nieuws
Tijdens de zwangerschap (en de periode van borstvoeding) vermijdt u het best zoveel mogelijk pijnstillers. Maar soms hebt u toch een pijnstiller nodig. Bespreek dit wel altijd vooraf met uw (huis)arts.
• Indien u een pijnstiller nodig hebt, kies dan voor een pijnstiller op basis van paracetamol, in de kleinste dosis voor de kortst mogelijke tijd. Dat wil zeggen dat u de maximale dosis van 6 keer 50 mg niet overschrijdt en geen paracetamol met codeïne of met cafeïne neemt.
Dit middel mag gedurende de hele zwangerschap gebruikt worden, ook tijdens de eerste maanden. Paracetamol is effectief tegen lichte en matige pijn.
• Indien paracetamol voor u onvoldoende werkt, kunt u in overleg met uw arts eventueel een niet-steroïdale anti-inflammatoire middel (NSAID) gebruiken, zoals ibuprofen, naproxen, of diclofenac (Voltaren, Motifene…). Deze producten mogen indien nodig en voor korte duur gebruikt worden tijdens de eerste helft van de zwangerschap (tot week 20). In de tweede helft van de zwangerschap mag u ze niet meer gebruiken.
• Pijnstillers op basis van acetylsalicylzuur (Aspirine, Alka Seltzer, Aspegic, Sederhine…) worden tijdens de hele duur van de zwangerschap en ook tijdens de periode van borstvoeding afgeraden.
Sommige vrouwen krijgen vanaf het einde van het eerste trimester toch aspirine voorgeschreven in een lage dosis, om placenta gerelateerde zwangerschapscomplicaties te voorkomen zoals bijvoorbeeld pre-eclampsie. Bij gebruik van deze lage dosis aspirine als bloedverdunner (bijvoorbeeld Asa EG, Asaflow, Cardioaspirine…) worden geen nadelige effecten gezien op de moeder of op het (ongeboren) kind. De lage dosis aspirine mag dus wel worden gebruikt tijdens de zwangerschap. Uit voorzorg wordt wel aanbevolen om de inname van acetylsalicylzuur 5 à 10 dagen vóór de geplande bevallingsdatum te stoppen om het risico op een bloeding tijdens de bevalling te voorkomen.
 |
 |
