoedeem, het lymfoedeem-distichiasis syndroom, lymfoedeem-ptosis en het ‘gele nagel syndroom’. Het Meige lymfoedeem is een variant waarbij de kleppen in de lymfevaten onderontwikkeld zijn. Het oedeem ontstaat tijdens of rond de puberteit. Meestal zijn beide benen aangedaan. Het erft autosomaal dominant over. Autosomaal betekent dat het gezonde gen van de ene ouder niet kan compenseren voor het ‘dominante, afwijkende’ gen van de andere ouder. Kinderen ontvangen via de eicel of de zaadcel van de aangedane ouder of het normale gen, of het afwijkende gen. Zo’n erfelijke aandoening draagt de aangedane ouder dus over op zijn of haar kinderen met een kans van 50% voor elke zoon of dochter. Het lymfoedeem-distichiasis syndroom is eveneens dominant. Het lymfoedeem begint tijdens of rond de puberteit en meestal zijn beide benen aangedaan. De mensen die hierdoor aangedaan zijn, hebben distichiasis, een extra rij wimpers. Deze kunnen het hoornvlies irriteren en zelfs beschadigen. Bij lymfoedeem-ptosis is er naast het lymfoedeem ook sprake van een hangend bovenooglid. Bij het ‘gele nagel syndroom’ is er naast het lymfoedeem ook sprake van gele verkleuring van de vinger- en teennagels. Vaak zijn er ook longafwijkingen. • Mutaties in het SOX18-gen veroorzaken het hypotrichosis-lymphedema-teleangiectasia syndroom. Het hypotrichosis-lymphedema-teleangiectasia syndroom bestaat uit de drie volgende symptomen: verminderde beharing (hypotrichosis), lymfoedeem en blijvende verwijding van bloedvaatjes (teleangiectasieën). Kenmerkend is weinig of geen haar op de schedel, ontbreken van wenkbrauwen en schaamhaar. Het lymfoedeem is soms zeer uitgebreid maar doorgaans voornamelijk aanwezig in de benen. Het kan aangeboren zijn of rond de puberteit ontstaan. De teleangiectasieën kunnen zich op de armen en benen of in het gelaat bevinden. |
Secundair of verworven lymfoedeem
Een secundair lymfoedeem ontstaat als gevolg van een beschadiging van de lymfevaten door een gebeurtenis van buitenaf. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren door een ongeval (bv. een ontwrichting), door infecties met schimmels, bacteriën of virussen (bv. wondroos), een operatie voor spataders... De meest voorkomende oorzaak van secundair lymfoedeem is een operatie om een kankergezwel (borstkanker, baarmoederhalskanker, blaas- en prostaatkanker...) te verwijderen waarbij ook de lymfeklieren (in de buik, lies, oksels...) aangetast zijn en geheel of gedeeltelijk moeten verwijderd worden. Veel kankercellen zijn namelijk in staat om zich via de lymfevaten naar de dichtstbijzijnde lymfeklieren te verplaatsen, waar ze vervolgens uitzaaiingen veroorzaken. In dat geval is het van belang om naast de tumor ook sommige lymfeklieren in het aangetaste gebied te verwijderen. Hierbij wordt het lymfestelsel beschadigd en bestaat de kans op het ontstaan van lymfoedeem. Aanvullende radiotherapie in bekken, oksels en hals vergroot de kans op lymfoedeem aanzienlijk.
Dat kan onmiddellijk na de operatie optreden, maar ook pas vele jaren later. Lymfoedeem na een kankeringreep wisselt soms gedurende de dag en is vaak gerelateerd aan fysieke inspanning.
