Hypertensie zwaar onderschat als risicofactor voor nierfalen

nieuws 300 000 Vlamingen hebben nierproblemen. Hun nieren werken niet naar behoren, waardoor in het lichaam het bloed onvoldoende gezuiverd wordt en afvalstoffen niet meer kunnen afgevoerd worden. Als de helft van de nierfunctie wegvalt, spreekt men van nierinsufficiëntie. Nierspecialisten uit 3 grote Gentse ziekenhuizen stellen vast dat nierinsufficiëntie in de eerstelijnszorg nog al te vaak te laat vastgesteld wordt. Ze vragen meer aandacht voor een goede screening en de onderschatte rol van verhoogde bloeddruk (hypertensie) als oorzaak en gevolg van chronisch nierfalen.
Nierinsufficiëntie is een miskende én levensbedreigende aandoening. De symptomen zijn vaak niet echt uitgesproken of voelbaar (vermoeidheid, verminderde eetlust, jeuk, enz.) en doen zowel bij de (huis)arts als bij de patiënt niet meteen een ernstig gezondheidsprobleem vermoeden. Ze komen ook maar op als de ziekte al in een vergevorderd stadium zit. De voornaamste risicofactoren zijn hoge bloeddruk, leeftijd (50+), familiale geschiedenis van nierfalen, diabetes, overgewicht en roken.
Hypertensie is bij het grote publiek te weinig gekend als risico voor nierfalen, stellen de specialisten. Beide gaan nochtans hand in hand. Bij verhoogde bloeddruk ontstaat er extra stress of druk in de bloedvaten. Dat lokt allerhande processen uit in het lichaam, zoals een vernauwing en verharding van de bloedvaten, die onder andere tot nierproblemen kunnen leiden. Als men anderzijds de stoffen van het lichaam niet kan verwijderen zoals het hoort via de urine – o.a. het zout en water uit het lichaam worden dan niet voldoende afgevoerd – neemt de druk in de bloedvaten toe en ontstaat hypertensie.
Verhoogde bloeddruk is – net als nierfalen - eenvoudig op te sporen, bijvoorbeeld door de huisarts. Het is een aandoening die levenslang moet behandeld worden, maar ze wordt vaak vergoelijkt als een familiale (en dus niet zo ernstige) kwaal. Ook nierinsufficiëntie is een chronische aandoening en biedt eens ze vergevorderd is slechts twee uitwegen: dialyse of transplantatie (incl. levende donatie). Dus heeft men er alle belang bij door vroege opsporing en preventie deze twee zware behandelingsvormen te vermijden. Ook sterft een groot aantal patiënten nog voor ze met dialyse kunnen beginnen door cardiovasculaire problemen zoals thrombose, hartinfarct, enzovoort. Een efficiënte en snelle opsporing is dus zeker aangewezen in het belang van de patiënt en ook van de gemeenschap, gezien de blijvende stijging van de kosten voor de gezondheidszorg, zo besluiten de Gentse nierspecialisten.