- dossierWaar is een verzwaringsdeken goed voor?
- dossier‘Yoghurt eten tegen stress, angst en depressie’
- boeken/interviewsStimulatie nervus vagus: welke oefeningen kan je doen?
- dossierEen overslaande hartslag of extrasystole: wat is het en wat kan je eraan doen?
- dossier14 mogelijke oorzaken van gezwollen vingers
Hoe help je iemand met een paniekaanval?
dossier Wanneer iemand een paniekaanval heeft, is dat ook voor hun naasten of voor toevallige omstaanders een beangstigende ervaring. Bij het helpen van de persoon, is het in de eerste plaats cruciaal om zelf kalm te blijven. Daarnaast zijn er belangrijke do’s-en-don’ts die je best in acht neemt om de aanval samen onder controle te krijgen.
Bij een paniekaanval wordt iemand plots overspoeld door een golf van intense angst, die binnen enkele minuten een hoogtepunt bereikt en vaak bijna een half uur duurt. Soms is er een concrete aanleiding voor, zoals een ingrijpende levensgebeurtenis, maar vaak lijkt de aanval uit het niets te komen. Sommigen maken dit maar één keer in hun leven mee, anderen krijgen er regelmatig last van en ontwikkelen dus een paniekstoornis. Volgens schattingen komt een paniekstoornis voor bij ongeveer 4% van de bevolking, vaker bij vrouwen.
Lees ook: Juist ademen: hartcoherentie als antwoord op stress, burn-out en hyperventilatie
Symptomen herkennen
Een paniekaanval kan gepaard gaan met vele symptomen, die verschillen van persoon tot persoon. Enkele veelvoorkomende klachten die je kan herkennen zijn hartkloppingen, misselijkheid, trillen, zweten, ademnood, pijn aan de borst, duizeligheid en maagklachten. Op zich zijn deze verschijnselen ongevaarlijk, en vaak het gevolg van te veel oppervlakkig in- en uitademen, maar ze doen de angst toenemen. Mensen gaan daardoor onder meer denken dat ze een hartaanval hebben, gek worden, gaan flauwvallen of zelfs zullen sterven. Soms belanden ze op de spoeddienst, waar dan geen lichamelijke problemen vastgesteld worden.
Lees ook: Mijn verhaal: over hyperventileren en hartcoherentie
De do’s
De don’ts
Probleem niet wegmoffelen