Kans op lymfoedeem na een borstoperatie De kans op lymfoedeem is afhankelijk van de aard van de behandeling. Na alleen een schildwachtklierprocedure is die kans heel klein. Na alleen bestraling van het okselgebied is de kans ongeveer 3-5%. Wanneer alle lymfeklieren uit de oksel verwijderd zijn is de kans op ontstaan van ernstig lymfeoedeem 5% en op het ontstaan van een licht tot matig oedeem ongeveer 10%. Na een combinatie van een okselklieroperatie en bestraling is de kans op het ontstaan van lymfoedeem het grootst: circa 25%. Onderzoek heeft uitgewezen dat de kans op het ontwikkelen van lymfoedeem na een borstingreep sterk kan verminderd worden door preventieve behandelingen met manuele lymfedrainage. De kans op lymfoedeem na een borstoperatie met okselkierverwijdering blijft gedurende de rest van het leven aanwezig. |
Lees ook: Lymfoedeem na borstoperatie
Flebolymfoedeem Flebolymfoedeem is een speciale vorm van het secundaire lymfoedeem, omdat het ontstaat als complicatie van een langdurig bestaande chronisch veneuze insufficiëntie. Als deze situatie langere tijd bestaat, treden er veranderingen en beschadigingen op aan de lymfevaten en kan er een lymfoedeem ontstaan. |
Lymfo-lipoedeem Lymfo-lipoedeem is een bijzondere vorm van lymfoedeem die ontstaat bij mensen die lijden aan lipoedeem. Dat is een chronische aandoening in de aanmaak van het vetweefsel. De vetcellen zijn groter en onregelmatig van vorm (lipohypertrofie) en het vetweefsel is ongelijkmatig verdeeld over het lichaam. Meestal is er een abnormale ophoping van vet in de benen en heupen, soms ook de armen. Bij een aantal mensen met lipoedeem kan na verloop van tijd een lymfoedeem ontstaan door een verminderde afvoer van weefselvocht en verslapping van het bindweefsel. Dat wordt dan lymfo-lipoedeem genoemd. |
Typische klachten
• Zwelling:
Bij primaire lymfoedemen zijn er in het vroege stadium zwellingen op de voetrug en aan de enkel van de benen zichtbaar. De tenen zijn rechthoekig opgezwollen (bloktenen). Bij secundaire lymfoedemen ontbreken meestal de zwellingen van de hand- en voetrug en de bloktenen.
Aanvankelijk is de zwelling vaak alleen 's avonds aanwezig of na inspanning.
• Als men probeert om aan het basisgewricht van de tenen of vingers een huidplooitje op te pakken is dit niet mogelijk door verdikking van het onderhuidse weefsel (positieve ‘Proef van Stemmer"). In de normale situatie is de huid over de tenen slank met kleine rimpeltjes. Omdat er slechts weinig tot geen vetweefsel zit, is de huid goed op te tillen.
• Een vermoeid en zwaar gevoel, pijn of tintelingen in het getroffen lidmaat.
• Beperking in de bewegingen van het getroffen lidmaat.
• Verandering van de huid (warme plek, pijnlijke plek, rode plek...).
• Huidinfecties (wondroos).
Verschillende stadia
De ophoping van lymfe in het weefsel zorgt ervoor dat de vezels van het bindweefsel vermeerderen. Daardoor wordt de functie van de lymfebanen nog meer ingeperkt. Men onderscheidt verschillende stadia van de ziekte:
Stadium 0 – niet-herkende beschadiging van de lymfevaten
De lymfevaten kunnen nog voldoende lymfevocht transporteren en er zijn nog geen zwellingen zichtbaar.
Stadium 1 - reversibel (omkeerbaar) stadium
In dit stadium is het lymfestelsel overbelast en er ontstaat een zachte zwelling in het aangetaste gebied. De zwelling verschijnt na lichamelijke inspanning of op het einde van de dag. Ze is zacht en men kan er gemakkelijk een putje induwen (‘pitting’-oedeem). Het oedeem verdwijnt tijdens de nacht of na enkele dagen bedrust.
De zwelling vermindert vanzelf na het omhoog leggen van het aangetaste lidmaat. Als de arm of het been in deze fase wordt gezwachteld, kan het vocht in korte tijd uit de arm of het been worden geperst. Men kan voorkomen dat een kous gedragen moet worden en indien dit toch nodig is, slechts voor een beperkt aantal uren per dag.
Stadium 2 - spontaan irreversibel (onomkeerbaar) stadium
De zwelling geeft niet meer mee als men er op drukt (‘non-pitting’-oedeem) omdat er zich teveel bindweefsel heeft gevormd (fibrosering). Het heeft geen effect meer op de zwelling als het aangetaste gebied omhoog gebracht wordt.
