Verhoogt koffie het cholesterolgehalte?
dossier Koffiebonen bevatten een kleine hoeveelheid plantaardige vetten die in beperkte mate het cholesterolgehalte van het bloed verhogen. Veel hangt echter af van de manier waarop de koffie wordt bereid. Bovendien is het effect dermate beperkt dat het in feite alleen relevant is voor mensen die reeds een verhoogd cholesterolgehalte hebben.
Cholesterolverhogende stoffen
Koffie bevat geen cholesterol, maar wel cholesterolverhogende stoffen, voornamelijk de diterpenen cafestol en kahweol die van nature in het vet van de koffieboon voorkomen. Die stoffen misleiden de galwerking, waardoor minder galzuur wordt afgescheiden en minder cholesterol in de lever kan verwerkt worden, waardoor uiteindelijk meer cholesterol in het bloed terecht komt.
Cafestol is de sterkste cholesterolverhogende stof die in ons dieet voorkomt. Onderzoek heeft aangetoond dat 10 mg cafestol per dag gedurende 4 weken het totale cholesterolgehalte met 0,13 mmol/l verhoogt. Bij een gemiddeld cholesterolgehalte van 5,5 mmol/l betekent dat dus een verhoging met ongeveer 2%. Vooral het (slechte) LDL-cholesterolgehalte wordt verhoogd, het (goede) HDL cholesterol blijft ongeveer constant of daalt lichtjes. Bij langdurige consumptie wordt de stijging van het cholesterolgehalte kleiner, wat op gedeeltelijke aanpassing van het lichaam kan duiden. Het cholesterolverhogend effect is ook tijdelijk: na het stoppen van koffiedrinken normaliseert het cholesterolgehalte zich na verloop van tijd.
Lees ook: Let op je cholesterol
Verschillende soorten koffie
De hoeveelheid cafestol in een kopje koffie is sterk afhankelijk van de bereidingswijze en in mindere mate van het type koffie.
Bereidingswijze
Bij filterkoffie, gezet met een papieren filter, blijven cafestol en kahweol grotendeels in het filter achter, en is er dus geen of nauwelijks een effect op het cholesterolgehalte. Ook bij een Senseo apparaat, waarbij niet veel druk opgebouwd worden, blijven deze stoffen grotendeels achter in het papieren filter. Een kopje filter- of Senseokoffie bevat gemiddeld 0,1 mg cafestol.
Kookkoffie (die bereid wordt door gemalen koffie op te koken met water en het zetsel af te gieten zonder filtreren) en koffie waarbij het kokend water op de koffie wordt gegoten en via een metalen filter naar beneden wordt gedrukt (Cafetière-koffie), bevatten daarentegen relatief veel cholesterolverhogende stoffen (resp. 4 à 6 mg en 3 à 4 mg cafestol per kopje). De metalen filters houden het vet namelijk niet tegen, waardoor de stoffen in de koffie terecht komen. Ook Turkse en Griekse koffie bevat vrij hoge concentraties aan cafestol en kahweol (4 à 5 mg cafestol per kopje) en is dus ook cholesterolverhogend. Hetzelfde geldt voor een percolator waarbij de koffie langdurig gekookt wordt. Dat betekent dus dat 3 kopjes Turkse koffie of caffetièrekoffie het cholesterolgehalte met ongeveer 2% verhogen.
Espresso-koffie situeert zich ergens in het midden: de koffie wordt weliswaar niet gefilterd, maar doordat het water door de koffie wordt geperst en slechts korte tijd in aanraking komt met de koffie, wordt minder cafestol meegenomen: 1 kopje espressokoffie bevat gemiddeld ongeveer 1 à 2 mg cafestol. Dat zou echter sterk afhankelijk zijn van het preciese mechanisme. Bij zogenaamde fresh brew automaten (met versgemalen koffie waarbij het water door een papieren of metalen filter wordt geperst) zou het cafestol-gehalte mogelijk hoger liggen dan bij espressomachines die werken met papieren pads of met capsules.
Oploskoffie en (automaten)koffie op basis van vloeibaar koffieconcentraat bevatten nauwelijks diterpenen en hebben geen of nauwelijks effect op het cholesterolgehalte.
Soorten koffie
Ook de soort koffie is van belang. Arabica-bonen bevatten meer terpenoiden dan robusta bonen. De verschillen tussen de verschillende rassen zijn echter vrij klein. Bovendien is de meeste koffie een mengsel van verschillende rassen en afkomstig uit verschillende landen.
