De Hoge Gezondheidsraad (HGR), het hoogste adviesorgaan van de federale regering inzake gezondheid, heeft zopas een advies uitgebracht over de effecten van vis op de gezondheid van volwassenen en kinderen.
Een artikel verschenen in het wetenschappelijk tijdschrift Science over het gehalte aan dioxines, PCB's en pesticiden in Europese kweekzalm haalde vorige week de algemene pers.
Sporters die last hebben van inspanningsastma of kortademigheid na een inspanning, zouden minder problemen hebben als ze visoliepillen met omega-3 polyonverzadigde vetzuren gebruiken.
Vette vis zoals zalm, sardines, haring en tonijn kan helpen om pre- en post-natale depressie te voorkomen, aldus een Britse studie die eind mei 2003 werd voorgesteld op het jaarcongres van de American Psychiatric Association.
Oudere mensen die op zijn minst een keer per week vis eten, lopen minder kans op dementie en de ziekte van Alzheimer. Dat zeggen wetenschappers van de universiteit van Bordeaux in een studie die verscheen in het British Medical Journal (25 december 2002).
Hoewel mosselen relatief weinig vet bevatten en je ze gemakkelijk vetarm kan bereiden, worden ze nog vaak met de vinger gewezen als cholesterolbommen. Zijn mosselen verboden voor wie kampt met te veel cholesterol? Neen.
Effecten van visvetten aangetoond
Een hoger gehalte aan visvetten in het bloed verlaagt de kans op een hartstilstand met ruim 80 procent . Dit verband tussen het eten van vis en de kans op een hartstilstand wordt gelegd in het gezaghebbende medische tijdschrift New England Journal of Medicine van 11 april 2002.
Op culinair vlak zijn er met vis mogelijkheden zat. Er is niet alleen het ruime visaanbod maar ook de vele bereidingsmogelijkheden en het feit dat vis bij zoveel verschillende eetsituaties past:
Mannen die regelmatig vette wissoorten zoals zalm en makreel eten, hebben minder kans op prostaatkanker in vergelijking met mannen die geen vette vis eten, volgens een Zweedse studie.
De regelmatige inname van visoliepillen die omega-3 vetzuren bevatten vermindert het risico op hart- en vaatziekten bij vrouwen na de menopauze met ongeveer eenderde, ongeacht of ze al dan niet een hormonenvervangende therapie volgen.