Ook na langere bedrust verdwijnt het oedeem niet meer. De zwelling kan wel door een deskundige behandeling verholpen worden. Het dragen van een therapeutische elastische kous wordt in deze fase steeds intensiever. In dit stadium is de vatbaarheid voor infecties (wondroos) sterk verhoogd.
Stadium 3 - irreversibel (onomkeerbaar) stadium
Het oedeem is irreversibel, d.w.z. dat de zwelling nauwelijks weggaat. De huid is verhard en vertoont gezwellen en soms grote uitstulpingen. Het risico op ontsteking (wondroos) is groot en de huid is vatbaar voor het ontstaan van diepe wonden die slecht genezen.
Lees ook: Wondroos (erysipelas): een ernstige huidinfectie
Mogelijke complicaties
1. Men kan de arm of het been veel minder gebruiken.
2. Het grote gewicht van de arm kan klachten van schouder, nek en wervelkolom veroorzaken.
3. Er bestaat een grotere kans op infecties (zoals wondroos) door verminderde huidafweer. Daarom is het belangrijk om alle wondjes te vermijden en zeer goed te verzorgen.
Behandeling van lymfoedeem
Een lymfoedeem is niet te genezen. Zonder behandeling zal de ziekte niet tot stilstand komen. Bij de eerste symptomen van lymfoedeem dient snel een behandeling worden gestart om te vermijden dat het probleem verergert. Hoe eerder lymfoedeem behandeld wordt, hoe beter.
De behandeling voor de eerste twee stadia van lymfoedeem bestaat uit twee fasen.
• Fase 1 is erop gericht de zwelling zoveel mogelijk te verminderen. Het is een combinatie van manuele lymfedrainage met een steunverband en oefeningen.
• Fase 2 heeft tot doel de situatie te stabiliseren en verder te verbeteren. In deze fase wordt de lymfedrainage afgebouwd en wordt overgeschakeld op elastische been- of armkousen.
Afhankelijk van het stadium van het lymfoedeem zal fase 1 een periode van 4 weken tot soms wel maanden in beslag nemen. Fase 2 wordt gewoonlijk onbeperkt voortgezet.
Bij het derde stadium van een lymfoedeem is de zwelling weefsel geworden (fibrosering) en is het oedeem onomkeerbaar. Enkel een operatie kan dan nog helpen.
Manuele lymfedrainage
De manuele lymfedrainage is een bijzondere soort massage waarbij ritmisch een zachte, spiraalvormige druk uitgeoefend op de lymfeklieren en lymfebanen waardoor de transportcapaciteit van het lymfesysteem verhoogd wordt. Niet alleen het betrokken lichaamsdeel wordt behandeld, maar steeds het volledige lichaam.
De massage begint aan de hals waar de grote lymfevaten in de sleutelbeenaderen uitmonden. Hiermee wordt de lymfestroom in de grote lymfevaten gestimuleerd om de afvoer uit de kleinere vaten te vergemakkelijken. Daarna worden de romp en de ledematen behandeld.
Het doel van de lymfedrainage is om de omvang van de betrokken ledematen te verminderen.
Er wordt bij voorkeur geopteerd voor manuele lymfedrainage (met de handen) in plaats van met een toestel.
De frequentie van drainage is bij de start meestal drie tot vijf maal per week, soms ook frequenter. Afhankelijk van het succes van de behandeling wordt de drainage na enkele weken progressief afgebouwd. Soms is een langdurige behandeling aangewezen.
Eventueel kan de manuele behandeling aangevuld worden met een pneumatische drainage met een pomp en een machette rond het getroffen lidmaat (Intermitterende Pneumatisch Compressie of IPC) of een drukgolfapparaat.
Lymfedrainage wordt uitgevoerd door een gespecialiseerd kinesist. Voor kinesitherapie voor lymfoedeem kunt u via een arts-specialist (geen huisarts) een verhoogde terugbetaling van het ziekenfonds aanvragen.
Lymfedrainage wordt altijd gecombineerd met een drukverband met bandages en, als de arm of het been dun genoeg zijn, afgesloten met een therapeutisch elastische kous (een TEK).
Compressietherapie
Deze therapie is een combinatie van zwachtelen en bewegen.
