Gerelateerde artikels
Nachtbraker tegen wil en dank: het vertraagde slaapfasesyndroom
nieuws
We kiezen er allemaal wel eens voor om later te gaan slapen, maar bij mensen met het vertraagde slaapfasesyndroom is er geen sprake van een keuze. Door een verstoring van hun biologische klok kunnen zij altijd maar diep in de nacht de slaap vatten, wat het bijzonder lastig maakt om iedere dag vroeg op te staan. De aandoening kan leiden tot ernstige slaaptekorten en zo tot andere gezondheidsproblemen. Er bestaan verschillende behandelingsmogelijkheden.
Bij mensen met het vertraagde slaapfasesyndroom, ook delayed sleep phase syndrome (DSPS) genoemd, is de biologische klok ontregeld. Daardoor worden ze pas slaperig minstens twee uur na de gebruikelijke bedtijd, meestal tussen 1 en 6 uur ’s nachts, zelfs als ze zich al veel vroeger vermoeid voelen. Volgens studies hebben ongeveer 1 op 600 volwassenen er last van en komt het veel vaker voor bij tieners. Ongeveer 1 op de 10 tieners zou kampen met een tijdelijke vorm van het syndroom, die overgaat bij het ouder worden.
Lees ook: Blauw licht en het effect op slaap
Chronisch slaaptekort
Mensen met DSPS kunnen op zich goed en diep slapen, als ze op het specifieke ritme van hun eigen biologische klok leven. Maar een typische werk- of schooldag, waarvoor je vroeg uit de veren moet, maakt dit zo goed als onmogelijk. Vaak komen ze maar aan 3 of 4 uur slaap, met een chronisch slaaptekort als gevolg. Daardoor lopen ze een hoger risico op onder meer concentratieproblemen, chronische vermoeidheid, stress, depressie en verslavingen. Het syndroom kan leiden tot zware problemen op het werk en school en vormt in het algemeen een obstakel in het sociale leven.
De exacte oorzaak van de aandoening is nog niet bekend. Je genen lijken een rol te spelen: bij 40% van de mensen met DSPS zit het in de familie. Er zou soms ook een verband zijn met o.a. depressie, angsten, ADHD, dwangstoornis en chronische slapeloosheid. De symptomen kunnen verergeren als je er slechte slaapgewoonten op nahoudt.
Lees ook: Wat gebeurt er met je hersenen als je te weinig slaapt?
Slaapspecialist
Het vertraagde slaapfasesyndroom wordt vaak verkeerdelijk aanzien voor slapeloosheid of depressie. Belangrijk is om hulp te zoeken bij een slaapspecialist, die je medische geschiedenis (en die van je familie) zal bekijken en bepaalde testen zal aanraden. Zo kan hij je vragen om een slaapdagboek bij te houden en een actometer te dragen. Een actometer is een apparaatje dat je slaap-waakritme bijhoudt. Bij vermoeden van een andere slaapstoornis, kan je dokter een uitgebreid slaaponderzoek in een slaaplaboratorium of ziekenhuissetting aanraden, een zogenaamd polysomnogram.
Soms kan men de problemen aanzienlijk terugdringen met betere gewoonten: regelmatige slaaptijden, voldoende daglicht overdag, geen blauw licht ’s avonds, geen cafeïne laat op de dag, maaltijden en beweging op vaste tijdstippen, enz. Vaak wordt ook lichttherapie toegepast, waarbij mensen na het opstaan een halfuur bij een speciale lamp moeten zitten. Dikwijls schrijven dokters supplementen met melatonine voor, een hormoon dat een belangrijke rol speelt in ons slaap-waakritme.
Chronotherapie
In ernstige gevallen kan chronotherapie geprobeerd worden. Mensen wordt dan gevraagd om iedere dag (of om de paar dagen) drie uur later te gaan slapen, totdat ze in een ‘normaal’ ritme zitten. Deze methode vereist wel een strikte naleving en vaak blijven mensen worstelen met het strikte schema. In het algemeen kan cognitieve gedragstherapie zinvol zijn als ondersteuning.
Lees ook: Waarom heb je helemaal geen 8 uur slaap nodig?
Experts stellen dat het voor sommige mensen zo goed als onmogelijk is om hun biologische klok aan te passen. Toch kunnen ze perfect hun job uitvoeren als ze bijvoorbeeld hun werkdag later mogen beginnen en geregeld van thuis uit kunnen werken. Voor jongeren met het syndroom kan een flexibel schoolschema veel problemen tegengaan.
Lees ook: 20 tips om beter te slapen
auteur:
Andy Furniere,
gezondheidsjournalist