Zin en onzin van een brace
dossier
De werkzaamheid van de meeste braces is niet bewezen en ze zijn in ons land ook veel te duur, concludeert het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) in 2007.
Een brace is een hulpmiddel dat het functieverlies van spieren of gewrichten helpt te compenseren. Braces worden gemaakt uit soepele stof, maar ook uit harde kunststof of zelfs metaal. Het KCE rapport neemt braces voor de hals, pols en knie onder de loep. De studie werd beperkt tot geprefabriceerde modellen.
De jaarlijkse uitgave van de ziekteverzekering voor de onderzochte braces bedraagt ongeveer 10 miljoen euro, waarbij de eigen bijdrage voor de patiënt kan oplopen tot enkele honderden euro, bijvoorbeeld voor de aanschaf van een harde kniebrace.
Een internationale prijsvergelijking van de in België meest verkochte braces leert dat patiënt en ziekteverzekering in ons land gemiddeld meer betalen. Indien buitenlandse prijzen zouden gelden op de Belgische markt zou de totaalfactuur met een percentage tussen 25% tot 44% goedkoper uitvallen.
De terugbetaling van braces in België is niet gebonden aan bewezen werkzaamheid of kosteneffectiviteit. Zo is bijvoorbeeld van de halskragen in de ambulante zorg alleen de harde nuttig en dan enkel voor bepaalde patiënten met een halswervelbreuk. Polsbraces kunnen helpen bij carpal tunnel syndroom, reumatoïde artritis en artrose van de hand. Harde kniebraces zijn aangewezen voor artrose aan het binnenste kniecompartiment en welbepaalde letsels aan ligamenten en kruisbanden van de knie.
Functie braces
Braces hebben meestal een ondersteunende functie. Bij beschadiging van pezen of gewrichten kunnen ze eventuele instabiliteit gedeeltelijk opvangen. Soms zijn ze ook bedoeld om pezen of gewrichten rust te gunnen, een beetje zoals met een gips.
Wanneer zijn braces zinvol?
Uit het onderzoek van het KCE kunnen volgende conclusies worden getrokken.
Polsbraces
Polsbraces zijn alleen nuttig bij volgende aandoeningen
• Carpale tunnel syndroom (brace moet zeker ‘s nachts en zo mogelijk ook overdag gedragen worden; indien geen verbetering optreedt binnen de zes weken, is de brace zinloos).
• reumatoïde artritis (minder pijn en verbetering functie)
• beginnende artritis van de handgewrichten (carpometacarpale osteoartritis of artrose).
Voor alle andere aandoeningen kan het gebruik van een brace niet aanbevolen worden bij gebrek aan studies die een effect aantonen. Dat geldt o.m. bij:
• De Quervain’s tenosynovitis
• Een spastische hand na een CVA
• Niet-gecompliceerde polsbreuken
Voor de preventie van sportongevallen (bv. bij snowboarden, in-line skating) kan een brace eventueel zinvol zijn, maar er zijn te weinig studies om daarover een definitieve uitspraak te doen.
Hetzelfde geldt voor de behandeling van peesletsels aan de pols. Indien een brace gebruikt wordt, zal het in dit geval meestal om een speciaal op maat gemaakte brace moeten gaan, en niet om een standaard-brace.
Lees ook: Reumatoïde artritis: een ontstekingsreuma
Lees ook: Wat is het carpaal tunnel syndroom?
Halsbraces
Een harde halsbrace kan aangewezen zijn
• voor bepaalde patiënten met een breuk van een halswervel (cervicale wervelfractuur)
• voor immobilisatie van de wervelkolom na een ongeval met mogelijk letsel aan de wervelkolom, in afwachting van een verdere behandeling.
Zachte halskragen leveren nauwelijks enig voordeel op bij problemen zoals whiplash, bij halspijn ten gevolge van letsels van of druk op de cervicale zenuwen (Cervicale brachialgia of radiculopathie) of bij bij degeneratie van de cervicale wervels (Cervicale osteoarthritis of spondylosis). Op lange termijn staan ze de genezing vaak in de weg, onder meer doordat er spierverlies optreedt.
Indien toch een zachte halsbrace wordt gedragen na een whiplash of bij Cervicale brachialgia of radiculopathie, om de beweeglijkheid en daardoor ook de pijn te beperken en omdat de patiënt zich daarmee iets comfortabeler voelt, dan moet de periode beperkt worden (maximaal 3 tot 14 dagen).
Lees ook: Rugpijn: aspecifieke nekpijn en whiplash
Lees ook: Nekhernia of Hernia Nuclei Pulposi (HNP)
Kniebraces
Een harde kniebrace (zg. unloader/offloader brace met varushoek = 10°) wordt alleen aanbevolen bij:
• osteo-artritis (artrose) van het mediale kniecompartiment (voor de vermindering van pijn en verbetering van de functie)
Een functionele knieorthese kan aanbevolen zijn voor:
• kwetsuren aan de voorste kruisbanden van de knie die behandeld worden zonder chirurgische ingreep. Dit geldt alleen voor mensen die niet intensief sporten (dus zeker niet voor competitiesporters).
• letsels aan de mediale kruisbanden van de knie (in combinatie met oefentherapie).
Alhoewel de kniebrace zeer algemeen gebruikt wordt bij volgende letsels, is er geen bewijs dat ze zinvol is
• bij pijn rond de knieschijf, die optreedt bij specifieke belasting van het gewricht tussen knieschijf en bovenbeen (Patello Femoraal Pijn Syndroom), tenzij voor een tijdelijke pijnverlichting in afwachting van een verdere behandeling (zoals oefentherapie)
• na een operatie van de voorste kruisbanden.
• Ter preventie van kruisbandletsels bij contactsporten.
Enkelbrace
Het KCE-rapport zegt niets over het gebruik van enkelbraces.
In de aanbevelingen van het Nederlands Huisartsengenootschap en de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen in verband met enkeldistorsie worden enkelbraces aangeraden bij de behandeling van enkelverstuikingen van graad 2 (enkelrupturen) waarbij de gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel zodanig zijn ingescheurd dat er teveel speling in het enkelgewricht ontstaat. Dergelijke enkelrupturen gaan gepaard met een grote bloeduitstorting, meestal veel pijn en zwelling.
In een studie van de Nederlandse Stichting Consument en Veiligheid (Kosten en baten van enkelbraces bij voetbal 2005) wordt een enkelbrace (of tape) eveneens aangeraden na een enkelverstuiking om een nieuwe verstuiking (recidief) te voorkomen. Het gebruik van een enkeltape of -brace wordt vooral sterk aanbevolen voor sporters die eerder een enkeldistorsie hebben opgelopen. Daarbij wordt uitgegaan van een minimale gebruiksduur van zes maanden door sporters die een ernstige tot zeer ernstige enkeldistorsie hebben opgelopen. Een enkelbrace resulteert in een lagere incidentie van recidieve enkeldistorsies en in minder ernstige enkeldistorsies.
Preventief gebruik van een enkelbrace bij sporters die nog geen enkelverstuiking hebben opgelopen, wordt daarentegen niet aangeraden.
De volledige tekst van de studie (in het Engels) is beschikbaar op de website van het KCE: www.kce.fgov.be (rubriek publicaties)