Na elke manuele behandeling moet een drukverband worden aangelegd om het terugstromen van het oedeem te voorkomen in het door de lymfdrainage soepel geworden weefsel. De elastische zwachtels oefenen bij beweging een hoge druk uit, maar in rust juist een lage druk. Daardoor zorgen de zwachtels ervoor dat er veel vocht kan worden afgevoerd bij bewegingen. Een ander gunstig effect is dat de 'spierpomp' beter werkt. Door de tegendruk van het verband, drukken kleine spierbewegingen, het onderhuidse weefsel en de huid steeds tegen het verband aan. Elke spierbeweging werkt dan als een soort pomp. Veel lichaamsbeweging heeft daarom een ondersteunend effect op de zwachtels.
Het verdient aanbeveling om direct na de lymfedrainage oefeningen te doen, zo wordt de werking van de bandage optimaal benut en het lymfevocht afgevoerd.
Lymftaping
Lymftaping wordt soms toegepast in aanvulling bij de lymfedrainage.
Bij lymftaping wordt het aangetaste lichaamsdeel ingetaped met een speciale elastische tape. De tape wordt 'onder spanning' aangebracht, op een gerekte huid, waardoor de tape de huid als het ware 'lift'; de bovenste huidlaag wordt iets 'opgetild' en door de beweging, ook nog iets gerekt. Het gevolg hiervan is, dat de ruimte tussen de eerste en de tweede huidlaag, waarin zich haarvaartjes bevinden, groter wordt. Dit leidt tot een betere doorbloeding en daarmee tot een betere afvoer van de afvalstoffen. Hierdoor vermindert het oedeem, terwijl door de liftende werking van de tape de druk op de zenuwuiteinden afneemt, waardoor ook zenuwpijn vermindert. Door de grotere ruimte tussen de huidlagen wordt het fibrotisch weefsel losser van structuur daardoor kunnen de kleine lymfvaatjes het vocht beter opnemen en afvoeren.
Omdat de tape een aantal dagen kan blijven zitten, ook tijdens het douchen, is er gedurende die tijd dus sprake van een 24-uurs behandeling.
Therapeutische elastische kousen (TEK)
Bij de behandeling van lymfoedeem zijn therapeutische elastische kousen (TEK) onmisbaar om de druk in de weefsels te verhogen waardoor er minder oedeem optreedt. Hierdoor wordt verdere ontwikkeling van lymfoedeem tegengegaan en is de kans op complicaties minimaal. Er bestaan kousen voor de benen en voor de armen.
Wanneer moet een TEK gedragen worden?
De elastische kousen zijn bedoeld om in de onderhoudsfase, als het oedeem grotendeels is verdwenen, de dan bereikte situatie te handhaven. In principe moet deze behandeling levenslang worden voortgezet.
Een TEK zorgt dat de lymfeproductie wordt verminderd. Als de kous wordt uitgedaan, zal de oude situatie weer terugkomen. Het is dus belangrijk overdag zo lang en vaak mogelijk de kous te dragen. Dit geldt vooral als er sprake is van een vergrote vochtproductie:
• Bij inspanning
• Bij warmte (sauna, zomer, in de zon...)
• Bij lang niet gebruiken van de lymfpomp en/of spieren (stil zitten, zittend werk, lange reizen in bus of vliegtuig
• Toename van gewicht, overgewicht
• Beschadiging aan de huid met ontsteking, verwonding e.d.
Door onregelmatig dragen van de TEK kan de omvang van het been toenemen waardoor de kous niet meer past en er opnieuw klachten ontstaan door verergering van het lymfoedeem.
Bij geringe lymfoedemen kan het mogelijk zijn dat men de kous af en toe aflaat, in functie van de zwelling.
• Iemand met oedeem dient de kousen dagelijks te dragen. De kousen worden bij voorkeur 's morgens direct na het opstaan aangedaan, de benen zijn dan nog niet gezwollen. 's Avonds voor slapengaan trekt u ze weer uit. In sommige situaties mogen de kousen zelfs aanblijven gedurende de nacht.
• Vermijd contact tussen de kousen en vette crèmes. Vet indien gewenst 's avonds de huid in nadat u de kousen hebt uitgedaan.
• De levensduur van een kous is beperkt. Zorg altijd dat u op tijd nieuwe kousen laat aanmeten.