Het heeft geen zin om over te schakelen op caffeïnevrije koffie omdat de caffeïne geen enkel effect heeft op het cholesterolgehalte. Meer zelfs, volgens een studie uit 2005 van de Amerikaanse National Institutes of Health zou caffeïnevrije koffie (in lichte mate) het slechte LDL-cholesterol verhogen in vergelijking met mensen die geen of gewone (filter)koffie drinken (gemiddeld 6 koppen per dag, gedurende 3 maanden). Maar dat effect wordt gedeeltelijk geneutraliseerd door de verhoging van (goede) HDL-cholesterol bij obese personen (BMI hoger dan 25) die caffeïnevrije koffie drinken. Bij niet-obese koffiedrinkers werd dat gunstige effect merkwaardig genoeg niet vastgesteld.
Effect op hart- en vaatziekten
Volgens een bekende vuistregel betekent een verhoging van het (totale) cholesterol met 1% een (theoretische) verhoging van het risico op hart- en vaatziekten met 2%. Iemand die dus 10 mg cafestol per dag binnenkrijgt (ong. 3 koppen ongefilterde koffie of 5 à 6 koppen espresso), zou zijn cholesterolgehalte zien stijgen met 2% en zou dus volgens dit model 4 % meer kans hebben op een hartkwaal. Wanneer we ervan uitgaan dat een man van 55 8% kans heeft op een hartinfarct voor zijn 65ste, dan wordt dat dus 8,32% (104 x 8 %) voor iemand die veel koffie drinkt. Voor een diabetespatiënt die 40% kans heeft op een hartinfarct voor zijn 70ste verjaardag, betekent veel koffie drinken dus een stijging van het risico tot 41,6% (104 x 40 %). Het koffierisico moet dus zeker niet overdreven worden, in vergelijking met bijvoorbeeld een voeding rijk aan verzadigde vetten.
Overigens gaat het hier om een theoretisch model: tot nu toe heeft men geen rechtstreeks verband kunnen aantonen tussen dagelijkse koffieconsumptie en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten of de prognose na een hartinfarct. Integendeel zelfs, sommige studies suggereren eerder een lager risico op sterfte aan hart- en vaatziekten bij koffiedrinkers. Mogelijk zouden antioxidanten in koffie ontstekingsprocessen kunnen remmen en de kans op hart- en vaatziekten kunnen verminderen. Ook bestaan er aanwijzingen dat diabetes type 2 – een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten - minder voorkomt bij regelmatige koffiedrinkers.
Voor gezonde mensen bestaat er dan ook geen enkel bezwaar tegen (matig) koffieverbruik (= 4 à 5 tassen per dag).
Mensen die lijden aan een stoornis van de vetstofwisseling of die last hebben van verhoogde cholesterolwaarden, doen er voorzichtigheidshalve best aan om geen al te sterke koffie te drinken en bij voorkeur filter- of senseokoffie te gebruiken. Ook een kopje espressokoffie behoort nog steeds tot de mogelijkheden: een beperkte consumptie van espresso, 2 à 3 kopjes per dag, zal het cholesterolgehalte nauwelijks beïnvloeden. Gezien het cholesterolverhogend effect van Turkse koffie en caffetièrekoffie is dit eerder af te raden bij mensen met een verhoogd cholesterolgehalte.
Andere effecten van koffie op hart- en vaatziekten
Bloeddruk
Cafeïne veroorzaakt een tijdelijke, lichte stijging van de bloeddruk die na enkele uren weer genormaliseerd is. Over het effect op de lange termijn, geven de studies tegenstrijdige resultaten. Waarschijnlijk heeft een regelmatige consumptie van koffie een beperkte tot geen invloed op de bloeddruk van mensen met een normale bloeddruk. Bij ouderen en mensen met een verhoogde bloeddruk (hypertensie), zou hoge consumptie (meer dan 5 tassen per dag) een verhoging van de bloeddruk kunnen veroorzaken. Een normale koffieconsumptie (4 à 5 tassen) zou geen enkel probleem zijn: onderzoek bij mensen met hypertensie heeft aangetoond dat matige consumptie de bloeddruk niet verder verhoogt, en dat omgekeerd het stoppen met koffie de bloeddruk niet verlaagt. Mogelijk compenseren de kalium en magnesium in koffie het bloeddrukverhogende effect van cafeïne.
Homocysteïne
Een andere mogelijke risicofactor voor hart- en vaatziekten is een verhoogd homocysteïnegehalte. Het drinken van grote hoeveelheden koffie (6-10 koppen per dag), leidde in sommige onderzoeken tot een verhoging van het homocysteïnegehalte. Wanneer mensen die gewoon zijn om koffie te drinken stoppen met drinken, verlaagt het homocysteïnegehalte. Men weet nog niet hoe dit wordt veroorzaakt; mogelijk komt dit door de koffiebestanddelen chlorogeenzuur of cafeïne.
Lees ook: Homocysteïne en atherosclerose
Hartritmestoornissen
Overmatig gebruik (meer dan 10 koppen per dag) kan bij sommige mensen leiden tot hartkloppingen en hartritmestoornissen. Er zijn echter geen bewijzen dat koffieconsumptie de kans op overlijden ten gevolge van hartritmestoornissen verhoogt.