Welke TEK?
Bij lymfoedeem aan de benen worden in het algemeen vlakbreikousen met naad met een drukklasse III of IV gebruikt. Soms kan klasse II worden gebruikt (bv. kinderen).
Bij armkousen moet de druk minstens 20 mmHg bedragen (klasse II), soms 25-35 mmHg. Hierbij dient men goed op te letten dat naast een naad in de kous ook een elleboogstuk is ingebreid.
Een kous werkt alleen goed als die een optimale pasvorm heeft. Laat de kousen bij een nieuwe verstrekking altijd opnieuw opmeten
Chirurgie
Liposuctie
Bij een hardnekkige en hinderlijke armlymfoedeem na borstkanker kan in sommige gevallen een speciale liposuctie toegepast worden. Hierbij wordt alle onderhoudse vetweefsel in de dikke arm op een speciale manier weggezogen, in combinatie met levenslang dag en nacht dragen van een therapeutisch elastische kous.
Deze techniek wordt alleen toegepast bij de onomkeerbare vorm van lymfoedeem waarbij er geen putjes in de arm te drukken zijn (er mag alleen fibrose over blijven).
De ervaring leert dat men na de operatie een duidelijke verbetering van de schouderfunctie krijgt en dat het risico op het ontstaan van wondroos met meer dan 90 % is afgenomen
Lymfeshunt
Bij een lymfeshunt maakt de chirurg een overbrugging tussen de verstopte lymfvaten en goed werkende bloed- of lymfevaten, zodat het lymfvocht kan worden afgevoerd.
Dit is een ingrijpende operatie zonder garantie op succes. Deze techniek wordt weinig toegepast en alleen wanneer alle andere niet-chirurgische technieken hebben gefaald.
Het voorkomen van lymfoedeem
Mensen die een operatie hebben ondergaan waarbij een verhoogd risico op lymfoedeem bestaat (bv. een borstkankeroperatie), of mensen die om een andere reden een verhoogd risico lopen, doen er best aan om een aantal leefregels in acht te nemen die de kans op oedeem verminderen, en die helpen om mogelijke complicaties te vermijden.
Bij iedere verandering van de huid (warme plek, pijnlijke plek, rode plek) en elke zwelling in de getroffen arm of been moet u alleszins uw arts raadplegen.
Kleding
• Draag geen spannende kleren of BH, nauwsluitende ceintuur strak zittende juwelen of elastische banden rond uw (risico)arm of -been. Er zijn speciale functionele bh’s te koop met brede schouderbanden en een brede elastische onderrand. Ook zijn er losse schouderstukjes verkrijgbaar voor onder de bandjes.
• Draag gesloten, niet knellende schoenen die de enkel volledig omsluiten.Vermijd het dragen van sandalen, slippers... Hoge hakken verminderen de ‘lymfepomp’.
Bij ernstige vormen van lymfoedeem is men aangewezen op orthopedisch schoeisel (enkelbottine) met een wreefsluiting met behulp van veters of klittenband.
Lichaamsverzorging
• Verzorg dagelijks uw voeten. Was ze dagelijks met lauw water (te warm water geeft extra kans op oedeem en kan de huid verbranden). Gebruik niet te veel zeep.
• Gebruik geen harde borstels of agressieve producten.
• Neem geen langdurige voetbaden dit verweekt namelijk de huid.
• Droog de hele voet goed af, vooral de ruimte tussen de tenen.
• Controleer dagelijks uw voeten en benen op wondjes (bijvoorbeeld tussen de tenen), eltplekken, likdoorns of kloven.
• Droog de arm steeds zorgvuldig af en let er vooral op dat huidplooien goed droog worden gemaakt (b.v. tussen de vingers).
• Knip uw nagels recht, en rond de hoeken af met een kartonnen vijl. Let er bij de verzorging van uw nagels op dat u de nagelplooi niet beschadigt.
• Verander elke dag schoenen en sokken.
• Reinig en voed uw huid altijd met pH-neutrale verzorgingsproducten.
• Gebruik een elektrisch scheerapparaat of een crème voor het verwijderen van haar uit de oksel of de benen.
• Gebruik geen deodorant in de omgeving van het oedeem.
• Vermijd sauna, zonnebank en hete baden.
• Vermijd sterke massage en modderpakkingen in de buurt van het oedeem. Een uitzondering hierop is lymfedrainage.
Verwondingen vermijden
• Vermijd elke vorm van kwetsuur (snijwonde, verbranding, insectenbeden, kattenkrabben,...). Als u zich toch hebt gekwetst, is het aangewezen om de wonde grondig te ontsmetten. Zelfs een speldenprik kan al boosdoener zijn.
• Draag handschoenen bij het uitvoeren van huishoudelijke taken, tuinieren of elk ander werk waarbij u zich kunt kwetsen.
Loop als u lymfoedeem aan de benen heeft, niet op blote voeten lopen, zelfs niet op het strand.
• Niet pulken aan velletjes of nagels. Vermijd verwondingen aan de nagelriem bij het manicuren van uw nagels.
• Bloed laten prikken en inspuitingen gebeuren altijd in de andere arm of been.
• De bloeddruk wordt genomen aan de niet aangetaste arm.
• Laat geen tatouages zetten. Als u toch een tatoeage wilt, dan niet op de aangetaste arm.
Bewegen
• Blijf regelmatig in beweging (zwemmen, fietsen, wandelen, eenvoudige gymnastiekoefeningen); dit stimuleert de circulatie van lymfevocht.
• Volg eventueel een speciaal oefenprogramma onder begeleiding van een kinesist. Oefeningen activeren het spierpompmechanisme en zullen dus meehelpen om het vocht te verdrijven. Belangrijk is om deze oefeningen langzaam en niet te intensief te doen.
• Vermijd krachtige, herhalende bewegingen tegen een weerstand (bv. schrobben, duwen, trekken, wringen... lange, zware fiets- of wandeltochten).
• Vermijd het optillen van zware lasten met uw ‘risicoarm’. Vermijd zware handtassen, tassen met schouderriem...)
• Sporten als paardrijden, gewichttraining, aanspanningen (bijvoorbeeld bij skiën) kunt u beter vermijden.
• Zorg naast beweging voor voldoende rust; vermijd lang achtereen typen, schrijven, en dergelijke.
• Leg de arm iets hoger wanneer u zit of ligt, laat de arm niet te lang hangen wanneer u staat of loopt. Stop een balletje in uw zak waar u regelmatig in knijpt. Dit verbetert de afvoer van lymfevocht.
Vakantie
• Het is beter om niet op vakantie te gaan naar hete, subtropische gebieden waar veel muggen zijn.
• Vermijd langdurig zonnebaden, bescherm alleszins armen en benen tegen overmatige blootstelling aan de zon.
• Tijdens het vliegen draagt u het best een speciale compressiemouw of -kous.
• Hebt last van oedeem aan de benen, vraag dan bij het inchecken om een stoel met extra beenruimte. Is die niet beschikbaar, dan hebt u in een stoel aan het gangpad de mogelijkheid een been in het gangpad te strekken.
• Tijdens lange vliegreizen is het raadzaam om regelmatig te bewegen en wat oefeningen te doen: bijvoorbeeld af en toe heen en weer lopen door het vliegtuig, cirkeltjes draaien met voeten (benen) of een vuist maken en de vingers daarna wijd spreiden (armen). Het helpt ook om het been of de arm wat hoger te leggen met behulp van een stuk bagage of met een opblaaskussentje op de stoelleuning.
• Neem meer vocht in terwijl u vliegt.
• Draag ook tijdens de vakantie altijd uw elastische mouw of kous, zelfs bij warm weer. In het algemeen leidt een hoge temperatuur tot meer oedeemvorming. Het is daarom belangrijk om juist in die situaties uw kous te dragen.
• Neem steeds antibiotica mee als je verre reizen maakt.
Evenwichtige voeding
Mensen met lymfoedeem hoeven doorgaans geen dieet te volgen. Alleen bij overgewicht moet u op uw calorieëninname letten, maar wel gezond blijven eten.
Er bestaat geen enkel bewijs dat voedingssupplementen (vitamines, mineralen etc) enig effect zouden hebben op lymfoedeem.
Niet roken
Stop met roken.
Meer info
www.lymfoedeem.nl
Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO
Richtlijn Lymfoedeem - www.cbo.nl